Home WAAROM HET LEVEN SNELLER GAAT ALS JE OUDER WORDT. OVER HET AUTOBIOGRAFISCH GEHEUGEN

WAAROM HET LEVEN SNELLER GAAT ALS JE OUDER WORDT. OVER HET AUTOBIOGRAFISCH GEHEUGEN

  • Gepubliceerd op: 11 februari 2002
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Regina Grüter

Ziet iemand echt zijn leven voorbij flitsen als hij in doodsnood verkeert. Hoe komt het dat je je meer dingen herinnert uit je jonge jaren dan uit latere levensfasen? Waarom is het geheugen van rekenwonders gemiddeld tot slecht, terwijl ze de meest ingewikkelde berekeningen uit hun hoofd kunnen maken? Wat zijn déjà vu’s en hoe is het te verklaren dat zoveel mensen precies weten wat zij deden op het moment dat zij hoorden dat prinses Diana verongelukt was? Het zijn vragen die de psycholoog Douwe Draaisma behandelt in zijn boek Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt. Over het autobiografische geheugen.

        Historici die zich interesseren voor de betrouwbaarheid van het geheugen als bron voor de geschiedschrijving zullen misschien verwachten in dit boek kennis op te doen voor meer wetenschappelijk verantwoord gebruik van herinneringen. Die lezers komen bedrogen uit: de vraag naar de betrouwbaarheid van het geheugen komt weinig ter sprake. Het boek is een bundel artikelen die eerder in verschillende tijdschriften zijn verschenen. Daardoor komt het geheel wat onevenwichtig over. Een echte lijn of vraagstelling ontbreekt en in vier van de zestien hoofdstukken gaat het eigenlijk niet eens over het autobiografisch geheugen.
        Toch is er een soort rode draad: de verbazing en nieuwsgierigheid over geheugenfenomenen. Draaisma is dan wel een wetenschappelijk psycholoog, de onwetende nieuwsgierigheid heeft hij vastgehouden en omgezet in helder proza, dat het lezen meer dan waard is.
        Naast zijn wetenschappelijke betrokkenheid bij het verschijnsel herinneringen is er ook zijn persoonlijke beleving: weemoedig constateert hij bij het doorbladeren van zijn fotoalbums dat je vooral hoogtepunten fotografeert: ‘Ik kijk naar al die foto’s en bedenk dat het dagelijks leven me is ontglipt. Juist omdat het te alledaags was heb ik het niet onthouden en er zijn geen foto’s die me helpen het terug te roepen.’
        Voor historici geldt een soort ambivalentie: al weten we dat het autobiografische geheugen over het algemeen niet altijd betrouwbaar is, onze persoonlijke herinneringen vormen de kroniek van ons eigen leven en die kunnen we niet missen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.