Anton van Hooff:
‘Mijn antwoord is een driewerf ja! Wat aanvankelijk slechts een tijdelijke inzinking leek, blijkt nu een diepe recessie te zijn. De Europese norm voor het begrotingstekort van maximaal 3 procent is in deze context een rigide heilige koe, te vergelijken met de Gouden Standaard van Colijn. In de huidige situatie moet de overheid de economie juist aanjagen en de mensen hoop geven.
Ik zie overal neerslachtigheid en onzekerheid om mij heen. Mensen zijn bang voor hun baan, of hebben deze al verloren en solliciteren eindeloos. Zo’n situatie verbeter je niet door nog dieper in de overheidsuitgaven te gaan snijden. Economie is in grote mate psychologie. In de jaren negentig waren mensen té optimistisch en werd er te veel geleend. Nu verkeren we in een situatie waarin mensen en bedrijven uit angst voor de toekomst juist geen geld meer durven uitgeven of investeren.
De overheid moet de economie gaan stimuleren middels gericht innovatiebeleid. Onze economie is nu te eenzijdig op diensten gericht. De maakindustrie waarin Nederland ooit excelleerde – de machine- en scheepsbouw, de elektronica – zijn de afgelopen decennia sterk verwaarloosd. Terwijl het juist bedrijven als Stork en Philips waren, met hun “tastbare”, unieke en excellente producten, die – samen met de agrarische industrie – de basis vormden voor het naoorlogse economische succes van Nederland.’
Ruth Oldenziel:
’Ik ben geen econoom. Maar als historicus kan ik wel vaststellen dat de theorieën van Keynes, die zo lang in het verdomhoekje zaten, nu opnieuw wereldwijd worden omarmd door economen in de wetenschappelijke wereld. En dat de leidende politici in Brussel er desondanks nog niet aan willen. Zij hangen nog altijd overwegend het neoliberalisme aan, dat vanaf de zeventig door een nieuwe generatie van “neoconservatieve’ economen, zoals Friedrich Hayek, Robert Lucas en Milton Friedman, werd gepropageerd.
Toen volgde de politiek die ideologische ommekeer, met als bekendste voorbeelden natuurlijk Reagan en Thatcher. Dat zal nu wellicht uiteindelijk ook het geval zijn. In de Verenigde Staten heeft president Obama al enige tijd geleden een economisch stimuleringspakket doorgevoerd – al was dat om politieke redenen sterk afgezwakt. Maar het heeft effect gehad en de overheid heeft zijn geld terugverdiend, zo blijkt uit berekeningen.
In Nederland is een dergelijke omslag van snijden naar investeren natuurlijk afhankelijk van Brussel. Je kunt de huidige situatie daarom lastig vergelijken met die van Colijn en zijn Gouden Standaard. Die nationale financieel-economische context bestaat vanwege onze Europese eenheidsmarkt en gedeelde munt niet langer. Maar dat de overheid uiteindelijk zal moeten gaan investeren in voor de toekomst cruciale sectoren als de niet-fossiele energievoorziening, lijkt mij evident.’
James Kennedy:
’Het lijkt mij geen goed idee om in deze crisis als overheid te gaan desinvesteren. Maar of dat ook automatisch betekent dat er een keynesiaans beleid moet worden gevoerd? Het antwoord op die vraag hang in grote mate af van wat je precies onder “keynesiaans” verstaat. Er is nogal wat spraakverwarring rond deze term. Zo wordt Roosevelts New Deal, van de jaren dertig, vrij algemeen beschouwd als een succesvolle keynesiaanse ingreep in de economie.
Maar moderne economen die, naar Keynes, betogen dat de overheid in tijden van crisis het begrotingstekort tijdelijk flink mag laten oplopen om zo werkgelegenheid te scheppen en de economie weer aan te jagen, vinden de New Deal helemaal niet zo keynesiaans. Daar waren de maatregelen veel te bescheiden voor. Zo was onder Roosevelt het Amerikaanse begrotingstekort gemiddeld zo’n 3 procent. En de werkloosheid daalde wel, maar bleef – met ongeveer 10 procent eind jaren dertig – hardnekkig. Zij loste pas gedurende de oorlogsjaren op.
Daar komt bij dat het aanjagen van de economie via forse overheidsinvesteringen slechts nuttig is als je al over een productieve economie beschikt en de inflatie beperkt is. In dat geval kun je effectief investeren zonder de particuliere sector te hinderen. Bij een economie als die van Griekenland is dit niet het geval.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees