Home Tien jaar na het vertrek van Mitterrand uit de Franse politiek

Tien jaar na het vertrek van Mitterrand uit de Franse politiek

  • Gepubliceerd op: 11 april 2005
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Martijn Blekendaal

In mei 1995 verlaat François Mitterrand, dan al zwaar ziek, de politiek. Zijn aantreden als linkse president in 1981 betekende het einde van 25 jaar gaullisme in het Élysée. Het correspondentschap van Philip Freriks in Frankrijk loopt parallel met Mitterrands glorietijd. ‘Dat Mitterrand überhaupt aan de macht is gekomen, is misschien wel een van zijn grootste verdiensten.’

 
‘Daar gaat hij dan…’ schreef Philip Freriks daags voor Mitterrands definitieve vertrek uit het Élysée. Alsof hij de bejaarde president met eigen ogen voor de laatste keer door de poort van de presidentiële residentie zag gaan. ‘Adieu Monsieur le Président, que Dieu vous garde.‘ Freriks maakte Mitterrands laatste dagen niet meer van dichtbij mee. Twee jaar voor diens aftreden stopte hij met zijn Franse correspondentschap voor de Volkskrant en het NOS journaal. Maar François Mitterrand was een politicus naar zijn hart: ‘gecompliceerd, troebel, zwak soms en twijfelachtig, maar ook flamboyant, meeslepend, geducht in tijden van tegenspoed.’ 

Freriks ontmoet Mitterrand voor het eerst tijdens de onlusten van mei 1968. Uit solidariteit met de studentenopstand leggen miljoenen arbeiders het werk neer. Frankrijk verkeert in een volstrekte chaos. President De Gaulle lijkt overrompeld en zwijgt. Mitterrand ruikt zijn kans. Frreriks, 24 jaar oud en nog maar net in Frankrijk, krijgt het verzoek om Mitterrand te interviewen. 

‘Vraag me niet hoe ik aan z’n adres kwam. Hij woonde vlak bij Jardin du Luxembourg. Naïef als ik was, dacht ik: ik bel gewoon bij hem aan. Mitterrand deed zelf open. “Ik kom u interviewen,” zei ik. “Bon,” antwoordde hij, “gaat u zitten. Ik maak nog even iets af en dan kom ik bij u.” Een uur later zat ik nog steeds op hem te wachten. Bleek dat ie er gewoon tussenuit was geknepen.’ Freriks lacht. ‘Dat is nu typisch Mitterrand: uiterst hoffelijk, maar ongrijpbaar. L’art de la dissimulation – de kunst van het verbergen – noemen ze dat in Frankrijk. Je door niemand in de kaart laten kijken – Mitterrand was er een meester in. Om greep te houden op de situatie hield hij altijd een zekere afstand. Dat fascineerde mij.’ 

Charisma
‘Je kunt veel zeggen van Mitterrand – dat hij een opportunist was, een politiek roofdier -, maar hij was geen politiek onbenul. Laisser le temps au temps was zijn motto: neem de tijd voor de dingen. Hij kon als geen ander vooruitdenken. Zo verzette hij zich in 1958 als enige partijleider tegen de terugkeer van generaal De Gaulle als eerste president van de Vijfde Republiek. Dat lag niet voor de hand. Mitterrand maakte immers al deel uit van de rechtse elite sinds 1947, toen de dertigjarige provinciaal als jongste minister ooit zitting nam in de regering. Tot 1957 zou hij maar liefst tien ministerposten bekleden. Toch was het een uiterst slimme zet om op te schuiven naar links. Mitterrand zag in dat hij alleen een kans maakte als hij zich tegen De Gaulle zou keren. De oppositiejaren die volgden, gaven hem alle tijd om afstand te nemen van zijn conservatief nationalistische verleden.’ 

En niet zonder succes: bij de verkiezingen van 1965 dwingt Mitterrand De Gaulle tot een vernederende tweede ronde. ‘Wie is die De Gaulle?’ had Mitterrand een jaar eerder geschreven. ‘Duce, Führer, caudillo, gids?’ En omgekeerd, vult Freriks aan, ‘vond De Gaulle Mitterrand een flapdrol, een non valeur. De twee haatten elkaar.’ 

