Home Straatvechters aan het front

Straatvechters aan het front

  • Gepubliceerd op: 19 april 2021
  • Laatste update 13 okt 2022
  • Auteur:
    Rob Hartmans
  • 3 minuten leestijd
Straatvechters aan het front

Tijdens de Tweede Wereldoorlog leek de glorietijd aan te breken van de WA, de militie van de NSB. Nadat ze jarenlang Joodse burgers, linkse arbeiders en jazzmusici hadden belaagd, vertrokken veel leden naar het oostfront. Daar troffen ze een vijand van een ander kaliber aan.

Heel lang is de NSB gezien als een clubje wild geworden kleinburgers dat op potsierlijke wijze de fascistische bewegingen in Italië en Duitsland imiteerde, maar nog geen deuk in pakje boter kon slaan. En bijgevolg werd ook de aan de partij gelieerde militie, de WA (Weerbaarheidsafdeling), beschouwd als een stelletje losers. Terugblikkend in de wetenschap dat ze inderdaad tot de verliezers van de Tweede Wereldoorlog behoorden, is het niet zo moeilijk om te constateren dat de Nederlandse nationaal-socialisten nooit veel hebben voorgesteld.

Maar een dergelijk perspectief werkt vertekenend, want zelf vonden ze natuurlijk dat ze wel degelijk iets voorstelden, terwijl hun tegenstanders hun als een reëel gevaar beschouwden. In zijn op zeer gedegen archiefonderzoek gebaseerde boek Uitschot in uniform beschrijft Gertjan Broek helder en uitvoerig hoe de WA zich ontwikkelde, wat de aantrekkingskracht ervan was, wat de leden ervan uitspookten en hoe overheid en publiek hierop reageerden.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Het klopt dat ook tijdgenoten de NSB en de WA aanvankelijk niet erg serieus namen, zodat het antirevolutionaire dagblad De Standaard in 1935 kon schrijven: ‘Als grimmig kijken en hard stampen synoniem zijn met heldenmoed, dan beschikt Mussert inderdaad over een keurkorps.’ Maar doordat de WA’ers om de haverklap politiek tegenstanders provoceerden door in arbeiderswijken met Volk en Vaderland te colporteren en vechtpartijen met ‘marxisten’ en de politie uit te lokken, werd de organisatie door de overheid al snel als een probleem gezien.

Ook Anton Mussert en andere NSB-leiders hadden een probleem met de eigengereide straatvechters van de WA, die wel de fascistische strijdlust bezaten, maar in veel mindere mate beschikten over een andere deugd die in deze kringen gepredikt werd: gehoorzaamheid aan meerderen. Nog voor de Wet op de Weerkorpsen, die dergelijke milities verbood, in werking trad hief Mussert de WA op. Daarna organiseerden de leden ervan zich vooral in wandel- en sportclubs.

Met de Duitse bezetting leek aanvankelijk de ‘glorietijd’ van de WA aan te breken. De ‘zwarte soldaten’ mochten hun uniform weer aantrekken en konden zich uitleven op het belagen van Joodse landgenoten en leden van de Nederlandse Unie. Van hun droom om ‘de straat’ te beheersen kwam echter niets terecht, en al spoedig besloten velen naar het oostfront te vertrekken. Maar de vijand die ze daar troffen was van een heel ander kaliber dan de Joodse burgers, linkse arbeiders, cafébezoekers en jazzmusici die ze daarvoor in elkaar hadden geslagen, zodat een flink deel van dit geüniformeerde tuig geheel terecht sneuvelde.

Rob Hartmans

 

Uitschot in uniform. De WA 1932-1945

Gertjan Broek

287 p. Boom, € 24,90

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 5 - 2021