Home ‘Willem van Oranje overleefde dankzij pragmatisme’

‘Willem van Oranje overleefde dankzij pragmatisme’

  • Gepubliceerd op: 16 maart 2010
  • Laatste update 23 jun 2021
  • Auteur:
    Geertje Dekkers

‘In mijn jeugd was Willem van Oranje onbereikbaar groot en belangrijk,’ zegt Olaf Mörke (1952), auteur van Wilhelm von Oranien (1533–1584). Fürst und ‘Vater’ der Republik, waarvan binnenkort een Nederlandse vertaling verschijnt. Mörke groeide op in de Duitse deelstaat Hessen, vlak bij Dillenburg, waar ooit het slot van Willem van Oranje stond. ‘Er kwamen altijd veel Nederlandse toeristen naar Dillenburg. We hadden een Turn- und Sportverein Nassau en mijn vader was directeur van de Nassau-Oranien-Schule en docent geschiedenis. Ik werd dus vaak met Willem van Oranje geconfronteerd.’

Dat Mörke ooit een biografie over Oranje zou schrijven, lag dus voor de hand. Toch maakte hij eerst een omweg langs de politieke wetenschappen. Pas toen hij een onderwerp zocht voor zijn Habilitationsschrift – een soort proefschrift dat recht geeft te doceren aan een universiteit – kwam hij weer bij zijn oude interesse uit. ‘Stadtholder’ oder ‘Staetholder’? heette zijn boek uit 1997, over de rol van het hof van Oranje in de politieke cultuur van de Republiek.

In zijn biografie besteedt Mörke veel aandacht aan Willem van Oranjes tijd in Dillenburg. ‘Zijn Duitse achtergrond is erg belangrijk om zijn handelen te begrijpen. Hij groeide op in het milieu van kleine Duitse rijksvorsten en moest op zijn elfde ineens naar de Nederlanden.’ Willem erfde van zijn neef René van Chalon het prinsdom Orange. Daarom eiste keizer Karel V dat hij verder zou opgroeien aan zijn Brusselse hof. Willem, tot dan toe luthers opgevoed, kwam er terecht in een katholieke omgeving.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

‘Zijn nieuwe wereld had weinig te maken met de wereld die hij kende,’ zegt Mörke. ‘Duitsers zijn vaak geneigd te denken dat Nederland sterk op Duitsland lijkt, maar Nederlanders zijn veel meer op het Westen georiënteerd. Dat was ook toen al zo. Bovendien speelde de burgerij in de Nederlanden een veel grotere rol.’

Willem werd door zijn overplaatsing een flexibel mens. ‘Dat was een heel belangrijke eigenschap tijdens de Opstand. Hij wist zich goed aan te passen aan de structuren van de Republiek. Als jongetje ontwikkelde hij een vorm van pragmatisme waardoor hij later zowel politiek als fysiek lang wist te overleven.’

Dankzij die flexibiliteit wist Willem van Oranje de Opstand tegen Filips II door te zetten, ook toen zijn zaak er allerberoerdst voor stond. Mörke: ‘In de late jaren 1560 was Willem bankroet: financieel, maar ook in zekere mate politiek.’ Alva was in aantocht toen Willem in 1567 de Nederlanden ontvluchtte, naar Dillenburg. Daar pakte hij de draad weer op. ‘Willem maakte nieuwe plannen en wist nieuwe bondgenootschappen te sluiten.’ Er volgden militaire successen, die anderen overigens voor hem bevochten – ‘Willem van Oranje was geen geniaal veldheer.’

Intussen moest Willem zijn plannen wel aanpassen. ‘Oorspronkelijk was hij uit op herstel van de oude adellijke vrijheden, zoals die bestonden in de Bourgondische tijd,’ legt Mörke uit. Hij vond dat Filips die te ver had ingeperkt. Maar in de Nederlanden, waar burgers veel invloed hadden verworven, zat een terugkeer naar het verleden er niet in. ‘Willem begreep dat en hij paste zich aan aan de semi-republikeinse situatie.’ Dat was volgens Mörke kenmerkend voor zijn pragmatische instelling.

De ontwikkeling van Willems politieke opstelling is een belangrijk onderwerp van de biografie. De laatste jaren van zijn leven behandelt Mörke daarom beknopt: ‘Zijn politieke ontwikkeling was toen wel afgerond.’ Tegelijkertijd waren het teleurstellende jaren voor Willem. Zo mislukte de samenwerking met de hertog van Anjou, de Franse kroonprins, die landsheer van de Noordelijke Nederlanden had moeten worden.

Bovendien leefde Willem in zijn laatste jaren voortdurend met de dreiging van een moordaanslag, omdat Filips een prijs op zijn hoofd had gezet. Een eerste moordpoging, in 1582 door de Bask Juan Jaureguy, overleefde hij. Maar zoals bekend kwam hij in 1584 om bij de aanslag door Balthasar Gerards.

Direct na Willems dood begon de verering, zoals Mörke laat zien. Zijn – vermeende? – laatste woorden ‘Mijn God, mijn God, heb medelijden met mijn en uw arme volk’ waren goed gekozen: ze pasten precies bij het beeld van Willem van Oranje als een zorgzame vader voor zijn volk. Zijn begrafenis werd één groot eerbetoon, een vorst waardig: in de rouwstoet liepen de schutterijen van Delft mee en de wapens van Willem en zijn familie werden gedragen door edelen. Ook vertegenwoordigers van de Staten-Generaal en de Staten van Holland waren aanwezig. En op het praalgraf, onthuld in 1623, stonden de woorden Pater Patriae: Vader des Vaderlands.

Zo werd Willem de onbereikbaar grote figuur die zo belangrijk was in Mörkes jeugd. Inmiddels is hij teruggebracht tot wat menselijker proporties. ‘Ik ben hem vooral gaan waarderen om de geweldige offers die hij heeft gebracht,’ zegt Mörke. ‘Ik weet niet of iemand anders dat ook had gekund. Maar ik kan niet zeggen dat ik hem persoonlijk echt heb kunnen doorgronden. Daarvoor blijft iemand die bijna 450 jaar dood is toch te vreemd.’

Olaf Mörke

Willem van Oranje (1533-1584)

Ca. 300 p. Atlas, € 34,95