Home Post voor de aliens

Post voor de aliens

  • Gepubliceerd op: 23 augustus 2017
  • Laatste update 18 apr 2023
  • Auteur:
    Afke van der Toolen
  • 9 minuten leestijd
Post voor de aliens

Waarom nu?

De Europese ruimtesonde JUICE is onderweg naar de manen van jupiter om te onderzoeken of daar leven kan ontstaan. In 1977 verstuurde de aarde al intergalactische flessenpost aan eventueel buitenaards leven.

Veertig jaar geleden vloog de Voyager Golden Record de ruimte in, een visitekaartje van de mensheid aan eventuele buitenaardsen. Aan de lancering ging een hele discussie vooraf. Wat moest er mee en wat niet? In elk geval geen popmuziek en ook geen naaktfoto’s.

Muziekcriticus Martin Williams geloofde zijn oren niet. ‘Even kijken of ik het goed begrijp,’ zei hij. ‘Het is zondagavond elf uur, en je belt me met de vraag wat voor jazzmuziek naar de sterren moet worden gestuurd?’ Inderdaad, dat was de vraag. En zowaar: drie maanden later werd er jazz de ruimte in geschoten, op zoek naar het luisterend oor – of vergelijkbaar zintuig – van een buitenaardse levensvorm. Om precies te zijn: ‘Melancholy Blues’ van Louis Armstrong en His Hot Seven.

Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Maar er ging ook andere muziek de sterren tegemoet. Een Pygmeeën-beurtzang ter ere van de honingoogst, de Cavatina uit Beethovens dertiende strijkkwartet, en nog veel meer, waaronder onvervalste rock–’n-roll van Chuck Berry – ook al waren er stemmen opgegaan die vonden dat pubermuziek à la ‘Johnny B. Goode’ geen goede reclame was voor de mensheid.

Is muziek van Chuck Berry wel reclame voor de mensheid?

Moderner dan dat werd het niet. De samenstellers van de intergalactische flessenpost hadden graag ‘Here Comes the Sun’ van The Beatles inbegrepen, maar EMI, de rechthebbende platenmaatschappij, gaf geen toestemming. De buitenaardsen die misschien, heel misschien, over miljoenen jaren geluid weten te ontlokken aan de Voyager Golden Record, zullen het zonder pop moeten doen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Carl Sagan

Voyager 1 en 2 zijn onbemande ruimtesondes, in de eerste plaats bedoeld om kennis te verzamelen over de buitengebieden van ons zonnestelsel. Nummer 2 ging het eerst de lucht in, op 20 augustus 1977. Nummer 1 volgde op 5 september, maar passeerde vier jaar geleden wel als eerste een magische, nooit eerder overschreden grens: die tussen ons zonnestelsel en de interstellaire ruimte. Zijn broertje is een stuk langzamer, maar allebei hebben ze een kosmisch visitekaartje aan boord, met de complimenten van de mensheid aan buitenaards leven van de intelligente soort.

Je zou misschien denken dat zo’n boodschap met de uiterste zorgvuldigheid werd samengesteld, dat er jaren van internationale deliberaties aan vooraf zijn gegaan – je weet immers maar nooit in wiens handen al die gegevens over de mensheid zullen vallen. Het liep anders. De NASA ontwikkelde al begin jaren zestig plannen voor deze ruimtesondes, maar zette pas in december 1976, negen maanden voor de lancering, iemand aan het werk om een boodschap samen te stellen: Carl Sagan, wereldberoemd sterrenkundige en auteur van onder andere Intelligent Life in the Universe.

Sagan moest zich dus haasten. Nu had hijzelf geen ingewikkelde boodschap in gedachten – iets met natuurkundige wetten, omdat die universeel zijn en dus een solide basis voor communicatie. Maar dat idee veranderde radicaal toen hij andere mensen begon te raadplegen, collega-wetenschappers, en een filosoof, en zelfs schrijver Arthur C. Clarke van het legendarische 2001: A Space Odyssee – deze laatste onder het motto ‘sciencefictionschrijvers hebben de meeste ervaring met het bedenken van dit soort dingen’.

Ark van Noach

Het nieuwe uitgangspunt werd dat het juist moest gaan om zaken die uniek zijn voor onze soort. De Voyagers moesten niets minder dan de culturele bagage van de mensheid te verstouwen krijgen.

