Mythes spelen in de overlevering een essentiële rol. De oosterse wereld is voor ons West-Europeanen omgeven met een zweem van mystiek die tot op de dag van vandaag levend wordt gehouden. Dit gebeurt ook op de nieuwste tentoonstelling in de Hermitage Amsterdam over de Zijderoute. Langs dit handelsnetwerk, dat 1700 jaar in gebruik was en zich uitstrekte over 7000 kilometer tussen Istanbul en Oost-China, zijn bijzondere archeologische vondsten gedaan van verdwenen beschavingen.
De Zijderoute wordt altijd ‘sprookjesachtig’ genoemd. Dit ‘sprookjesachtige’ zit ’m in de schoonheid van de schatten die werden gevonden in hoven, graven en tempels: Chinese zijde, schilderingen, glaswerk, ivoor en zilver. Bepaald geen sprookje was het leven van de handelsreizigers en monniken die vanaf 200 v.Chr. tot het midden van de vijftiende eeuw met lastdieren over de handelswegen trokken. ’s Winters gierden poolwinden over de steppen en werd het min twintig, in de zomer steeg het kwik soms tot plus vijftig. Complete karavanen verdwenen in zandstormen of bezweken aan dorst, honger, ziektes of rovers. De expositie doet helaas amper verslag van de ervaringen van de expeditiegangers.
In de pleisterplaatsen langs de handelsroute wisselden kooplieden niet alleen goederen uit tegen betaling van zijde of munten, maar vond ook kruisbestuiving plaats van ideeën en geloven. Vanuit India reisde het boeddhisme mee met de karavanen. Maar hoe de uitwisseling van ideeën zich voltrok en waarom juist het boeddhisme destijds wortel schoot: we komen het niet te weten.
De tentoonstelling biedt vooral een fragmentarische uitstalling van 250 prachtige voorwerpen afkomstig uit het moedermuseum in Sint-Petersburg. Nadat de handelsroute in de vijftiende eeuw in onbruik was geraakt, werden de aanpalende steden verzwolgen door de woestijn. Aan het eind van de negentiende eeuw werden ze herontdekt. Het was de Duitser Ferdinand von Richthofen die het vertakte wegenstelsel in 1877 zijn tot de verbeelding sprekende naam gaf: de ‘Grote Zijderoute’. Net als de Duitsers, Fransen en Japanners stortten de Russen zich op de jacht naar de schatten onder het zand. In de Sovjettijd werden alle vondsten meegenomen naar de Hermitage.
Bij de entree in de Amsterdamse dependance worden filmbeelden geprojecteerd van een Russische opgraving. Dit deel van de expositie toont ook een muurschildering uit de achtste eeuw, een heroïsch tafereel met witte olifantjes, roofdieren en strijders. Dankzij de Nederlandse vrienden van de Hermitage werd de schildering gerestaureerd. Bijbehorend bordje vermeldt als eerste zin: ‘Het beroemdste Boechaars-Sogdische cultuurmonument is het paleis van de heersers van Boechara in de grote nederzetting Varakhsha.’
Hier wreekt zich het gebrek aan voorkennis van de bezoeker. Die kan Varakhsha niet onmiddellijk plaatsen als een voormalige oase in het huidige Oezbekistan en heeft geen idee wie de heersers van Boechara waren. Het zou kunnen dat de tentoonstellingsmakers zich dit onvoldoende hebben gerealiseerd. Maar het is ook mogelijk dat ze de minder prozaïsche hedendaagse benaming bewust achterwege hebben gelaten. Te veel duiding zou afbreuk doen aan het mystieke oosterse sprookje. Wie de voorwerpen historisch wil kunnen plaatsen, doet er goed aan zich van tevoren in te lezen.
Expeditie Zijderoute. Schatten uit de Hermitage
Hermitage Amsterdam
Tot en met 5 september.
Amstel 51, Amsterdam.
Open: dagelijks 10.00-17.00uur. Info:
020-530 87 55 of www.hermitage.nl
Dit artikel is exclusief voor abonnees