Maar links was in de mode, en Mitterrand was nieuw. De jonge generatie schaarde zich achter hem. Met zijn verkiezing tot eerste secretaris van de nieuwe Parti Socialiste wordt Mitterrand in 1971 de onbetwiste leider van links. De rijen sluiten: het jaar daarop trekken socialisten, communisten en linkse radicalen onder de noemer Union de la gauche zelfs gezamenlijk op tegen het regerende gaullisme. 

Freriks’ correspondentschap in Frankrijk loopt parallel met Mitterrands glorietijd. ‘In 1971 werd ik vaste correspondent voor Het Parool. Twee jaar later, in de aanloop naar de parlementsverkiezingen van 1973, zocht ik Mitterrand weer op. Hij had zich kandidaat gesteld als de afgevaardigde van Nièvre, zijn geboortestreek. Ik besloot hem een dag te volgen tijdens zijn verkiezingscampagne. Daar leerde ik een heel andere Mitterrand kennen. De Mitterrand van het land, van de provincie. 

Opeens stond de altijd zo onbenaderbare Mitterrand met beide benen in de modder. Het was meesterlijk zoals hij, bijna als een dorpsonderwijzer, de landelijke politiek vertaalde naar de gewone man in de provincie. Dat was ook zijn kracht. Mitterrand was een voortreffelijk spreker met een bijzonder charisma. Hij slaagde erin om mensen voor zich te winnen.’ Kippenvel krijgt Freriks als Mitterrand zich tijdens de presidentsverkiezingen van 1974 opwerpt als de beschermer van ‘de uitgeslotenen, de gediscrimineerden, de rechtelozen, de buitenlanders’. Het levert hem echter niet het presidentschap op. Nog niet. 

Verfrissing
Dat gebeurt zeven jaar later. Op 10 mei 1981 wordt François Mitterrand president van Frankrijk. En als zijn Parti Socialiste bij de parlementsverkiezingen enkele weken later ook nog eens de absolute meerderheid in de assemblée bemachtigt, is de politieke aardverschuiving compleet. Kranten spreken van een vague rose. Freriks: ‘Dat Mitterrand überhaupt aan de macht is gekomen, is misschien wel een van zijn grootste verdiensten. Voor het eerst sinds vijfentwintig jaar zetelden er geen gaullisten in het Élysée. Die verfrissing kon de Franse politiek wel gebruiken.’ 

Het roer gaat dan ook onmiddellijk om. Mitterrand schaft de doodstraf af, decentraliseert het bestuur en voert in tegenstelling tot bijvoorbeeld Lubbers en Thatcher geen bezuinigingspolitiek, maar grootschalige hervormingen door: verschillende banken en industrieconcerns worden genationaliseerd, de pensioengerechtigde leeftijd gaat omlaag – van 65 naar 60 jaar – en het minimumloon en sociale uitkeringen omhoog. Freriks: ‘Zijn omgeving zei: dat gaat mis. Maar Mitterrand vertikte het concessies te doen. Hij weigerde bijvoorbeeld de franc te devalueren, omdat devalueren een negatieve uitstraling heeft. Ik sluit echter niet uit dat hij het doelbewust liet misgaan. Doordat het fout liep had hij in 1983 een goed argument om het strikte socialisme van die eerste twee jaar los te laten.’ 

Dat is volgens Freriks de tweede grote verdienste van Mitterrand. ‘Hij liet zien dat je niet voortdurend de revolutie kunt uitroepen. Hij was het wel eens met de socialisten, maar slechts op reële gronden: omdat hij bijvoorbeeld begreep dat een grote kloof tussen arm en rijk de samenleving schaadt. Mitterrand was een klassiek Franse politicus, misschien zelfs wel een beetje ouderwets. Voor hem gold het primaat van de politiek. Niet de economie kwam voorop, noch de ideologie. Het was een geniale zet om de communisten in de regering op te nemen. Een kus des doods, Mitterrands derde grote verdienste. Want zo haalde hij eens en voor altijd, zo lijkt het in elk geval, de angel uit hun protest. Ze werden medeverantwoordelijk.’ 

