De Sovjet-inval in Afghanistan (1979) en de daaropvolgende tien jaar durende guerrillaoorlog in dat land houden de Russische gemoederen opnieuw bezig. Directe aanleiding vormt de nieuwe speelfilm Devjataja Rota, die momenteel in Rusland en andere voormalige Sovjet-republieken een recordaantal bioscoopbezoekers trekt.
Devjataja Rota – De Negende Compagnie – vertelt van een groepje Sovjet-soldaten dat in Afghanistan vecht. De kijker volgt de soldaten vanaf hun rekrutering tot het moment dat ze in een gevecht verzeild raken met de onzichtbare Afghaanse vijand. Voor de meeste hoofdrolspelers loopt dit uiteindelijk desastreus af.
Regisseur Fjodr Bondartsjoek – zoon van de om zijn Tweede-Wereldoorlog-films beroemde filmmaker Sergej Bondartsjoek – zegt dat hij aan de hand van een waar gebeurd incident een eerlijk en nauwkeurig beeld van de Afghanistan-oorlog wilde schetsen. Het resultaat is een ruwe film die duidelijk maakt dat de Sovjet-inval vanaf het begin gedoemd was te mislukken en daardoor voornamelijk zinloos bloedvergieten heeft veroorzaakt.
Vooral liberaal georiënteerde Russen hebben de film verwelkomd als een zeldzaam onbevooroordeelde kijk op de grotendeels uit het Russische bewustzijn verdrongen oorlog, die vele tienduizenden Sovjet-soldaten het leven heeft gekost.
Maar meer nationalistisch georiënteerde Russen – onder wie veel Afghanistan-veteranen zelf – betitelen de film als onnauwkeurig, eenzijdig en negatief. De Sovjet-inval in Afghanistan was volgens hen helemaal niet gedoemd tot mislukken, maar verliep juist heel voorspoedig, met relatief weinig verliezen. De soldaten zouden hun missie zelfs succesvol hebben vervuld, maar uiteindelijk zijn verraden door incompetente politieke leiders die eind jaren tachtig kozen voor een roemloze aftocht uit Afghanistan.
In de Russische media beschuldigen ze Bondartsjoek en andere filmregisseurs, historici en journalisten ervan de nieuwe generatie Russen een eenzijdig negatieve interpretatie voor te spiegelen van het roemrijke Sovjet-verleden. En de volgens hen toch al weinig patriottisch gezinde Russische jongeren zullen hierdoor nog minder bereid zijn hun vaderland te verdedigen.
Een veel gebruikt argument daarbij is dat deze publicisten dankzij hun vermeende witteboordenachtergrond konden regelen dat ze zelf niet naar het slagveld hoefden af te reizen. Zij zouden daarom eigenlijk geen enkel recht van spreken hebben.
Dit artikel is exclusief voor abonnees