Home Stad & Land

Stad & Land

  • Gepubliceerd op: 21 maart 2005
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Judith Amsenga

Een fototentoonstelling over de wederopbouwwijk, een boek over beroemde plaatsgenoten – in heel Nederland houden mensen, archieven en historische verenigingen zich bezig met de plaatselijke historie. Hun initiatieven komen hier aan bod. Deze maand: het joodse leven in vooroorlogs Winschoten.


Tot 1974 kon je in de Torenstraat in Winschoten de in de omstreken beroemde Echte Winschoter Citroenballen kopen. In een suikerwerk- en chocoladewinkeltje dat in 1840 werd geopend door Mozes, Saartje en Betje van Berg. De familie Van Berg maakte deel uit van de joodse gemeenschap die zich vanaf de zeventiende eeuw in het dorp had gevestigd. 
           
Vooral in de negentiende eeuw, toen Winschoten uitgroeide tot het bestuurlijk en juridisch centrum van Oost-Groningen en een belangrijke handelsstad werd, gingen er veel arme Duitse en Oost-Europese joden wonen. Rond 1900 herbergde Winschoten na Amsterdam zelfs de tweede joodse gemeenschap van Nederland en had het als enige plaats buiten Amsterdam een joodse bijnaam: Sodom. 
           
De joodse inwoners van Winschoten vormden een duidelijk herkenbare gemeenschap. Over het algemeen werkten ze als veehandelaar, slager, leerlooier of koopman, vanwege het in de achttiende eeuw nog functionerende gildensysteem, dat hen uitsloot van andere beroepsgroepen. Hoewel de gilden in de negentiende eeuw werden afgeschaft, bleven veel joden deze beroepen uitoefenen. Een groot deel van de Winschoter joden leefde in armoede. 
           
Al spoedig kregen de Winschoter joden hun eigen instellingen. Eind achttiende eeuw werd een synagoge gebouwd, die snel te klein werd en werd vervangen door een grotere, nieuwe synagoge aan de Bosstraat. Er werd een joodse begraafplaats aangelegd en joodse kinderen konden naar de sjoel. Ook was er een rijk verenigingsleven: Winschoten had twee joodse toneelverenigingen, twee organisaties voor de jeugd, een afdeling van het Nut der Israëlieten en de rederijkerskamer ‘Weldoen is ons streven’. 
           
Deze sterke eigen joodse identiteit bracht moeilijkheden met zich mee, vooral tussen rabbijnen en Winschoter bestuurders, maar ook binnen de joodse gemeenschap zelf. Assimilatie versus eigen identiteit was ook in de negentiende eeuw een heet hangijzer; de opvattingen over de ‘juiste’ joodse identiteit volgens de vaak recht in de leer zijnde rabbijnen uit Duitsland en de gewone joodse Winschoter botsten regelmatig. Toch was de joodse gemeenschap een belangrijk en behoorlijk geïntegreerd deel van het Winschoter leven. 
           
Daarom is het zo opvallend dat er, afgezien van joodse woorden en uitdrukkingen in het taalgebruik, zoals ‘jajem’ voor jenever en ‘het is hier een jodenschool’ als men het over een lawaaiige en drukke ruimte heeft, nog maar weinig fysieke overblijfselen zijn van de joodse geschiedenis van Winschoten. Dit was voor Geert Lameris, directeur van een Gronings organisatiebureau, reden om de tentoonstelling Terug naar Sodom, met Saul van Messel op te zetten. 
           
De tentoonstelling vertelt de joodse geschiedenis van Winschoten aan de hand van het leven en vooral de gedichten van Saul van Messel, pseudoniem van historicus en dichter Jaap Meijer. In de jaren zestig en zeventig publiceerde Van Messel veel persoonlijke gedichten over het joodse leven in Groningen en de zoektocht naar zijn eigen identiteit. 
           
Lameris: ‘Ik had al langer belangstelling voor Saul van Messels fascinerende levensverhaal. Hij was een geboren Winschoter van orthodox-joodse komaf die op vrij jonge leeftijd naar Amsterdam vertrok. Hij trouwde een geassimileerd joods meisje, werd zionist en keerde zich daar na de Tweede Wereldoorlog weer vanaf. Hij was permanent op zoek naar een eigen identiteit. In Winschoten was hij het joodse jongetje, in Amsterdam het provinciaaltje.’ 
           
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Meijer, samen met zijn vrouw en zoon Ischa, via Westerbork gedeporteerd naar Bergen-Belsen. De familie Meijer overleefde de oorlog, in tegenstelling tot veel Winschoter joden. Slechts een klein deel dook onder, en in 1942 werd het merendeel van de vijfhonderd joden in nog geen tweeënhalve maand tijd gedeporteerd. Van hen overleefden twintig de oorlog. 
           
Ook schaamte over deze donkere periode deed de herinnering aan het joodse verleden van Winschoten uit het collectieve geheugen verdwijnen. Pas de laatste jaren verschijnen er met regelmaat studies over de joodse gemeenschap in Winschoten. En op 15 april wordt op het Israëlplein een nieuw Joods Herinneringsmonument onthuld. 

Terug naar Sodom, met Saul van Messel Tot half mei. De Klinker, Winschoten. Daarna in het Veenkoloniaal Museum in Veendam. Info: www.jaarvanwinschoten.nl

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.