Home Redden wat er te redden viel

Redden wat er te redden viel

  • Gepubliceerd op: 29 juni 2010
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Rob Hartmans
  • 3 minuten leestijd

In haar Eichmann in Jerusalem sprak Hannah Arendt een vernietigend oordeel uit over de Joodse Raden, die in de meeste door de Duitsers bezette landen waren opgericht om de uitsluiting, concentratie en deportatie van Joden te vergemakkelijken. En hoewel hij liet zien dat vrijwel elke opmerking die Arendt in haar boek over Nederland had gemaakt onjuist was, brak ook Jacques Presser in zijn Ondergang de staf over de Nederlandse Joodse Raad, een oordeel dat werd overgenomen door ‘rijksgeschiedschrijver’ Loe de Jong.

In de publieke opinie ontstond het beeld dat de leiders van de Joodse Raad ordinaire collaborateurs waren geweest, die de Duitsers hadden geholpen ook nadat duidelijk was geworden waartoe de vervolging zou leiden, en daardoor medeschuldig waren aan het feit dat driekwart van de Nederlandse Joden omkwam. Bovendien zouden zij zich hebben bezondigd aan een gruwelijke vorm van nepotisme.

In Nederland richtte de kritiek zich vooral op de twee voorzitters van de Joodse Raad, diamantair Abraham Asscher en hoogleraar oude geschiedenis David Cohen. De laatste was het ‘gezicht’ van de instelling. Hij onderhield de meeste contacten met de Duitse instanties, gaf leiding aan de staf van de Raad en was dikwijls aanwezig bij de deportaties vanuit Amsterdam naar Westerbork.

Cohen (1882-1967) was ook degene die na de oorlog bereid was publiekelijk verantwoording af te leggen voor zijn doen en laten. Nadat hij om gezondheidsredenen had moeten afzien van het plan een gedocumenteerd boek over de Joodse Raad te schrijven, vroeg Loe de Jong hem zijn memoires te dicteren. Dit ‘egodocument’ is gebruikt door Presser en verdween vervolgens in het archief van Oorlogsdocumentatie, maar werd in 1982 gepubliceerd als speciale bijlage van het Nieuw Israëlitisch Weekblad.

Achtentwintig jaar later zijn de memoires nu verschenen als boek, voorzien van een uitgebreide inleiding, waarin Erik Somers aandacht besteedt aan de persoon Cohen, het optreden van de Joodse Raad, de totstandkoming van diens memoires en de reacties die deze opriepen.

Cohen, die zich reeds ver voor de oorlog had ingezet voor Joodse vluchtelingen en een rol in de zionistische beweging had gespeeld, komt uit deze herinneringen naar voren als een man die goede bedoelingen combineerde met naïviteit en een stuitend meerderwaardigheidscomplex. Hij geloofde oprecht dat hij door samen te werken met de Duitsers althans een deel van de Nederlandse Joden kon redden.

Door zo veel mogelijk mensen bij het werk van de Raad te betrekken en tijdelijk vrij te stellen van deportatie probeerden Cohen en Asscher tijd te rekken, in de hoop dat de bevrijding spoedig zou komen. Cohen toonde zich telkens ook oprecht verontwaardigd als de Duitsers zich niet aan hun woord hielden, maar bleef tot op het laatst meewerken om ‘te redden wat er nog te redden viel’.

Dat Cohen niet inzag dat dit een illusie was, valt hem zwaar aan te rekenen, en nog kwalijker was de arrogantie waarmee hij bepaalde welke Joden ‘belangrijk’ genoeg waren om tijdelijk voor deportatie behoed te worden. Tegelijkertijd mag men niet uit het oog verliezen dat Cohen niet beschikte over ‘de kennis van nu’, en dat hij als elitaire, bekrompen, plichtsbewuste, zelfgenoegzame, goedbedoelende en gezagsgetrouwe vertegenwoordiger van de Nederlandse burgerij totaal niet was toegerust voor een confrontatie met de gewetenloze en moordzuchtige nazi’s.

Cohen was de verkeerde man op de verkeerde plaats op het verkeerde moment – maar hij had hier ook niet voor gekozen. Wat dit betreft lijkt het oordeel dat Abel Herzberg kort na de oorlog over de Joodse Raad uitsprak – dat Asscher en Cohen in hun ‘onnozelheid’ in de verraderlijke Duitse val waren getrapt, maar dat de ‘ware schuldigen’ uiteraard de nazi’s waren – toch wat billijker dan de messcherpe kritiek van Presser, De Jong en anderen.

Erik Somers
Voorzitter van de Joodse Raad. De herinneringen van David Cohen (1941-1943)
223 p. Walburg Pers, € 24,95

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Nieuwste berichten

Schreef Jef Last mee aan Anton de Koms beroemde boek?
Schreef Jef Last mee aan Anton de Koms beroemde boek?
Artikel

Schreef Jef Last mee aan Anton de Koms beroemde boek?

Schrijver Jef Last beweerde in 1962 te hebben meegewerkt aan Anton de Koms Wij slaven van Suriname (1934). Die claim was pijnlijk en onterecht, stelt dochter Judith de Kom in haar onlangs gepubliceerde memoires. Wat zeggen de bronnen?

Lees meer
Hoe de Hongaarse kokarde uit 1848 is gekaapt door Viktor Orbán
Hoe de Hongaarse kokarde uit 1848 is gekaapt door Viktor Orbán
Artikel

Hoe de Hongaarse kokarde uit 1848 is gekaapt door Viktor Orbán

Afgelopen zaterdag 15 maart herdachten de Hongaren de onafhankelijkheidsoorlog van 1848-1849. Het is traditie om op deze feestdag een kokarde in de kleuren van de nationale vlag te dragen. Maar tegenwoordig laten veel Hongaren hun kokardes liever thuis, omdat Viktor Orbán er een partijsymbool van heeft gemaakt. Elk jaar herdenken de Hongaren op 15 maart...

Lees meer
Tijdens de Slag bij Ane verpletterde een boerenleger de edelen
Tijdens de Slag bij Ane verpletterde een boerenleger de edelen
Artikel

Tijdens de Slag bij Ane verpletterde een boerenleger de edelen

In de dertiende eeuw werd bij het buurtschap Ane in Overijssel een bloederige veldslag uitgevochten tussen boeren en edelen. Tot ieders verbazing hakten de Drenten de zwaarbewapende ridders van de bisschop van Utrecht in de pan. Op 28 juli 1227 opende het leger van Otto van Lippe, de bisschop van Utrecht, bij Ane de aanval...

Lees meer
‘Alawieten krijgen onterecht de schuld van wat Assad heeft misdaan’
‘Alawieten krijgen onterecht de schuld van wat Assad heeft misdaan’
Interview

‘Alawieten krijgen onterecht de schuld van wat Assad heeft misdaan’

Honderden Syrische alawieten zijn afgelopen week gedood door aanhangers van de nieuwe regering. Alawieten worden geassocieerd met het gevallen Assad-regime. Volgens hoogleraar Maurits Berger (Universiteit Leiden) is dat niet terecht. ‘Assad is alawiet, maar hij ziet zichzelf vooral als een Syriër, een Arabier.’ Wie zijn de alawieten? ‘Het alawitische geloof is een vertakking binnen het...

Lees meer