Curaçao heeft zich als zelfstandig land binnen het Koninkrijk der Nederlanden geplaatst voor het WK voetbal in 2026. Op het WK in 1938 vond iets soortgelijks plaats, toen Nederlands-Indië als kolonie deelnam aan het mondiale voetbaltoernooi. Volgens historicus Gijsbert Oonk zorgt de sportwereld al decennialang voor vraagstukken over de natie, staat, koninkrijk en nationale identiteit.
Was het gebruikelijk voor Europese koloniën om een eigen sportploeg te hebben die deelnam aan internationale competities?
‘Het lag aan de koloniale machthebber of het mogelijk was om mee te doen. Zo speelde de Indiase hockeyploeg geregeld op de Olympische Spelen – met veel succes. Maar over het algemeen was het Mondiale Zuiden – met uitzondering van Japan – in de eerste helft van de twintigste eeuw ondervertegenwoordigd op internationale toernooien.’
‘Bij de deelname van teams uit de koloniën is het belangrijk om te reflecteren op wat we verstaan onder een “eigen” sportploeg. Nederlands-Indië was geen soevereine natiestaat, zoals andere landen op het WK dat wel waren. We moeten het team daarom niet zien als het “nationale” elftal van een concreet gedefinieerde natie.’
Is het dan opvallend dat Nederland en Nederlands-Indië meededen aan dezelfde competitie?
‘De deelname van beide teams was zeker opmerkelijk. Ze speelden onder dezelfde vlag, het Wilhelmus werd voor de wedstrijden van beide ploegen gespeeld en de voetballers stonden in soortgelijke oranje shirts op het veld. Dit roept vragen op over de staatkundige identiteit van Nederlands-Indië: wie en wat vertegenwoordigde het elftal eigenlijk?’

‘Het Nederlands-Indisch elftal was ook bijzonder omdat het een redelijk gemengde ploeg was. Sport was in de koloniën een gesegregeerde activiteit, waarbij witte en niet-witte teams veelal los van elkaar speelden. Dit elftal bestond daarentegen uit Nederlanders, Indo-Europeanen, Javanen, Ambonezen, en Chinezen.’
‘Vanuit Nederlands perspectief roept de deelname van het moederland en de kolonie dus een identiteitsvraagstuk op. Maar in andere landen had het idee van de nationale staat al langer een veelvormige invulling bij sportcompetities. Neem Groot-Brittannië: tijdens de Olympische Spelen bestaat Team Britain al geruime tijd uit Schotland, Wales en Engeland, terwijl zij op het WK-voetbal als drie landen tegen elkaar spelen.’
Nederland en Nederlands-Indië speelden allebei in oranje shirts
‘Op het WK van 1938 vormden nazi-Duitsland en Oostenrijk ook een aparte kwestie. De Anschluss had net plaatsgevonden en Adolf Hitler vond dat beide ploegen moesten worden samengevoegd om een betere vertegenwoordiging te hebben op het toernooi. Het Oostenrijkse team werd opgeheven en samengevoegd met het Duitse team. Uiteindelijk weigerden maar enkele Oostenrijkse spelers om mee te gaan met dit nieuwe Duitse elftal.’
Waren inwoners van Nederlands-Indië blij met de toernooideelname?
‘In de koloniën zie je dat sport gelieerd kan zijn aan het ontspruiten van verzet tegen de koloniale heerser. Tegelijkertijd kon het ook dienen als een manier om te laten zien dat je even goed, of zelfs beter was dan de kolonisator in de sport die zij hadden geïntroduceerd. De deelname van het Nederlands-Indisch elftal aan het WK kon zo ook dienen als een vorm van internationale erkenning voor Indonesiërs.’

In het huidige Indonesische elftal spelen veel in Nederland geboren voetballers. Hoe wordt er in Indonesië naar deze aanhoudende Nederlandse aanwezigheid gekeken?
‘De instroom van deze spelers geeft een enorm impuls aan het elftal omdat het nu wint van landen die vroeger nauwelijks werden verslagen. Dat is voor veel Indonesiërs het allerbelangrijkste. Een soortgelijke ontwikkeling vindt plaats in Suriname. Daar is het sportpaspoort geïntroduceerd: Nederlanders van Surinaamse afkomst kunnen hiermee voor het Surinaamse elftal spelen, zonder de nationaliteit te verkrijgen.’
‘Coaches, sportbonden en nationale staten kijken op steeds subtielere manieren hoe ze met soepele regelgeving de diaspora in dominante Europese voetballanden aan zich kunnen binden. Zo zie ik een zekere continuïteit tussen historische en huidige praktijken. De vraag op basis waarvan het elftal wordt samengesteld is door de jaren heen namelijk hetzelfde: wie mag de natie vertegenwoordigen? Vroeger waren er ad hoc oplossingen en werden mensen gestimuleerd door opportunisme. Nu is er veel regelgeving, maar het opportunisme is hetzelfde gebleven.’
Beide teams liggen er snel uit
Nederland werd in de eerste ronde van het WK 1938 uitgeschakeld door Tsjecho-Slowakije: 3-0. Op dezelfde dag ging Nederlands-Indië met 6-0 onderuit tegen Hongarije. Na het WK in Frankrijk speelden beide ploegen nog een vriendschappelijke wedstrijd in het Olympisch Stadion in Amsterdam, die Oranje met 9-2 won.

