Met het hernoemen van pleinen en straten hoopt de regering-Venetiaan in Suriname de herinnering aan wreedheden uit de koloniale tijd ongedaan te maken. De makers van stadsplattegronden zijn er niet blij mee, maar politici spreken van een mijlpaal.
door Marieke Visser/ Paramaribo
Het Mr. J.C. Bronsplein, genoemd naar een Nederlandse gouverneur, is onlangs omgedoopt tot Frimangronplein, naar de buurt waar in vrijheid gestelde slaven gingen wonen. En de Nepveustraat, genoemd naar een andere gouverneur, heeft plaats moeten maken voor de Afi Jabastraat.
Beide locaties bevinden zich in de oude woonwijk in het centrum van Paramaribo die Frimangron genoemd wordt, letterlijk vertaald ‘Vrijemansgebied’. Ruim 250 jaar geleden werd dit gebied door de toenmalige gouverneur van Suriname aangewezen als het stadsdeel waar vrijgeworden slaven zich konden vestigen. Tot de dag van vandaag zijn de bewoners van Frimangron zich bewust van de bijzondere geschiedenis van hun buurt.
De keuze om juist hier de namen van voormalige koloniaal heersers te vervangen ligt dan ook voor de hand. Afi Jaba Grando maakte deel uit van de koninklijke familie in Ghana, maar werd vanwege een conflict naar Suriname verbannen. Toen gouverneur Nepveu hoorde van Afi Jaba’s voorname afkomst, stelde hij haar meteen in vrijheid en gaf haar een stuk grond in Frimangron, aan de nu naar haar vernoemde straat, om zich te vestigen.
Ook vorig jaar vernoemde de Surinaamse overheid enkele bestaande straatnamen, bij die gelegenheid naar overleden politici. Vakbondsleider Fred Derby, de bekende politicus Johan Pengel en de in 2001 overleden VHP-voorzitter mr. Jagernath Lachmon viel de eer te beurt. Oud-premier en een van de grondleggers van de onafhankelijkheid Henck Arron leende zijn naam aan een van de eerste straten van de stad, de Gravenstraat. Toen Suriname nog Engels bezit was, liep deze straat naar het huis van lord Willougby en heette dan ook The Lord’s Road.
Hoewel nobele motieven een rol spelen bij de naamswijzigingen, stellen niet alle Surinamers ze op prijs. Sommigen ervaren de veranderingen als eerbetoon, anderen vinden het spijtig dat ze de oude geliefde namen niet meer kunnen gebruiken. Voor ondernemers is het lastig om steeds nieuwe adressen in briefhoofden en reclamemateriaal te moeten verwerken. Een bekende Surinaamse kunstenaar, Ron Flu, werkt aan een doek waarop nogal spottend de zoveelste onthulling is afgebeeld van weer een nieuw naambord door erg gewichtige mensen. Maar Patrick Grando, een achterkleinkind van prinses Afi Jaba, voelt zich bijzonder vereerd dat de regering heeft meegewerkt aan het eerherstel van zijn voorouder.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
