Home ‘Weg met sneaky gedoe rond koningshuis’

‘Weg met sneaky gedoe rond koningshuis’

  • Gepubliceerd op: 18 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Bas Kromhout

‘Het is kul om te beweren dat het Koninklijk Huisarchief privé is. Het koningshuis is een publiek instituut.’ Dat schrijft L. van Houten, een van de 332 lezers van Historisch Nieuwsblad die reageerden op de forumstelling van afgelopen maand. Die luidde: ‘De regering moet ervoor zorgen dat alle stukken van het Koninklijk Huisarchief die betrekking hebben op het functioneren van het koningschap openbaar worden.’ Maar liefst 80 procent van de respondenten is het daarmee eens.

Aanleiding voor de stelling vormde het boek Juliana en Bernhard van Cees Fasseur. Hiervoor kreeg hij als enige historicus van koningin Beatrix toegang tot het huisarchief van de Oranjes. De Tweede Kamer nam in 2005 een motie aan om bestuurlijk relevante stukken uit dit archief algemeen openbaar te maken, maar de regering heeft deze motie nog niet uitgevoerd. Ten onrechte, vinden de lezers van Historisch Nieuwsblad. L. Janssen schrijft: ‘Een koningshuis in stand houden, best. Maar dan moeten we wel af van dat sneaky gedoe.’

Volgens veel respondenten past een geheim koninklijk archief niet in een moderne democratie. ‘Als niet-benoemd lid van de regering dient er volledige openheid te zijn over de rol die de koningin speelt,’ vat F.J.J.H. Mulder het meerderheidsstandpunt samen. ‘Alleen God hoeft geen verantwoording af te leggen,’ aldus C.A. Jonkheer. Een anonieme forumdeelnemer vindt: ‘Als je zulke archieven niet openbaar maakt, lijkt het of je wat te verbergen hebt.’

Het besluit van Beatrix om alleen Fasseur inzage te geven in bepaalde geheime stukken, vindt L. van Houten ‘ridicuul’ en lijkt op ‘willekeur en vriendjespolitiek’. W. Heyl schrijft: ‘Als alleen een enkele figuur toegang krijgt die “goedgekeurd” is, kun je er donder op zeggen dat de objectiviteit ontbreekt.’ Volgens A. Homoet moeten andere historici het werk van Fasseur kunnen controleren.

Sommige lezers – 18 procent van het totaal – denken daar anders over. J.F. van Runnard Heimel vindt dat Beatrix in haar recht staat: ‘Het Koninklijk Huisarchief is het eigendom van de koningin. De regering heeft hier niets over te zeggen.’ Volgens R. van de Giessen dient het koningschap altijd ‘gepaard te gaan met een zekere sacraliteit. Als alle stukken op straat komen te liggen, blijft hier weinig van over.’

In dat geval komt zelfs het voortbestaan van de monarchie in gevaar, vrezen sommigen. ‘Met name kan er door leden van de Tweede Kamer uit partijpolitiek belang misbruik van worden gemaakt,’ schrijft P. Veenhof. En C.M. Storm-Van ’s-Gravesande verdenkt met name linkse politici ervan, ‘onder het mom van “het publiek heeft recht op openbaarheid” en ingegeven door afgunst’, aan te sturen op beschadiging van het Koninklijk Huis.

M.P.C. Celie vindt: ‘We hoeven niet alles te weten, en we willen ook niet alles weten.’ Ook J.G. de Vries zit niet op meer onthullingen te wachten. ‘Ik vind het stuitend wanneer het Koninklijk Huis met zijn zwakheden al te zeer te kijk wordt gezet.’ Volgens C.G. Veth komt dat doordat historici geen onderscheid weten te maken tussen privéstukken en stukken die betrekking hebben op het functioneren van het staatshoofd. ‘En u wilt toch ook niet dat uw privézaken uitgebreid in de krant beschreven worden?’

Daarom pleiten sommige forumdeelnemers voor beperkingen aan de openbaarheid. Er moet ‘een zuivere lijn’ getrokken worden tussen wat publiek is en wat privé, aldus M. Cohen-Wiegman. Anderen vinden dat archiefstukken pas openbaar moeten worden na een termijn van enkele decennia, wanneer het betreffende staatshoofd is afgetreden, of wanneer alle in de stukken genoemde personen zijn overleden. ‘Er bestaat nog zoiets als privacy,’ schrijft F. Reede. ‘Ons koningshuis heeft daar recht op.’

De nieuwe stelling verwijst naar de plannen voor het Nationaal Historisch Museum, die de directeuren Eric Schilp en Valentijn Byvanck onlangs hebben gepresenteerd. Zij willen de Nederlandse geschiedenis thematisch indelen in vijf ‘werelden’ (zie ook de column van Nelleke Noordervliet op pagina 43). De stelling luidt: ‘Het Nationaal Historisch Museum moet de geschiedenis van Nederland presenteren als een chronologisch verhaal.’

Lezers van wie het e-mailadres bekend is bij de redactie krijgen op donderdag 29 januari een verzoek om aan het forum deel te nemen. Dat kan door te klikken op de link in de e-mail. Andere lezers kunnen vanaf die datum terecht op www.historischnieuwsblad.nl. Wilt u worden opgenomen in ons e-mailbestand, stuur dan een bericht naar redactie@historischnieuwsblad.nl.

[grafiek]

‘De regering moet ervoor zorgen dat alle stukken van het Koninklijk Huisarchief die betrekking hebben op het functioneren van het koningschap openbaar worden.’

Eens 80 procent
Oneens 18 procent
Geen mening 2 procent

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.