Home Vergeten bouwer van Europa

Vergeten bouwer van Europa

  • Gepubliceerd op: 15 juli 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Marianne Wilschut

Weinig Nederlanders herinneren zich oud-minister van Buitenlandse Zaken Johan Willem Beyen. En dat is jammer, vindt zijn biograaf Wim Weenink. Beyen is immers een van de grondleggers van de Europese eenwording. Ook speelde hij een prominente rol in de Greet Hofmans-affaire. Het kostte hem zelfs zijn hechte vriendschap met koningin Juliana.

door Marianne Wilschut

De internationale bankier Beyen had het onder andere aan die vriendschap met Juliana, die door Beyen ‘Jula’ mocht worden genoemd, te danken dat hij als partijloze in 1952 als minister van Buitenlandse Zaken tot het derde kabinet-Drees kon toetreden. NRC Handelsblad-redacteur Wim Weenink ontdekte tijdens zijn promotieonderzoek dat Juliana en Bernhard flinke druk hebben uitgeoefend om hun vriend op die post te krijgen. ‘Dit was overigens meer dan een vriendendienst,’ meent Weenink. ‘De koningin en de prins waren beiden voorstanders van Europese eenwording en ze wisten dat ze wat dat betreft van Beyen goede ideeën konden verwachten.’

De band tussen Beyen en de Oranjes dateert van voor de oorlog. Vooral met de prins kon de internationaal bankier het goed vinden. In een gesprek met Weenink vertelde Bernhard dat Beyen hem zelfs het leven had gered nadat hij van zijn speedboot overboord was geslagen. ‘Ik hield me nog maar met één hand vast aan het stuur; m’n benen zaten onder de boot en ik heb gegild: “Sleutel omdraaien!” Hij heeft dat goddank begrepen, anders was ik in de schroef terechtgekomen,’ aldus de prins.

Het contact met Bernhard werd intensiever tijdens de Tweede Wereldoorlog. Beyen was in Londen adviseur van de Nederlandse regering in ballingschap en was geregeld aanwezig bij lunchbijeenkomsten met de prins over de naoorlogse situatie. Tijdens die lunches zal Beyen ongetwijfeld hebben gepleit voor een intensieve Europese economische samenwerking.

Beyen deed dit niet uit idealisme, maar uit pragmatische overwegingen. Toen hij in de jaren dertig als commissaris aan Philips was verbonden, had hij met lede ogen aangezien hoe het bedrijf vanwege de economische malaise mensen op straat moest zetten. Regionale economische samenwerking was volgens hem de enige manier om te voorkomen dat de depressie van de jaren dertig zich zou herhalen. Voor mondiale samenwerking achtte Beyen het te vroeg. Hij had nog steeds een vieze smaak in de mond van de mislukte Londense Economische en Financiële Wereldconferentie van 1933, die de toen nog jonge bankier als lid van de Nederlandse delegatie had bijgewoond.

Als minister van Buitenlandse Zaken kon Beyen zijn Europese droom waarmaken. Hij deelde zijn post met Joseph Luns, die op Buitenlandse Zaken minister zonder portefeuille was. Dat botste nogal eens. De ruzies tussen beide bewindslieden waren vaak door de dubbele deuren van de ministerskamer heen te horen.

Toch had het ook voordelen om twee kapiteins op het schip te hebben. Weenink: ‘Doordat Luns zich met Indonesië bezighield, kon Beyen zich intensief voor de Europese eenwording inzetten.’ Zo wist Beyen in 1955 op de conferentie van Messina zijn plan voor een gemeenschappelijke markt er doorheen te slepen. ‘Als Beyen er niet was geweest, had waarschijnlijk niet de economische, maar de nucleaire samenwerking die door de Fransman Jean Monnet werd bepleit voorrang gekregen in Europa,’ denkt Weenink.

Ondanks zijn Europese glansrol diende Beyen maar één termijn als minister. Zijn goede relatie met het Koninklijk Huis speelde hem parten. Beyen, die ook nauw contact onderhield met onder meer Anton Philips en John Maynard Keynes, hechtte tot zijn dood in 1979 bovenal aan zijn vriendschap met prins Bernhard. In 1948 trad Beyen toe tot diens illustere ‘dassenclub’. Leden van dit gezelschap moesten te allen tijde voor elkaar instaan.

Wellicht dat dit meegespeeld heeft bij Juliana’s wantrouwen jegens Beyen toen hij als troubleshooter optrad in de Greet Hofmans-affaire. Nadat de koningin hem van haar twijfels over diens optreden naar de pers op de hoogte had gesteld, voelde Beyen zich zo aangetast in zijn integriteit dat hij in een van zijn beruchte woedeaanvallen ontstak.

Dit viel natuurlijk niet goed bij Juliana. Als partijloze die ook nog in ongenade was gevallen bij de majesteit zou het Beyen niet lukken om zijn geliefde ministerspost te behouden. Nadat hij in Parijs als ambassadeur nog de opkomst van De Gaulle had meegemaakt, verdween hij geleidelijk in de vergetelheid.

W. H. Weenink, Bankier van de wereld. Bouwer van Europa. Johan Willem Beyen (1897-1976). 574 p. Prometheus, euro 39,95

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.