Home Verlangen naar het front

Verlangen naar het front

  • Gepubliceerd op: 26 mei 2021
  • Laatste update 01 nov 2022
  • Auteur:
    Hans Averdijk
  • 7 minuten leestijd
Verlangen naar het front

Hoewel Nederland neutraal was in de Eerste Wereldoorlog, waren de effecten van de oorlog ook hier voelbaar. Nederland interneerde buitenlandse militairen die het land binnenkwamen, bijvoorbeeld omdat hun vliegtuig was neergestort. Een deel van deze militairen werd ondergebracht op het eiland Urk. Door de gure omstandigheden kreeg het de bijnamen ‘Duivelseiland’ en ‘Elba van de Zuiderzee.’ Veel militairen wilden dan ook terugkeren naar het front en ondernamen allerlei ontsnappingspogingen.

In haar boek Duivelseiland beschrijft Mandy van Dijk de lotgevallen van een aantal geallieerde militairen dat in het Urker interneringskamp terechtkwam. Ze brengt de grote geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog terug naar een kleine keileembult in de Zuiderzee.

 Hoe kwam u erbij om over het interneringskamp op Urk te schrijven?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

‘Ik was voor een kalender over Urk op bezoek bij de dorpshistoricus Albert van Urk. Hij hielp mij met historische weetjes. Hij gaf me een foto van de interneringsbarak en keek me veelbetekenend aan. Ik herkende de foto niet, maar wist door zijn blik dat er iets bijzonders op stond. Ik zette een kort tekstje over de barak op de kalender en dacht dat het daarmee klaar was, maar gedurende de jaren groeide mijn interesse. Waarom zaten deze militairen op Urk? Hoe was het leven daar? Wat was het verschil met krijgsgevangenschap? Toen dacht ik: hier moet ik iets mee.’

Mandy van Dijk

 Waarom interneerde Nederland buitenlandse militairen?

‘In 1907 vond de Tweede Vredesconferentie plaats in Den Haag. Daar spraken deelnemers onder andere af wat neutrale landen moesten doen als er een oorlog uitbrak. Volgens deze richtlijnen moesten buitenlandse militairen die de grens van een neutraal land overstaken, “afgehouden worden van oorlogvoering” en zo ver mogelijk van de grens geïnterneerd worden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwamen deze militairen Nederland binnen omdat ze bijvoorbeeld met hun vliegtuig waren neergestort. Het grootste deel kwam na de val van Antwerpen in 1914, op de vlucht voor de Duitse troepen. Militairen die Nederland binnenkwamen, moesten hun erewoord geven dat ze niet zouden proberen te ontsnappen. Sommige officieren weigerden dat te doen of mochten hun erewoord niet geven van hun regering. Deze vluchtgevaarlijke militairen werden geïnterneerd in Bodegraven, Bergen aan Zee en op Urk.’

Wat vonden de geïnterneerden van de Nederlandse aanpak?

‘De militairen begrepen dat ze geïnterneerd moesten worden, want ze kenden de regels. Maar ze waren ook van mening dat Nederland de kans greep om geld te verdienen aan de situatie. De oorlogvoerende landen moesten Nederland namelijk betalen voor de internering van hun militairen. Nederland heeft tijdens de oorlog in totaal bijna 40.000 buitenlandse militairen geïnterneerd die huisvesting, kleding, eten en medische zorg nodig hadden. Sommige geïnterneerden hadden het idee dat Nederland dat geld vooral gebruikte om zijn eigen voorzieningen te vernieuwen. Ze vonden ook dat de Nederlandse regering hen beter had moeten behandelen wat betreft de huisvesting, gezondheid en hun bewegingsvrijheid. Ook waren ze ervan overtuigd dat Nederland Duitsgezind was, omdat Duitsland een belangrijke handelspartner was voor Nederland.’

Waren de Urkers inderdaad pro-Duits?

‘Ja, Urk had al tientallen jaren goed handelscontact met Duitsland. Veel van de Urker vis werd naar Duitsland geëxporteerd. Daarnaast keken de Urkers minder positief naar de geallieerde landen. Ze associeerden Frankrijk met het wereldse van Parijs, dat qua levensopvatting niet dicht bij de leefwereld van de Urkers lag. Over de Belgen dachten de Urkers neutraler, maar ook de Engelsen werden argwanend bekeken. Tijdens de Boerenoorlog, ongeveer vijftien jaar eerder, was er een Urker onderwijzer omgekomen in een concentratiekamp in Zuid-Afrika. Bovendien had het eiland een nauwe band met Zuid-Afrika omdat theologen uit Urk erheen gingen. Het beeld van de foute Britten tijdens de Boerenoorlog was blijven hangen.’

 Het boek geeft een vrij gedetailleerde beschrijving van wat de soldaten hebben meegemaakt. Welke bronnen heeft u hiervoor gebruikt?

‘Ik startte met het archief van de dorpshistoricus, met daarin een aantal namen van geïnterneerden. Op basis daarvan ben ik naar allerlei archieven gegaan. In Parijs, Brussel en Londen ben ik in archieven geweest om de dossiers van de geïnterneerden te kunnen inzien. Daar lagen dagboeken en rapporten waarin ze heel gedetailleerd hadden opgeschreven wat ze hadden meegemaakt. Ze vertelden daarin bijvoorbeeld wat ze aten en hoe laat de post kwam. Door dat soort details krijgt je echt een inkijkje in hun leven.’