Omdat de NASA de spullen half juni al wilde hebben, drong de tijd. Haastig verzamelde Sagan wat mensen om zich heen, een ad-hoc-clubje van bevriende wetenschappers en kunstenaars dat door de NASA tot op de dag van vandaag deftig ‘een commissie onder voorzitterschap van Carl Sagan van Cornell University’ wordt genoemd. In werkelijkheid was het niet veel meer dan een nagenoeg onbezoldigd plakbandkantoortje – maar dan zónder kantoortje.

Nu eens vergaderden ze in een geleende werkruimte, dan weer kwamen ze samen bij Sagan thuis. ‘Ik herinner me dat we rond de keukentafel zaten, terwijl we grote beslissingen namen over wat toe te voegen en wat niet,’ vertelde kunstenares en commissielid Ann Druyan later. ‘We waren ons erg bewust van de enorme verantwoordelijkheid die gepaard ging met het creëren van een culturele Ark van Noach, waarvan de houdbaarheidsdatum honderden miljoenen jaren in de toekomst lag.’

De hele planeet samenvatten in slechts 90 minuten geluidsopnames en 120 afbeeldingen, dat zou onder ideale omstandigheden al een herculestaak zijn. In de gegeven situatie ging het er voor een diplomatieke missie – want dat was het eigenlijk toch – soms verbazend amateuristisch aan toe.

Zoektocht

Neem de zoektocht van Ann Druyan naar een geschikt stuk Indiase muziek. Volgens directeur Robert E. Brown van het Centre of World Music (Berkeley) moest dat absoluut ‘Jaat Kahan Ho’ van zangeres Surshri Kesar Bai Kerkardat zijn, alleen bleek die plaat niet meer te koop en waren tweedehands exemplaren nergens te vinden. Gevraagd naar een alternatief, gaf Brown blijk van een heilige verachting voor het fenomeen van de tweede keus: ‘Er ís geen alternatief. Blijf zoeken.’ Uiteindelijk leidde Druyans speurtocht naar een Indiase witgoedwinkel aan Lexington Avenue in New York, waar vanonder een met madraskleden overdekte tafel drie verstofte exemplaren tevoorschijn kwamen.

De Sovjet-Russische bijdrage zorgde voor weer heel eigen problematiek. Op voorspraak van dirigent Murry Sidlin van het Amerikaanse National Symphony Orchestra had het team-Sagan het volksliedje ‘De jonge marskramer’ geselecteerd, gezongen door tenor Nicolai Gedda. Maar toen kwam de twijfel. Gedda was een etnische Wit-Rus met de Zweedse nationaliteit; hoe authentiek-Russisch was zijn vertolking dan? Bovendien, was het thema van het liedje – een decadente kapitalist die aan de lopende band meisjes verleidde – wel acceptabel in de ogen van de Sovjets?

Russische geleerden vergaderden eindeloos over de keuze van een liedje

Onderhands vroeg Sagan een Russische collega-wetenschapper of die iets beters wist. Een langdurige radiostilte volgde. Pas achteraf hoorde Sagan dat de hoogste koppen van de Russische Academie van Wetenschappen zich uitgebreid over het vraagstuk hadden gebogen. Maar wat Sagan ten slotte doorkreeg bleek ‘de saaiste, minst controversiële en ook minst interessante muziek die je je kon voorstellen’.

‘Hallo’

Het deed er niet meer toe. De Sovjets hadden te lang vergaderd, de deadline was verstreken. Gelukkig hadden Sagan cum suis inmiddels een Georgisch koorwerk gevonden over iets wat nauwelijks aanstoot kon geven: een volksopstand tegen een tirannieke heerser.

In de tussentijd had Sagan een nieuw idee. Waarom niet echt ‘hallo’ zeggen tegen de onbekende ontvangers? En dan niet alleen in het Engels, maar ook in een heleboel andere talen? Dat was toch wel zo aardig en beleefd. Alleen mondde dit ogenschijnlijk simpele idee uit in een onderneming die aan Sagan de verzuchting ‘ad astra per bureaucratia’ ontlokte, oftewel ‘per bureaucratie naar de sterren’.

