Home Stille getuigen: Het standbeeld van Cornelis Lely

Stille getuigen: Het standbeeld van Cornelis Lely

  • Gepubliceerd op: 10 maart 2003
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Marcel Broersma
  • 3 minuten leestijd

De geschiedenis laat haar sporen na. Monumenten, voorwerpen en graven herinneren aan bijna vergeten personen. Hun verhaal wordt hier verteld. Deze keer het standbeeld van Cornelis Lely (1854-1929) op de kop van de Afsluitdijk bij Den Oever.


‘Klokke één uur hadden beide kranen hun grijpers tegelijkertijd boven het gat en lieten op hetzelfde oogenblik hun last vallen. De zee was dicht. Terzelfder tijd barstte een oorverdoovend gefluit en sirenegeloei los. Vlaggen ging in top, hoeden en petten werden gezwaaid, handen werden gedrukt. Het was een diep aangrijpend oogenblik.’
        Op 28 mei 1932 werd het laatste gat in de Afsluitdijk gedicht. Kranten berichtten enthousiast over dit hoogtepunt in ‘onze nimmer versagende strijd tegen de erfvijand’, het water. De Zuiderzee werd voorgoed het IJsselmeer. Wat buitenlanders voor onmogelijk hadden gehouden – de aanleg van een dertig kilometer lange dijk dwars door zee – was gelukt. De herdenkingsplaat bij het laatste sluitgat meldt trots en verheven: ‘Een volk dat leeft, bouwt aan zijn toekomst.’ De belangrijkste pleitbezorger van de indamming van de Zuiderzee, Cornelis Lely, was toen al overleden.
        Als jong ingenieur ging Lely in 1886 werken bij de Zuiderzeevereniging. Die liet hem onderzoek doen naar de inpoldering, waarvoor al tientallen jaren plannen waren gemaakt. Lely schreef een indrukwekkend rapport, dat voorzag in vier polders en de Afsluitdijk. In 1891 bood informateur G. van Tienhoven hem het ministerschap van Waterstaat, Handel en Nijverheid aan. ‘Dat sla ik niet af,’ antwoordde de 36-jarige verrast. Zo’n jonge bewindsman was een openbaring. ‘Aanvankelijk gaf de minister, wiens ietwat kinderlijk, fijn en hoog stemgeluid in omgekeerde evenredigheid staat tot zijn forse gestalte, de indruk van schuchterheid,’ schreef een journalist. ‘De redevoeringen vlotten niet al te best, er was een zoeken naar woorden om erover te struikelen, als ze gevonden waren. En radheid moest vaak de verklaarbare zenuwachtigheid maskeren.’
        Maar al snel nam de waardering voor Lely toe. Vooral omdat hij veel kennis bezat, tactvol en bedachtzaam opereerde en een lange adem had. ‘Het half wint het vaak van het heel,’ was zijn lijfspreuk – het is beter bij stukjes en beetjes een politiek plan binnen te halen dan halsstarrig de zaak te forceren en met lege handen uit de Kamer weg te gaan.
        Zo ging het ook bij de inpoldering van de Zuiderzee. Lely wist dat er vanwege de hoge kosten veel tegenstand was tegen zijn plannen, en stelde daarom een staatscommissie in die de mogelijkheden moest onderzoeken. Pas tijdens zijn tweede ministerschap, in 1901, kwam hij met een wetsontwerp. Kort daarna vonden echter verkiezingen plaats en keerde Lely niet terug in het kabinet. Zijn plan werd ingetrokken.
        Maar in 1913 was de tijd rijp. Lely werd opnieuw gevraagd als minister, en deze keer eiste hij dat het kabinet de inpoldering zou doorzetten. Hij had succes. Zorgvuldig bereidde hij een wet voor, die in 1918 met algemene stemmen werd aangenomen. Eindelijk kon het werk beginnen dat zou leiden tot de aanleg van de Wieringermeer, de Noordoostpolder en Flevoland.
        De bewondering voor Lely was vrijwel algemeen, al noemde de socialist Schaper hem een ‘pienteren meubelmaker met een baardje van tochtlatjes’ en niet-ministeriabel. Hij is de enige Nederlandse bewindsman naar wie een stad is genoemd.
        Rijkswaterstaat vroeg kunstenaar Mari Andriessen in 1952 een beeld te maken voor de kop van de Afsluitdijk. Sindsdien overziet Lely hier zijn werk. Hij staat tussen de rijbanen van de autoweg, waarvoor hij al pleitte toen ‘het automobilisme’ nog in de kinderschoenen stond. Geen ideale plaats, zo achter de vangrails, maar wel symbolisch voor Lely’s visionaire karakter. Volgens zijn kinderen was het beeld uitstekend getroffen: de ‘overwinnaar der Zuiderzee’ loopt met wapperende jas en een aktetas onder zijn arm daadkrachtig tegen de wind in.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.