Freriks: ‘Mitterrand probeerde iedereen voortdurend een slag voor te zijn. Hij gedroeg zich licht paranoïde. Misschien was dat gevoel ook wel terecht. Ten tijde van de Vierde Republiek was hij per slot van rekening slachtoffer geworden van allerlei smerig gekonkel. Overigens was hij zelf ook niet vies van politieke spelletjes. Niets menselijks was hem vreemd. Zo riep hij constant dat hij de eerste president was die open kaart speelde, en ondertussen ging het onoorbare onverminderd door. Maar al dat verdoezelen ging wel voortdurend mis. De afluisterpraktijken, de aanslag op de Rainbow Warrior, het moederschip van Greenpeace, zijn buitenechtelijke dochter, zijn prostaatkanker – het kwam allemaal aan het licht.’ 

Vaak dragen die onthullingen bij aan Freriks’ fascinatie voor Mitterrand. Enkele malen valt de president in de ogen van Freriks van zijn voetstuk. ‘Zoals toen hij zich bleef verzetten tegen vervolging van “vrienden” als René Bousquet, die een actieve rol hadden gespeeld bij de jodenvervolging.’ 

Oompje
‘Hij herkende je alleen als het hem uitkwam,’ herinnert Freriks zich. Een goed voorbeeld is de Eerste Golfoorlog. Mitterrand gaf elke dag zelf een persbriefing. Hij riep wat, want hij had natuurlijk niet zoveel te vertellen, en ging dan meteen naar het buffet om nog wat te na te praten met de pers. Heel informeel, met veel humor, een ware cabaretvoorstelling. Maar natuurlijk alleen omdat hij ons op dat moment nodig had. Dan zei hij plots tegen mij: “Hoe kijkt u daartegenaan in Nederland?” 

In werkelijkheid kon het hem natuurlijk weinig schelen. Al moet gezegd: Nederland hoorde bij de stichters van Europa, en die droeg hij een warm hart toe. Hij was een echte Europeaan. Met name dankzij de samenwerking met Helmut Kohl, de Duitse bondskanselier, heeft hij veel kunnen doen voor Europa, zoals het Verdrag van Maastricht. Daarmee hielp hij ook zijn eigen land vooruit, want Frankrijk was altijd een protectionistisch land geweest.’ 

In de loop der jaren verliest Mitterrands presidentschap zijn rode franje. Zijn pragmatisme leidt hem steeds verder weg van het ‘ware socialisme’ dat hij tijdens de jaren zeventig zo vurig heeft verkondigd. Tijdens zijn tweede ambtstermijn (1988-1995) is hij niet zozeer de president van het volk van links als wel Tonton, het oompje van alle Fransen. Inclusief de onderdanen die nog geboren moeten worden; voor hen laat Mitterrand het ene na het andere monumentale bouwwerk achter. Les Grands Travaux du Président: de nieuwe Opéra National de Paris Bastille, de Bibliothèque Nationale de France, de moderne triomfboog bij de voorstad La Défence. Mitterrand benut zijn presidentiële bevoegdheden ten volste. Zo gedraagt hij zich steeds meer als de gaullistische leider die hij jarenlang heeft bestreden. 

Daarmee wordt het voor Freriks minder interessant. Nog voor het einde van Mitterrands tweede termijn stopt hij als correspondent. ‘Die beginjaren waren boeiend omdat er twee maatschappelijke modellen tegenover elkaar stonden. Gaullisten en socialisten voerden hevige debatten. Mitterrand normaliseerde de boel.’ 

Ondanks zijn slechte gezondheid maakt François Mitterrand ook zijn tweede ambtstermijn af. In mei 1995 volgt Jacques Chirac hem op als president. Mitterrand overlijdt acht maanden later, op 8 januari 1996, aan prostaatkanker. Freriks reist nog eenmaal voor het NOS journaal naar Frankrijk. ‘Mitterrands begrafenis was zeer ontroerend. Het is toch iets van jezelf dat je wegbrengt. Ik was jarenlang ingezetene geweest van Mitterrandië, de politieke leefruimte van Mitterrand die voor de duur van twee ambtstermijnen samenviel met de contouren van Frankrijk.’ 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.