Eerst benaderde hij de Amerikaanse afvaardiging bij de Verenigde Naties, maar die liet weten niet op eigen houtje te kunnen beslissen over ‘zo’n gewichtige zaak als het zeggen van hallo’. Vervolgens ging hij naar de VN Outer Space Committee, maar daar zei men dat eigenlijk alleen de afzonderlijke nationale delegaties actie konden ondernemen. Hoe dan ook zou het comité erover moeten stemmen, en de eerstvolgende vergadering was pas eind juni. Was het niet mogelijk, vroeg men daarom doodernstig aan Sagan, om de lancering van de Voyager uit te stellen?

Bultrugwalvis

De NASA kwam tussenbeide, met als gevolg dat Sagan op een namiddag te horen kreeg dat de volgende dag een aantal Outer Space-divisieleden zou aantreden voor de opnames. Die bleken allemaal veel uitgebreidere teksten dan ‘hoi’ te hebben voorbereid. Sommige, zoals de Oostenrijkse, waren vooral ambtelijk: ‘Als de voorzitter van de VN Outer Space Commissie en de vertegenwoordiger van Oostenrijk doet het mij genoegen u op deze manier te mogen begroeten.’ Frankrijk ging juist op de poëtische toer met een gedicht van Baudelaire, terwijl Nigeria een gezellig praatje insprak: ‘Beste vrienden in de ruimte, zoals jullie waarschijnlijk wel weten, ligt mijn land aan de westkust van Afrika; een landmassa met ongeveer de vorm van een vraagteken.’

Het moest allemaal worden ingekort, anders paste het er niet op. Toch werd er nog een speciale groet aan toegevoegd: die van de bultrugwalvis. Die was immers ook een intelligente bewoner van onze planeet. ‘Teneinde geen schijn van provincialisme te wekken,’ aldus Sagan.

Ook de groet van een bultrugwalvis gaat mee de ruimte in

Zo vulde de Voyager Golden Record zich met wetenschap, natuurfoto’s, muziek en van allerlei over onze manier van leven. Een compilatie van al het goede dat de aarde en de mensheid te bieden hadden. Maar wat vond die mensheid daar zelf eigenlijk van? Toen de buitenwacht er lucht van kreeg, kwamen er inderdaad vragen. Waarom was er bijvoorbeeld geen plaats ingeruimd voor de meer nare kantjes van het mensdom? Hongersnood, genocide, kernwapens – het kwam allemaal niet op de Golden Record voor. Welnu, dat had het team wel overwogen, maar het gevaar van een misverstand leek te groot. Een foto van een kernexplosie: hoe gemakkelijk zouden aliens die als bedreiging zien? Om die reden sneuvelde zelfs een afbeelding van iemand die zijn armen uitstrekt naar het heelal: dat zou kunnen overkomen als agressieve toe-eigening in plaats van hartelijke omarming.

Intergalactische flessenpost

Er was ook angst. Was het eigenlijk niet link om de aliens zo uitgebreid over onszelf te vertellen? Straks kwamen ze hierheen en werd de mensheid slachtoffer van een invasie. Sagan haalde er zijn schouders over op – de Voyagers verraden hun herkomst vanzelf al aan de hand van hun traject. En nog afgezien daarvan: de radar- en televisiesignalen die we dagelijks met de snelheid van het licht de ether in jagen zijn evenzovele signalen dat hier in deze uithoek iets van intelligent leven bestaat.

Sagan benadrukte trouwens dat het bijna onmogelijk is dat onze intergalactische flessenpost ooit door buitenaards intelligent leven zal worden opgevist. Er is een technologisch uitermate geavanceerde alien voor nodig, als die al bestaat, en daarbovenop het bijna onmogelijke toeval dat die zich op de een of andere reis door het immense interstellaire niets net daar bevindt waar ons kleine flesje dobbert. De ruimte is nu eenmaal héél erg leeg.

Maar misschien was dat helemaal het eigenlijke doel niet. Meerdere leden en adviseurs van het team-Sagan hebben uitgesproken dat de Voyager Golden Record in zekere zin meer voor de mensheid zelf dan voor aliens is bedoeld. Zoals een van hen formuleerde: ‘Zijn ware functie is om de menselijke geest te verruimen, zodat de mensheid warmloopt voor het idee dat er buitenaards leven kan bestaan.’

Meer weten

  • Murmurs of Earth – The Voyager Interstellar Record (1978) van Carl Sagan.
  • Geluidsopnames van de Golden Record zijn te beluisteren via Soundcloud.
  • Contact (1997) roman van Carl Sagan over het eerste contact met aliens.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 9 - 2017