Home Tijdschrift: GRONIEK

Tijdschrift: GRONIEK

  • Gepubliceerd op: 23 augustus 2004
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Wim Berkelaar

Dertig jaar geleden publiceerde columnist J.L. Heldring in het VVD-blad Liberaal Reveil zijn geruchtmakende opstel ‘Lof van het conservatisme’. Een keurig pleidooi voor geleidelijkheid in de politiek, die volgens Heldring niet revolutionair maar hooguit reformistisch zou moeten zijn. Het gehuil was niet van de lucht. Je kon nog beter zelfmoord plegen dan zeggen conservatief te zijn. Wat is er in dertig jaar tijd veel veranderd. Tegenwoordig gaan veel zichzelf respecterende intellectuelen prat op het predikaat ‘conservatief’. Een krant als Trouw, vroeger hét bolwerk van linkse christenen die zeker wisten dat Jezus van Nazareth ook tegen kruisraketten was, trakteert zijn lezers nu vrijwel wekelijks op opgewonden artikelen over de nieuwste rage.


        Hoe conservatief zijn die nieuwe conservatieven eigenlijk? Daarover schrijft filosoof Hans Achterhuis een verhelderend artikel in het Groningse historisch tijdschrift Groniek (2004/164), dat een voortreffelijk themanummer heeft gewijd aan deze mode. Achterhuis gaat in op het Conservatief manifest van Bart Jan Spruyt, dat eind vorig jaar verscheen. Spruyt hield een radicaal pleidooi voor een terugtredende overheid en terugdringing van sociale voorzieningen. Achterhuis analyseert in zijn artikel wat er mis is aan de nieuwe conservatieven. Ze vallen in dezelfde valkuil als idealisten van de jaren zestig.

      Ook de nieuwe conservatieven prediken een radicale breuk met het verleden. Een ‘conservatieve breuk’ misschien, maar in elk geval een breuk. En dat druist nu juist in tegen het conservatisme zoals aartsvader Edmund Burke dat in de achttiende eeuw bedoelde: een breuk met het verleden zou juist moeten worden vermeden. Het verleden dient te worden gekoesterd en waar nodig voorzichtig te worden bekritiseerd, zodat veranderingen geleidelijk kunnen worden doorgevoerd. 

            Achterhuis ontmaskert de conservatieve revolutionairen van onze tijd uitstekend. Er is slechts één zwak punt in zijn betoog. Hij schrijft dat de jaren zestig veel minder eendimensionaal waren dan de nieuwe conservatieven die jaren voorstellen. Die zouden de jaren zestig met de radicalere jaren zeventig verwarren. Daarin heeft hij gelijk, maar in zijn verdere betoog gooit Achterhuis de speelse jaren zestig toch zelf ook weer op één hoop met de dogmatische jaren zeventig.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.