De woorden die historici gebruiken om het verleden te beschrijven, liggen soms maatschappelijk gevoelig. Onlangs deed een Indonesische gastcurator van het Rijksmuseum de term ‘Bersiap’ in de ban als zijnde racistisch. De Federatie Indische Nederlanders dreigde daarop met rechtszaken en de directeur van het museum haalde bakzeil. Waarom hechten we zoveel waarde aan woorden? What’s in a name? Taalkundige Marc van Oostendorp geeft antwoord.
Bepalen woorden hoe we over bepaalde zaken denken?
‘Dat is een van de centrale vragen van de taalwetenschap in de afgelopen honderd jaar. Sommige talen kennen bijvoorbeeld geen onderscheid tussen blauw en groen. Betekent dit nou dat de mensen die deze talen spreken het verschil niet waarnemen? Het antwoord is: nee. Uit proeven met het sorteren van gekleurde kaartjes blijkt alleen dat zij nét een fractie langzamer zijn. Dus bepaalt taal ons denken? In heel kleine mate.’
Heeft het dan wel zin om ruzie te maken over bijvoorbeeld ‘Bersiap’?
‘Dat is een politieke kwestie. Geen enkel woord is neutraal en objectief, hoewel gebruikers dat vaak pretenderen. Ik heb persoonlijk geen mening over deze term, maar je ziet hoeveel emotie de discussie aan beide kanten oproept. Je kunt dus niet willekeurig welk woord gebruiken.’
Sommige woorden hebben een andere lading dan oorspronkelijk bedoeld. Zo waren ‘apartheid’ en ‘Endlösung’ verhullende termen van de daders.
‘Het woord “apartheid” is inderdaad door de Zuid-Afrikaanse machthebbers zelf bedacht en die zullen daar een positief gevoel bij hebben gehad. Tegenwoordig is er niemand meer die apartheid zo ziet. De term wordt nu gebruikt om in allerlei situaties discriminatie aan de kaak te stellen. “Endlösung” heeft oorspronkelijk ook een positieve betekenis: er wordt een “probleem” geheel opgelost. Maar wij zien bij dat woord onmiddellijk de verschrikkingen van de Holocaust voor ons. Dus ja, de betekenis van woorden kan met de tijd veranderen. Maar of dat bij “Bersiap” ook zal gebeuren, is niet te voorspellen. En ik kan me voorstellen dat mensen die aanstoot nemen aan het woord, daar niet op willen wachten.’
Als je een beladen woord vervangt door een nieuw, verdwijnt de negatieve lading dan?
‘Vaak niet. Het woord “gastarbeiders” werd een maatschappelijk stigma en is daarom ooit vervangen door “allochtonen”. Maar de vooroordelen verdwenen niet, en zo werd “allochtonen” ook weer negatief geladen. Daarom is deze term meer recent vervangen door “mensen met een migratieachtergrond”. Velen zien dat er in de maatschappij een verkeerde mentaliteit heerst, die wordt weerspiegeld in de taal. Er is een breed gedeelde overtuiging dat als je die taal aanpast, de mentaliteit vanzelf meekomt. Maar dat werkt waarschijnlijk zelden zo. Zolang mensen racistisch blijven, is het introduceren van nieuwe woorden geen oplossing.’
Dus we kunnen net zo goed alles bij het oude laten?
‘Nee, daar ben ik het ook niet mee eens. Vervanging kan in elk geval een tijdelijk gunstig effect hebben. “Mensen met een migratieachtergrond” werkt waarschijnlijk de eerste paar jaar verzachtend, voordat het begrip weer die oude stigmatiserende bijklank krijgt. Als mensen een bepaald woord als heel naar ervaren, moet je daarnaar luisteren. Waarom zou je kwetsen? Dus ik ga niet cynisch doen en zeggen dat het toch allemaal niets uitmaakt. Ook al weet ik dat vervanging van woorden nooit een definitieve oplossing zal zijn, ik pas mijn taalgebruik aan.’
Marc van Oostendorp
is taalkundige en verbonden aan het Meertens Instituut. Hij bekleedt de leerstoel Nederlandse en academische communicatie aan de Radboud Universiteit, Nijmegen. Verder is Van Oostendorp hoofdredacteur van het online magazine Neerlandistiek.