De Greet-Hofmansaffaire blijft tot de verbeelding spreken. Dit jaar worden twee toneelstukken opgevoerd die erdoor zijn geïnspireerd: Juliana’s Derde Weg van theatergroep De Kern en Juliana van Egmond Theater. Zoals te verwachten was, hebben de schrijvers-regisseurs van de stukken, Jan Joop Jansen en Ger Thijs, een eigenzinnige interpretatie aan de feiten gegeven. Hoe bekijk je als toneelliefhebber de verbeelding van een werkelijkheid, waarmee je als historicus bezig bent?
In Juliana’s Derde Weg is Juliana, bij velen in herinnering gebleven als een lieve oma in bloemetjesjurk, een krachtige persoonlijkheid. Zij draagt tijdens de Koude Oorlog een pacifistisch idealisme uit, waardoor ze in conflict komt met haar militaristische echtgenoot, maar ook met het kabinet-Drees. De Greet-Hofmans-affaire ontwikkelt zich tot een waar koningsdrama.
In een mooie openingsclaus vergelijkt Juliana, die van toneel hield, haar lot met dat van de tragische king Lear. Ineke Terhege zet een overtuigende, Juliana neer, met als antagonist een levensechte Prins Bernhard. Verrassend is de rol van Greet Hofmans. De hoekige vrouw, die de Raspoetin aan het Oranje-hof werd genoemd, is hier een lieve milde dame – wellicht is dit beeld van de gebedsgenezeres ook een deel van de waarheid.
Het stuk Juliana speelt zich af in het hiernamaals, waar Juliana en Hofmans, samen met Beel, wachten op Bernhard. Op instigatie van Juliana, die ook hier als een toneelvrouw wordt gepresenteerd, worden onopgeloste conflicten uit het verleden nagespeeld. Juliana, een gedreven rol van Renée Soutendijk, is zowel heldin als hysterica. Bernhard reageert op haar verwijten jegens hem nu eens begripvol dan weer kwaadaardig.
Er was enige commotie ontstaan over de suggestie van Thijs dat tussen Juliana en Hofmans een lesbische verhouding zou hebben bestaan. Door AD gevraagd naar mijn reactie daarop, heb ik die ‘onsmakelijk’ genoemd.
Als toneelliefhebber kijk ik er toch wat anders tegenaan. Bij Richard III vraag je je niet af of ‘A horse, a horse, my kingdom for a horse’ historisch is. Ik heb me evenmin afgevraagd of de woorden van Beel ‘dat het bovennatuurlijke af en toe met het tegennatuurlijke werd verward’, op archiefonderzoek berusten. De verbeelding van de werkelijkheid is soms boeiender dan de werkelijkheid.
Lambert Giebels is de biograaf van Louis Beel.