Home Ubbo Voûte

Ubbo Voûte

  • Gepubliceerd op: 24 april 2003
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Paul Arnoldussen

Dit wordt een associatief stukje. Ik zag de overlijdensadvertentie van entertainer Willy Walden die de Avro in de Telegraaf had geplaatst. Een van de passages daarin betrof Waldens activiteiten in de Tweede Wereldoorlog. Dwars door de hele oorlog heen, meldde de omroep enthousiast, had Walden volle zalen weten te trekken. Ach heden. Tientallen jaren werd dat oorlogsverleden Walden nagedragen, en bij zijn vertrek wordt het hem dat op vileine wijze nog eens ingepeperd, zou je denken. Maar zo is het natuurlijk niet. De opsteller van de advertentie was ongetwijfeld zo’n jonge, frisse, niet met de geschiedenis belaste perschef . Wat is er mis met volle zalen?

Bij het lezen dacht ik aan Bert Voûte, zoon van de collaborerende burgemeester E.J. Voûte van Amsterdam. Bert was, vertelde hij me eens, stomverbaasd dat zijn vader gearresteerd werd. ‘Voor mij was hij de man die de schepen deed varen, de tram, rijdende hield, het bedrijf liet marcheren.’ En als ik aan Bert denk, denk ik aan zijn neefje Ubbo.
Ubbo was een schoolgenoot van me. Een onbevangen jongen van een wat verarmd zijtakje, nou ja, verarmd, het gezin leefde op zeer redelijke voet dankzij het goed gevulde familiefonds. Hij was actief in de marge van de Provo-beweging en hij was het die op de avond van de dertiende juni 1966, na de dood van Jan Weggelaar bij een demonstratie, het woord ‘Moord’ kalkte op het Nationaal Monument. Nu zouden we dat afdoen als vervelende graffity, maar toen, op dat moment, op die plaats, was het een hartekreet met allure. Het fragiele kereltje heeft nog met volle inzet meegedaan aan de bouwvakkersopstand de volgende dag,
Ubbo werd in die Provo-tijd nogal eens gearresteerd. De gronden waren niet altijd even helder, er werd in die tijd met ruime hand gearresteerd zonder dat dat meteen leidde tot stuitende taferelen. Het bleef toch een beetje gekkigheid. Uiteraard moest Ubbo op het bureau zijn personalia opgeven en dat was meteen zijn finest hour. Ubbo zei ‘V, O. U accent circonflexe, T. E.’ Dat begreep zo’n politieman over het algemeen niet, maar toentertijd, en misschien nu nog, werd een politieman niet geacht tegenover een burger toe te geven iets niet te snappen. Die politieman herhaalde zijn vraag dus, en Ubbo kwam weer op de proppen met zijn accent circonflexe. Zo’n verhoor kon lang duren.
Hoe befaamd hij in die kringen was merkte ik op het Muntplein. Wij staken over door rood licht, en vanuit een hoog politiepostje klonk, door een luidspreker versterkt: ‘Wilt u niet door rood licht lopen. Dat geldt ook voor Ubbo Voûte.’
Na school verloor ik het contact met hem. Het einde is treurig: Ubbo heeft een paar jaar later zelfmoord gepleegd. Juist hij, die jongen die model kon staan voor de speelse jaren zestig.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.