 Waarmee vulden de geïnterneerden hun tijd op het eiland?

‘Ze waren vooral bezig met communiceren. Het contact met thuis, het front en het nieuws waren erg belangrijk. Ze aten op vaste tijden en tussendoor mochten ze wandelen. Verder deden ze dingen als pianospelen, lezen en schaken. Er zijn zelfs foto’s van geïnterneerden die op het strand zitten en zwemmen. Daarbij werden ze wel streng in de gaten gehouden. Als ze buiten het kamp iets gingen doen, werden ze gevolgd door een bewaker met een geladen wapen en bajonet. Ze mochten ook bezoek ontvangen in het kamp, maar iedereen die op bezoek kwam werd goed doorgelicht.’

 Hoe waren de leefomstandigheden voor de geïnterneerde militairen?

‘Aan het begin van de oorlog was de inrichting van de barak vrij sober. Het was een enkelwandige ruimte zonder kachel. Het was er tochtig, smerig en er kwam soms regen naar binnen. Deze voorzieningen werden later wel beter. Aan de andere kant kregen de geïnterneerden meteen de beschikking over voorzieningen die de Urkers zelf niet eens hadden. Zo kregen ze binnentoiletten, waar de Urkers het moesten doen met buitentoiletten. De eerste waterpomp op Urk werd zelfs speciaal voor de interneringsbarak geslagen.’

Een aantal geïnterneerde militairen is van het eiland ontsnapt. Hoe goed waren de Nederlandse internering en bewaking eigenlijk?

‘De Nederlanders deden hun best, maar het was een onmogelijke situatie om iedere ontsnappingspoging van deze vastbesloten militairen tegen te houden. Bovendien waren het geen krijgsgevangen, maar geïnterneerden. Nederland moest het verblijf voor die mannen daarom leefbaar houden. Hoe strakker je de teugels aantrok, hoe minder leefbaar het werd in de barak. Ik snap daarom dat de bewakers soms een beetje laks waren in hun controles.

Er zijn natuurlijk wel fouten gemaakt door de Nederlandse bewakers, anders waren de ontsnappingspogingen niet gelukt. Aan de andere kant waren de militairen die wilden ontsnappen ook enorm fanatiek. Ze hebben ontsnappingspogingen ondernomen die door de Nederlandse bewakers niet als serieuze mogelijkheid werden gezien.’

 Een van die bijzondere acties was het graven van een tunnel om te kunnen ontsnappen naar een nabijgelegen mortuarium. Was dit niet meer een vorm van bezigheidstherapie dan een serieuze ontsnappingspoging?

‘Bij dit tunnelplan niet. Sommige ontsnappingsplannen waren inderdaad gestoeld op het idee: “laten we het maar proberen”. Het gaf geïnterneerden een doel om naartoe te werken. Maar velen wilden toch echt terugkeren naar het front. Bij deze tunnelontsnapping gingen de militairen er echt vanuit dat hun plan haalbaar was. Ze hadden alles uitgedacht en geregeld.’

 De Brits-Ierse militair Thomas Rainey probeerde te ontsnappen door vanaf het eiland naar een bootje met handlangers te zwemmen. Een bewaker begon op hem schieten, maar raakte hem niet. Wat zou er gebeurd zijn als Rainey wel was geraakt?

‘Nederland was neutraal, dus als Rainey geraakt werd, was er een lastige situatie ontstaan. Het gerucht ging dat de bewaker daarom opzettelijk mis schoot. Het zou ook kunnen dat de Nederlandse bewakers sympathie hadden voor Rainey en hem daarom niet hebben geraakt.’

Hoe werd er in het thuisland over de geïnterneerde militairen gedacht?

‘Dat verschilde per land. Vooral de Belgische officieren werd verweten dat zij het er zich makkelijk van hadden afgemaakt door naar Nederland te gaan. Zij moesten zich daarover verantwoorden tegenover een militaire raad. Tot in de jaren twintig is er in België gesteggeld over de status van deze militairen. In hun dagboeken en rapporten schrijven de Belgische militairen uitgebreid over de ontsnappingspogingen die ze hebben ondernomen, om te laten zien dat ze echt hun best deden om terug te keren naar het front. Frankrijk en Engeland waren minder streng voor hun militairen.’

 Wat is er in Urk nog te zien van het kamp?

‘Het interneringshuis heeft nog steeds hetzelfde front en trappetje als tijdens de Eerste Wereldoorlog, en het huis waar de luitenant-kolonel woonde bestaat nog. Er is ook een kade te zien die is gebouwd door Engelse krijgsgevangen uit Duitsland. Het enige overgebleven meubelstuk uit die tijd is een petroleumlamp die bij de kleindochter van de kampbeheerder is achtergelaten.

Het verhaal over het interneringskamp is bij sommige Urkers bekend, al er is nooit eerder een serieuze studie van gemaakt. Nakomelingen van de geïnterneerden zijn ook met dit verhaal bezig. Een aantal nazaten was bezig met onderzoek naar hun familiegeschiedenis en namen contact met me op. Zo heb ik de kleindochter van een Franse geïnterneerde kunnen rondleiden op Urk, de plek waar haar opa vastzat.’

Duivelseiland. Een interneringskamp, het eiland Urk en de Eerste Wereldoorlog

Mandy van Dijk, Atlas Contact 320p, €22,99. Bestel in de webshop.

 

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 6 – 2021