Thomas Erdbrink is correspondent in Iran en maker van de tv-serie Onze man in Teheran. Hij roemt de Leidse burgemeester Pieter van der Werff, die zich tijdens het Beleg van Leiden letterlijk wilde opofferen.
Wanneer maakte u kennis met burgemeester Van der Werff?
‘Ik ben opgegroeid in Leiden en als vanzelfsprekend ben ik daar ook grootgebracht met de geschiedenis van Pieter Adriaanszn. van der Werff (1529-1604). Mijn ouders vertelden over deze legendarische burgemeester, en ook op school kregen we al jong te horen hoe heldhaftig hij optrad toen Leiden in 1573 was omsingeld door de Spanjaarden tijdens de Opstand.’
Wat is zijn grootste wapenfeit?
‘Leiden werd uitgehongerd, en nadat alle voorraden en zelfs de stadskatten waren opgegeten, was het geduld van de uitgemergelde Leidenaren op. Er brak een opstand uit. Maar volgens de overlevering bezwoer de toen 44-jarige Van der Werff de onrust met de befaamde woorden: “Eten heb ik niet, maar ik weet dat ik eens moet sterven. Als gij dan door mijn dood geholpen zijt, slaat de handen aan dit lichaam, snijd het in stukken en deel het uit zo ver als mogelijk is. Ik ben dan getroost.’
‘De burgers mochten hem opeten om hun honger te stillen’
Indrukwekkend?
‘Zeker. Als jongetje van vijf maakte dit verhaal een verpletterde indruk op me. Dat de burgemeester zijn lichaam wilde offeren, dat mensen desnoods een stukje uit zijn armen mochten snijden om hun honger te stillen, was gruwelijk maar daardoor prikkelde het de kinderfantasie. Wij schoolkinderen vierden ook uitgebreid het Leidens Ontzet van 3 oktober 1574; we trokken dan in jutezakken door de stad. Nog altijd is het een groots feest.’
Speelde Van der Werff ook een rol bij de bevrijding van de stad?
‘Nee. Maar het mooie vind ik dat hij met zijn zelfopoffering gemeenschapszin creëerde en dat die tot op de dag van vandaag tot uiting komt tijdens de viering van het Leids Ontzet. Uiteindelijk hebben de Geuzen de dijken doorgebroken. De Spanjaarden zijn voor het wassende water gevlucht. Toen de Geuzen in hun bootjes kwamen aanvaren, hadden ze haring en witbrood bij zich; dit is nog steeds hét feestmaal tijdens de viering van het Ontzet.’
Teheran is ver weg van Leiden. Viert u 3 oktober nog wel?
‘O ja, ik kom er geregeld voor terug. Het is dé gelegenheid om bij te praten met oude vrienden en bekenden. Ik zal je nog iets moois vertellen: tijdens de viering van het Ontzet in 2001 ben ik verliefd geworden op mijn Iraanse vrouw. Zij was bij mij op bezoek; we kenden elkaar al langer, maar daar sprong de vonk over. De volgende dag, 4 oktober, ben ik in het vliegtuig naar Iran gestapt en sindsdien ben ik daar gebleven.’
Alies Pegtel is historicus en journalist.
Dit artikel is exclusief voor abonnees