Home Stad en land

Stad en land

  • Gepubliceerd op: 16 maart 2004
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Maurice Blessing

Een fototentoonstelling over de wederopbouwwijk, het vastleggen van de verhalen over een verdwenen industrietak, een boek over beroemde plaatsgenoten. In heel Nederland houden historische verenigingen zich bezig met de plaatselijke historie. Hun initiatieven komen hier aan bod.  



De statige Apeldoornse Parkenwijk schurkt al meer dan een eeuw aan tegen de Koninklijke Domeinen rond Paleis Het Loo. Hier vestigden zich vanaf 1876 gepensioneerde ambtenaren, officieren en planters uit Nederlands-Indië. Ook oud-ambtenaren die het landelijke Apeldoorn verkozen boven de drukte van Den Haag woonden er in de luwte van de koninklijke zomerresidentie.
De Oranjes waren verknocht aan het uitmuntende jachtterrein rond Het Loo, en werden door de lokale notabelen beschouwd als weldoeners voor Apeldoorn. Mede door de koninklijke bemoeienis met het Veluwse dorp waren er een kanaal en een spoorlijn aangelegd, die de lokale papier- en koperindustrie een flinke impuls gaven. De werkverschaffing op Het Loo ontlastte bovendien de gemeentelijke armenkas.
In 1876 doneerde Willem III zelfs tienduizend gulden voor de bouw van de allereerste middelbare school op de Veluwe: de Koninklijke hbs in de Parkenwijk. Maar als de aartsconservatieve Willem III had kunnen bevroeden dat met de Hogere Burgerschool ook republikeinse ideeën en de klassenstrijd Apeldoorn werden binnengehaald, had hij zich wel twee keer bedacht over zijn royale gift. 
‘Apeldoorn wordt niet snel geassocieerd met de opkomst van het socialisme,’ weet Elze Luikens (53) van de lokale historische vereniging Felua in Apeldoorn. ‘Maar dat komt ook doordat historici zich te eenzijdig richten op bekende kopstukken van de beweging.’ Volgens Luikens, die op latere leeftijd promoveerde op een onderzoek naar de bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen in negentiende-eeuws Apeldoorn, deden relatief onbekenden vaak het vuile werk voor prominenten als Domela Nieuwenhuis.
Een voorbeeld was Jan Martinus Smit, zoon van een Amsterdamse timmerman. Smit werd in 1879 aangesteld als leraar natuurkunde aan de Koninklijke hbs in Apeldoorn. Voor de werkgroep ‘biografieën’ van Felua – in samenwerking met het Gelders Biografisch Woordenboek – doet Luikens onderzoek naar deze uitzonderlijke idealist, die zijn carrière op het spel zette in een conflict met niemand minder dan Willem III.
In de jaren tachtig van de negentiende eeuw was in Nederland een grote economische crisis uitgebroken. De sociale spanningen liepen hoog op, en in Amsterdam liep het zogenoemde Palingoproer uit op confrontaties tussen socialisten en orangisten. Smit, aanvankelijk een vrijzinnig liberaal, vatte steeds meer sympathie op voor de socialisten. Allengs werd Smit actiever en meer uitgesproken. Hij zette zich in voor de stem- en kiesrechtbeweging. Ook andere sociale kwesties roerde hij aan: hij uitte kritiek op de koloniale politiek, de nieuwe drankwet en de jachtwet. 
Aanvankelijk vond hij medestanders in Apeldoorn. Luikens: ‘De Apeldoornse gemeenschap was geen eenvormige reactionaire kliek. Er waren succesvolle ondernemers die zich onafhankelijk van de koning opstelden, en geschoolde arbeiders hadden zich verenigd.’ Smits toespraken konden rekenen op een redelijk groot gehoor. ‘Er kwamen vijftig belangstellenden naar zijn lezing over uitbreiding van het kiesrecht.’
De Apeldoorners klopten bij Smit aan met allerlei ‘sociale ongenoegens’, ontdekte Luikens, en deze kwesties stelde hij aan de kaak in toespraken door het hele land. ‘Als Willem III met genodigden had gejaagd op Het Loo, dan stond in de Apeldoornsche Courant alleen hoeveel ze dit keer geschoten hadden. Maar ze waren wel over de akkers van de boeren heen gejakkerd. Die gingen vervolgens klagen bij Smit.’
In 1887 – in het westen was Domela Nieuwenhuis vanwege majesteitsschennis vastgezet en had de angst voor een proletarische revolutie een voorlopig hoogtepunt bereikt – roepen de Apeldoornse burgemeester en schoolcommissie Smit ter verantwoording. Zijn uitvallen naar Willem III zouden het aanzien van de school beschadigen en hij zou een ‘politiek agitator’ zijn. Smit houdt vast aan zijn grondwettelijke vrijheid van meningsuiting, wat hem op een schorsing en uiteindelijk ontslag uit gemeentelijke dienst komt te staan. Zijn protest bij Willem III haalt niets uit en minister Heemskerk van Binnenlandse Zaken sust de Tweede Kamer als daar vragen rijzen over de juridisch discutabele handelswijze van de Apeldoornse gemeente, Smits werkgever.
Smit zal pas na de dood van Willem III in 1890 opnieuw een aanstelling als leraar bemachtigen, nu in het ‘rode’ Warffum in Noord-Groningen. Volgens Luikens heeft de afloop van ‘de zaak-Smit’ Nederlandse gemeenteambtenaren nog lang in hun rechten beknot. ‘Een ambtenaar heeft zich niet politiek uit te drukken,’ zegt Luikens. ‘Dat is nog steeds de heersende opinie.’ 

Historische Vereniging Felua
Postbus 10016
7301 GA Apeldoorn
tel: 055-53 34 721/ 52 240 20
www.felua.info.nl

Bijdragen Felua verschijnt tweejaarlijks. Gratis voor leden; euro 12,50 in de boekhandel.
Nieuwsbulletin Felua verschijnt driemaandelijks, gratis voor leden.
Apeldoorn in de Schaduw van Het Loo 1785-1905. Politieke, bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen in Apeldoorn door E. Luikens. 308 p. (Walburg Pers, 1999)
Biografisch Woordenboek Gelderland, deel 3. Bekende en onbekende mannen en vrouwen uit de Gelderse geschiedenis door C.A.M. Gietman (e.a.). 155 p. (Verloren, 2002)

 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.