Home Seksuele escapades binnen de kloostermuren

Seksuele escapades binnen de kloostermuren

  • Gepubliceerd op: 14 april 2004
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Joost Divendal

Elk gerespecteerd uitgevershuis heeft wel een Venetiaanse roman of geschiedschrijving in zijn fonds. Ook de Venetiaanse crimi is een bekend genre geworden, met de avonturen van commissario Aurelio Zen door de Brit Michael Dibdin en Zens collega Guido Brunetti door de Amerikaanse Donna Leon. Deze trend lijkt een vervolg op de Grand Tour van de ‘jonge Engelse milords’ die in Venetië ‘hun reis onderbraken voor een paar weken onschuldige losbandigheid, alvorens opgewekt naar huis terug te keren met een paar Canaletto’s en een lichte druiper’, schrijft John Julius Norwich in Paradijs der steden.

    
 
Het begin van dit boek sluit aan op het einde van zijn bekende studie A History of Venice (1977), die de periode bestrijkt vanaf de mythische stichting op het feest van Maria Boodschap in 421 tot het einde van de Republiek, na Napoleons verovering in 1797. Hoe triest is de gang van de laatste doge naar een dorp buiten de lagune… Meer dan in die eerdere studie leidt Norwich ons door een zee van feitjes naar het beloofde land, het ‘Paradijs der steden’ – een citaat van de Engelse kunstenaar en schrijver John Ruskin.

Ik hou wel van Norwichs verhalende trant, al heeft hij een voorliefde voor typisch Engelse beroemdheden als Rawdon Brown. Maar naast Brown voeren ook bekendere figuren als John Ruskin en lord Byron ons naar de – vooral door koukleumende Engelsen bewonderde – mediterrane droomstad, met de gouden gebouwen aan het hemelsblauwe water. Misschien sprak het tot de verbeelding van het Britse imperium dat Venetië als enige Europese staat zijn constitutie in duizend jaar niet wezenlijk had veranderd. Misschien ook was het met de Engelse voorliefde anders gelopen als Canaletto, de schilder van Venetiaanse stadsgezichten, geen Engelse agent had gehad.

Geschiedenis en (levens)kunst vallen samen in een deelstudie van Norwichs jonge collega Mary Laven over de tientallen vrouwenkloosters in het Venetië van tussen 1500 en 1700 – toen een van de tien grootste Europese steden. In de rijkdom van die eeuwen bracht de Venetiaanse upper class zijn dochters onder in kloosters om de huwelijksmarkt te beteugelen en versnippering van het familiefortuin te voorkomen.

Met ooggetuigen- en rechtbankverslagen reconstrueert Laven de weelde waarin deze nonnen hun leven inrichtten, inclusief seksuele escapades, al dan niet binnen de kloostermuren. Aut maritus, aut murus (Of een man, of de muur), luidt een Latijns gezegde – in het plaatselijk dialect maritar ò monacar. Het is een typisch Venetiaanse wijze van emanciperen. Voor deze meisjes en vrouwen kreeg de stad die onder de hoede van Maria Boodschap werd gesticht, met al zijn door mannen opgelegde celibataire beperkingen, toch iets paradijselijks.

Of het nu aan de hand van Laven of die van Norwich is: in hun Venetië kan de lezer van vandaag zijn beperkingen even ontstijgen.  

Joost Divendal is auteur van ‘Passie voor Venetië’ en ‘Nicolosia. Giovanni Bellini en zijn Venetiaanse model’.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.