Een groep studenten aan de prestigieuze Peking Universiteit in Beijing organiseerde in december een politieke manifestatie ter ere van Mao. Ze werden prompt gearresteerd.
In februari kwamen de studenten met een video waarin ze gedwongen zelfkritiek toonden – precies zoals dat gebeurde tijdens de Culturele Revolutie. De studenten hadden zich, volgens de video, laten inspireren door ‘buitenlandse krachten’ en daarom de ‘partijlijn’ losgelaten.
Deze recente campagne tegen maoïstische studenten doet wat schizofreen aan, want op Chinese scholen is het maoïsme verplichte kost. Maar voor die verplichte Mao-lessen schrijft de Partij specifieke teksten voor die de huidige partijideologie ondersteunen. Zo is er ruime aandacht voor Mao’s aversie van het Westen, zijn antidemocratische en antiliberale dogma’s, en zijn Chinese patriottisme. De studenten in Beijing haalden daarentegen inspiratie uit Mao’s visie op het socialisme, om aandacht te vragen voor de schrijnende ongelijkheid in de Volksrepubliek. Ze riepen de fabrieksarbeiders in Zuid-China zelfs op een vakbond te vormen.
Het is dit jaar precies dertig jaar geleden dat het studentenprotest op het Tiananmen-plein bloedig werd neergeslagen. De Partij is daarom extra zenuwachtig wanneer studenten zich groeperen en zich uitspreken over gelijkheid. Kortom, alleen de Partij, en niemand anders, bepaalt wat de tegenwoordige relevantie van Mao is.
Dit artikel is exclusief voor abonnees