Home Uniformverbod moest de WA breken

Uniformverbod moest de WA breken

  • Gepubliceerd op: 7 januari 2022
  • Laatste update 07 jan 2022
  • Auteur:
    Teun Willemse
  • 4 minuten leestijd
Uniformverbod moest de WA breken

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Tijdens een coronaprotest op het Museumplein dook dit weekend een groep veteranen op met camouflagekleding, militaire emblemen en baretten. Het leidde tot een golf aan verontwaardiging op sociale media en vraagtekens over de legaliteit van het dragen van een militair uniform bij demonstraties. De wetgeving over uniformen heeft zijn wortels in de jaren dertig, toen de regering met een uniformverbod en een verbod op het vormen van ‘weerkorpsen’ de Weerbaarheidsafdeling van de NSB wilde beteugelen.

De groep veteranen die zich op het Museumplein verzamelde noemt zich ‘In het gelid voor vrijheid’. ‘De tijd is aangebroken om ons nogmaals in te zetten voor de vrijheid en veiligheid van ons land’, luidt het motto op hun website. De zelfopgelegde missie van de organisatie: mensen de ruimte bieden om hun grondrecht vreedzaam te kunnen uitoefenen.

‘De intenties van deze groep zijn misschien goed’, stelt militair-historicus Wim de Natris. ‘Maar ze presenteren zich als ordedienst, en dat is tegen de wet.’ De wetgeving die De Natris noemt is gestoeld op de Wet op de weerkorpsen, die in de jaren dertig in het leven werd geroepen om de Weerbaarheidsafdeling (WA) aan banden te leggen. Die wetgeving beperkt ook het dragen van uniformen.

Glimmende laarzen

De WA werd in 1932 opgericht als de ordedienst van de NSB. In navolging van de Duitse Sturmabteilung, het partijleger van de Duitse NSDAP, kregen WA’ers een eigen uniform met een zwarte pet, een rode kraagspiegel als onderscheidingsteken en glimmende zwarte laarzen. Officieel had de WA de taak om NSB-bijeenkomsten en NSB-leider Anton Mussert te beveiligen, maar steeds vaker trokken WA’ers in hun uniform door de straten terwijl er niets te beschermen viel. Het leidde in verschillende steden tot ordeverstoringen en vechtpartijen met politieke tegenstanders.

WA-parade in Utrecht.

Het kabinet-Colijn II greep in. Op 19 september 1933 trad een uniformverbod in werking: de regering verbood het dragen van kleding of emblemen die ‘een uitdrukking zijn van een bepaald staatkundig streven’. Drie jaar later werd dat verbod geïncorporeerd in de Wet op de weerkorpsen, die particuliere organisaties verbood om taken van de politie en het leger uit te voeren. De wet trad pas in 1939 in werking, maar Mussert besloot al bij het indienen van de wet om de WA te ontbinden.

Hoewel de WA de nieuwe regelgeving probeerde te omzeilen – verschillende afdelingen vormden zich om tot wandelclubs – was de wet succesvol. ‘De WA heeft zich na de Wet op de weerkorpsen formeel opgeheven’, vertelt De Natris. ‘Ze gingen niet meer in uniform de straat op, totdat de Duitse bezetter aan de macht kwam.’ Zij die dat toch deden, konden een proces verbaal tegemoet zien. Zo werden 24 mannen in februari 1940 opgepakt in Amsterdam nadat zij – in uniform – militaire oefeningen deden in een loods.

Meestal gedoogd

Het verbod op het dragen van uniformen is inmiddels ondergebracht in het Wetboek van Strafrecht. Het dragen van kleding of onderscheidingstekens die een uitdrukking zijn van een staatkundig streven is daarmee sinds de jaren dertig verboden. Toch werd het openbaar dragen van uniformen in naoorlogs Nederland meestal gedoogd, vertelt De Natris. ‘In de jaren tachtig liepen dienstplichtigen bijvoorbeeld in uniform mee bij demonstraties tegen kernwapens. Dat mocht formeel niet, maar het werd toch toegestaan.’

De laatste keer dat het uniformverbod tot arrestaties leidde was in 1995, toen demonstranten in Utrecht werden aangehouden vanwege het dragen van ‘anarchistische’ symbolen. Als het aan CDA-Tweede Kamerlid Derk Boswijk ligt wordt de wet voortaan strenger gehandhaafd. Online roept hij op om in de toekomst harder in te grijpen bij het ‘misbruik’ van legeruniformen en –emblemen bij demonstraties.

 

Militair historicus Wim de Natris doet samen met onderzoekspartner Fred Warmer onderzoek naar de Vrijwillige Landstorm (1914-1940), de vooroorlogse voorganger van het Korps Nationale Reserve. Onderdeel van het onderzoek zijn particuliere organisaties die sinds de tweede helft van de negentiende eeuw in samenwerking met de overheid op een legale manier een bijdrage wilden leveren aan de ‘weerbaarheid’ van Nederland.