Een archeologische vondst van een Nederlander bij een West-Javaanse berg in 1914 was lange tijd in vergetelheid geraakt. Totdat onlangs een adviseur van de Indonesische president Yudhoyono de ontdekking van een piramide aankondigde. De vondst is echter allerminst onomstreden.
Andi Arief, leider van Yudhoyono’s speciale staf voor noodhulp bij natuurrampen, stuurde vorig jaar vijf geologen naar de berg Gunung Padang in een poging de grootte van het bouwwerk te schatten. De geologen stelden al snel vast dat een deel van de binnenkant van de berg uit een specifieke structuur bestond. Arief presenteerde de onderzoeksresultaten vorig jaar direct aan de president. In maart 2011 werd het team uitgebreid met Indonesische wetenschappers uit verschillende disciplines, zoals architecten, filologen, astronomen en geologen. Sindsdien werken zij eraan het mysterie van de Gunung Padang te ontrafelen.
De berg ligt op 45 kilometer afstand van Cianjur. Met de koolstofmethode stelden de onderzoekers de oudheid vast van de structuur, die door mensen zou zijn gebouwd. Het zou gaan om een tempelpiramide die tussen de 4700 en 10.900 jaar voor Christus werd opgericht, eerder dan de piramide van Gizeh in Egypte en dan Stonehenge in Engeland. Het bouwsel zou bestaan uit vijf terraslagen met een totale hoogte van circa honderd meter en een oppervlakte van vijftien hectare. Volgens Ali Akbar, archeoloog van de gerenommeerde staatsuniversiteit Universitas Indonesia, is de piramide tienmaal groter dan de tempel Borobodur.
Het bouwwerk zou voor het eerst in 1914 ontdekt zijn door de Nederlandse archeoloog N.J. Krom. Decennialang werd de vondst vergeten, totdat drie boeren uit het dorpje Karyamukti in 1979 een nieuwe lap grond op de rug van de berg wilden ontginnen.
De dorpsbewoners van Karyamukti geloven zelf dat de piramide is verbonden aan Prabu Siliwangi, een vorst uit het West-Javaanse Pajajaran. In 1482 bekeerde deze oorspronkelijke hindoe-vorst zich tot de islam, waarna hij en zijn volgelingen onder andere bij de Gunung Padang neerstreken.
Inmiddels is er de nodige kritiek op het onderzoeksproject. Mundardjito, een hoogleraar archeologie van de Universitas Indonesia, heeft nadrukkelijke vraagtekens gezet bij de archeologische methodologie die Ariefs team heeft gekozen. De eerste indrukken zouden te snel als definitieve resultaten zijn gepresenteerd. Ook zijn er vraagtekens bij de projectkosten. De gehele opgraving zou honderdduizenden euro’s kosten. ‘Zien is geloven,’ aldus Mundardjito.
Jan Lepeltak is correspondent in Indonesië.
Dit artikel is exclusief voor abonnees