Home Stille getuigen

Stille getuigen

  • Gepubliceerd op: 14 januari 2004
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Marcel Broersma
  • 3 minuten leestijd

De geschiedenis laat haar sporen na. Monumenten, voorwerpen en graven herinneren aan bijna vergeten personen. Hun verhaal wordt hier verteld. Deze keer de touwtjes van tuinarchitect Mien Ruys (1904-1999) in het Historisch Centrum Overijssel te Zwolle.



Tuinarchitect Mien Ruys schilderde met bloemen. Zorgvuldig vulde ze borders met planten met uiteenlopende kleuren en hoogtes, die op verschillende momenten bloeiden. Zo maakte ze de seizoenen zichtbaar en kon de onthechte, van de grond vervreemde stadsmens zich buiten voelen. ‘Mijn uitgangspunt is altijd geweest: de natuur beleven in de tuin. Niet de wildernis, maar een vormgegeven natuur.’ 

In haar ontwerpen zocht Ruys naar eenvoud. Het grondplan was altijd strak en helder, maar de beplanting uitbundig. Een ‘Mondriaan ingevuld door Monet’, zo kenschetste een bevriende architect haar stijl. In tegenstelling tot haar collega Louis le Roy, die de natuur zichzelf liet ordenen, hield Ruys de begroeiing in toom. Natuurlijk had die een eigen dynamiek. Maar ‘de kunst is het ontwerp toch zo duidelijk vast te leggen, dat de ongebreidelde natuur slechts beperkt een kans krijgt’.

Het is symbolisch dat in het archief van kwekerij Moerheim, waar Mien Ruys opgroeide, juist allerlei soorten touw bewaard zijn gebleven. In een omslag liggen keurige monsters tomatentouw, sisaltouw, teertouw, vlas- en woelgaren. Hiermee leidde ze de planten in de door haar gewenste richting. Ze creëerde intieme hoekjes met begroeide palissades en pergola’s. ‘Voor mij is een tuin net zoiets intiems als je slaapkamer,’ vond ze.

Miens vader was een internationaal vermaard kweker. Zelf was ze niet erg geïnteresseerd in het ontwikkelen van nieuwe bloemen en planten. Ze kon met afgrijzen spreken over ‘plantjesgekken’. Als haar vader een ‘uitvinding’ had gedaan, moesten alle acht kinderen op zondag mee de kas in om te kijken, vertelde ze NRC Handelsblad in 1992. ‘Maar toen al dacht ik: een dubbele hepatica, so what?

Ze raakte gegrepen door de toepassing van planten, bomen en struiken. In 1923 troggelde ze haar vader een hoekje van de kwekerij in Dedemsvaart (Overijssel) af, waar ze haar eerste proeftuin inrichtte. In de volgende decennia zou ze het hele terrein veroveren. Op dit moment zijn hier nog steeds vijfentwintig verschillende tuinen, waaronder een watertuin, een stadstuin en een kruidentuin, te bezichtigen.

Omdat tuinarchitectuur in Nederland nog nauwelijks een vak was, studeerde Ruys in Duitsland en Engeland. Ook volgde ze colleges bouwkunde in Delft. Al voor de oorlog had ze veel succes met haar ontwerpbureau, dat ze in 1937 naar Amsterdam verplaatste. Ze kwam in contact met de architecten van de Nieuwe Zakelijkheid, onder wie Gerrit Rietveld, en Ben Merkelbach. Ze zou in de jaren vijftig en zestig veel met hen samenwerken. Nieuwe woonwijken werden door haar voorzien van ‘functioneel groen’. En ze bracht tuinieren binnen het bereik van de gewone man.

Ze liet zien hoe met eenvoudige middelen een prachtig resultaat kon worden behaald. Zo ontwierp ze ‘confectieborders’, waarvoor ze een vijftigtal ‘vierkantjes’ met verschillende beplanting samenstelde. Door ze als een mozaïek te combineren, kon ook de ‘leek’ een mooie tuin aanleggen. Ze verspreidde haar ideeën via haar tijdschrift Onze Eigen Tuin en vooral via haar bekendste werk: het Vaste Planten Boek. Dat verscheen in 1950 en werd vele malen herdrukt.

Twee ‘uitvindingen’ van Ruys domineren nog steeds de Nederlandse tuinen. Om hoogteverschillen aan te brengen introduceerde ze de even goedkope als functionele spoorbiels. Het leverde haar de bijnaam ‘Bielzen Mien’ op. Ook ‘haar’ gewassen grindtegels verspreidden zich als een olievlek over het land. Fabrieken produceerden ze tot Ruys’ afgrijzen in grote hoeveelheden en allerlei variëteiten. Toen ze de enorme stapels zag, sloeg ze de handen voor haar ogen en verzuchtte: ‘O, mijn hemel! Hoe bezweer ik het weer?’ 
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.