Een fototentoonstelling over de wederopbouwwijk, het vastleggen van de verhalen over een verdwenen industrietak, een boek over beroemde plaatsgenoten – in heel Nederland houden historische verenigingen zich bezig met de plaatselijke historie. Hun initiatieven komen hier aan bod. Deze maand de reconstructie van de kloosterkerk in Aduard.
‘Verscheidene lichten’ zagen twaalf cisterciënzer monniken ’s nachts verschijnen boven de oude wierde van Adwerth, gelegen in de woestenij van het twaalfde-eeuwse Groningen. Het was een ruig, grotendeels onontgonnen gebied waar de zee vrij spel had, en dus naar de regels van de heilige Benedictus een uitermate geschikte locatie voor de vestiging van een nieuw klooster. De lichten werden door de broeders dan ook geïnterpreteerd als een goddelijke aanmoediging om de handen uit de pijen te steken en een nieuwe kolonie te stichten.
Op 5 juni 1192 was de stichting van de St.-Bernardusabdij, genoemd naar de grondlegger van de orde Bernardus van Clairvaux, een feit. Het klooster van ‘Aduard’ zou uitgroeien tot een van de belangrijkste kloostergemeenschappen van Nederland, met een grondbezit van meer dan vijfduizend hectare en een abdijkerk die, met een lengte van tachtig en een hoogte van veertig meter, groter was dan de Martinikerk in Groningen. In de tweede helft van de vijftiende eeuw verwierf Aduard internationale roem met een kring van humanistische geleerden, de ‘Aduarder Academie’, die wel wordt gezien als een voorloper van de Groningse universiteit.
Van al die bouwkundige en intellectuele glorie is in het huidige Aduard weinig terug te vinden. Het lot van het klooster lijkt op dat van veel kloosters in Noord-Nederland, die de komst van het protestantisme in de zestiende eeuw niet hebben overleefd. In 1580 is het kloostercomplex in brand gestoken door terugtrekkende Staatse troepen, die bang waren dat de Spanjaarden het als uitvalsbasis zouden gebruiken. Wat er na de brand nog restte werd later per ‘kloostermop’ verkocht voor nieuwbouw. De restanten van de kerk werden in de achttiende eeuw door de landjonker Lewe met de grond gelijkgemaakt. Alleen de ziekenzaal van de monniken werd gespaard; die was geschikt om dienst te doen als eenvoudige kerk voor de kleine protestantse gemeente die op de ruïnes van het klooster was verrezen.
Het is in dit gebouw, nog altijd in gebruik als Nederlands-Hervormde kerk, dat Henk Kooi (56) en Jakob Loer (43) van de Historische Vereniging Aduard hun ambitieuze plannen uit de doeken doen. Op de plek waar vroeger de bedden van de zieke broeders stonden, bevindt zich nu een houten tafel, bedekt met plattegronden en tekeningen. Kooi, die architect is, somt de belangrijkste kenmerken op van de Romano-gotische stijl: een hybride bouwstijl uit de late Middeleeuwen, waarvan de Aduarder abdijkerk een van de wegbereiders was.
‘Helaas zijn er geen afbeeldingen van de abdijkerk bekend,’ zegt Kooi. ‘Maar uit oude beschrijvingen, archeologische opgravingen en vergelijkingen met restanten van Romano-gotische gebouwen in Noord-Nederland en Duitsland proberen we tot een redelijk waarheidsgetrouwe reconstructie te komen.’ Hij laat een driedimensionale tekening zien, gemaakt door zijn zoon Axe Kooi, die de kerk voorstelt zoals hij eruit had kunnen zien. Daar blijft het wat hem betreft niet bij: hij wil de tekeningen bewerken tot een film, die op een scherm geprojecteerd kan worden. ‘Een levensgrote projectie, op de plek waar ooit de ingang van de kerk was. Zo krijgt de bezoeker een beeld van de indruk die de kerk gemaakt moet hebben.’
De film moet het klapstuk worden van een nog op te richten Educatief Historisch Centrum in Aduard. Mediëvist Jakob Loer: ‘De geschiedenis is hier na de Tachtigjarige Oorlog met de grond gelijkgemaakt. Wij willen een erfenis weer zichtbaar maken die van groot belang is voor de hele regio. Niet alleen de bouwcultuur is hier door de cisterciënzers gebracht, ook de inpoldering en de aanleg van dijken en kanalen gebeurde door lekenbroeders uit het klooster.’
Er zal daarom in het centrum niet alleen aandacht worden besteed aan gebouwen, maar ook aan andere culturele en technische verworvenheden. Loer vertelt over het dertiende-eeuwse gangenstelsel, dat in 1948 – bij de aanleg van riolering in het dorp – tevoorschijn kwam. ‘Hieruit bleek dat de monniken toen al over een rioleringssysteem met stromend water beschikten. Later is het culturele peil dus ingezakt; toen scheet men weer in dozen.’
Historische Vereniging Aduard, Alb. Harkemaweg 45, 9831 SW Aduard. Tel: 050-40 32 189. Website: www.aduard.com. Presentatie kloosterkerk: www.signatuurarchitecten.nl
Dit artikel is exclusief voor abonnees