Een fototentoonstelling over de wederopbouwwijk, een boek over beroemde plaatsgenoten – in heel Nederland houden mensen, archieven en historische verenigingen zich bezig met de plaatselijke historie. Hun initiatieven komen hier aan bod. Deze maand: de eerste gastarbeiders in Tilburg
Yasar ging naar de Nederlandse ambassade en kreeg tien adressen van Nederlandse bedrijven. Hij schreef ze allemaal aan. Het eerste bedrijf dat reageerde was VanKuijk Deuren uit Tilburg; hij kon er als ‘houtbewerker’ in dienst komen. Op 23 oktober 1963 vertrok Yasar, samen met elf landgenoten die bij hetzelfde bedrijf gingen werken, met de Lorelei Express uit Istanbul. De reis verliep voorspoedig, al bleef één van de twaalf in Belgrado achter, omdat hij tijdens een tussenstop een glaasje bier was gaan drinken en te laat besefte dat de Lorelei zich weer in beweging had gezet.
De aankomst op het station van Tilburg was overweldigend. Zoveel mensen! Tilburg moest wel een wereldstad zijn als Istanbul. De verbaasde migranten, de eerste gastarbeiders in de geschiedenis van Tilburg, hadden geen idee dat de Tilburgers speciaal voor hen zo massaal waren toegestroomd. De elf werden opgevangen door de drie directeuren van de fabriek, de directiesecretaresse en de exploitant van café In den Wijngaard – dat zich zou ontpoppen als het eerste ‘Turkenpension’ van Tilburg -, en de harmonie speelde een welkomstdeuntje. Ook zwaaide iemand met een grote Turkse vlag. De daaropvolgende dagen zouden de nieuwsgierige Tilburgers elkaar de loef proberen af te steken in het thuis uitnodigen van een ‘mohammedaan’. Ook dook de ‘verloren Turk’ weer op; een taxichauffeur trof hem aan bij het station, herkende hem uit de krant en bracht hem naar het pension.
‘De geschiedenis van de gastarbeiders vormt een hiaat binnen de Nederlandse geschiedschrijving,’ zegt de Tilburgse historicus Henk van Doremalen. Samen met journalist Paul Spapens en fotograaf Jan Stads publiceerde hij, als onderdeel van een project van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur, Werken, werken, werken! De geschiedenis van gastarbeiders in Tilburg en omstreken 1963-1975. Vijftig voormalige ‘gastarbeiders’ werden geïnterviewd; het resultaat werd in een historische context geplaatst.
Niet toevallig is gekozen voor de tijdsperiode 1963-1975. ‘In 1963 kwamen de eerste “gastarbeiders” naar Tilburg. En het jaar 1975 is, achteraf bezien, een omslagpunt.’ Rond 1975 is een verandering merkbaar in de verhouding tussen autochtone Nederlanders en migranten. ‘De relaties verharden, en dat heeft een aantal oorzaken.’ Van Doremalen noemt de oliecrisis, die niet alleen de economische neergang inluidde – en daarmee een einde maakte aan de Nederlandse afhankelijkheid van buitenlandse arbeidskrachten -, maar ook de schuld zou zijn van ‘de Arabieren’. ‘En dús de Turken en Marokkanen,’ zegt Van Doremalen. Tegelijkertijd werd duidelijk dat de ‘gasten’ blijvertjes waren.
Ook de samenstelling van de gastarbeidergemeenschap veranderde. ‘De eerste groep, uit de jaren zestig, kwam om keihard te werken en te sparen.’ De gastarbeiders in hun kielzog, gelokt door verhalen over een ‘paradijselijk Nederland’, waren minder initiatiefrijk en vaker afkomstig van het minder ontwikkelde platteland. De aanspraak die werkloze gastarbeiders maakten op de sociale voorzieningen, haalde hun imago verder naar beneden.
In het boek wordt het volgende Tilburgse volksversje geciteerd; het zou rond 1975 zijn ontstaan: ‘Salaam Saleika, lieve vrouw, ik nooit meer werken in de bouw. Jij niet denken: och wat erg, en tegen opzien als een berg. Allah mij niet heb verlaten, jouw Ali is met GAK gaan praten’. Zij zeggen: Jij vakantie houwen, ik nu geld krijgen zonder bouwen.’
Werken, werken, werken! De geschiedenis van gastarbeiders in Tilburg en omstreken 1963-1975 is een project van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur, F.C. Donderstraat I, 3572 JA Utrecht. Tel: 030-27 60 211. Internet: www.volkscultuur.nl.
Dit artikel is exclusief voor abonnees