Home Oorlogsberichten zijn notoir onbetrouwbaar

Oorlogsberichten zijn notoir onbetrouwbaar

  • Gepubliceerd op: 24 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Anton van Hooff
  • 3 minuten leestijd

Krijgsgeschiedenis is terug van weg geweest. Oorlog is immers weer terug. Zelfs het Nederlandse leger doet in Uruzgan wat des legers is: vechten. Het nieuwste boek van Lendering past in de hernieuwde belangstelling voor de oorlog als een historische versneller. De schrijver neemt ongeveer veertig antieke oorlogshandelingen onder de loep, meest slagen te land of ter zee. De rode draad die dit ‘kralensnoer van hoofdstukken uit de antieke krijgsgeschiedenis’ verbindt, is volgens Lendering de grote onzekerheid over de werkelijkheid. Die onzekerheid is niet typisch voor de Oudheid. Oorlogsberichten zijn notoir onbetrouwbaar. Dat komt niet alleen door de sterke partijdigheid van de waarnemers, maar ook door het gebrek aan overzicht dat typisch is voor mensen die op het slagveld aanwezig zijn. Dit verschijnsel van de fog of war heeft Lendering de titel van zijn boek ingegeven: Oorlogsmist.

Ondanks het onvermijdelijk episodische karakter leest het boek lekker weg. Lendering weet met vaart te vertellen en hij doorspekt zijn levendige verhaal met goed gekozen bronfragmenten. Hierbij put hij uit het rijke arsenaal goede Nederlandse vertalingen van klassieke schrijvers. Er zijn zelfs voor dit boek teksten speciaal vertaald. Met name de teksten uit Assyrië en Babylonië zijn een verrijking. Lendering corrigeert zo een al te eenzijdig Europacentrische visie op de botsingen tussen Oost en West.

De krijgsgebeurtenissen zijn in vijf delen ondergebracht: het oosterse wereldrijk, Griekenland, de opkomst van Rome, het mediterrane wereldrijk (van Rome) en Veranderingen (over de ondergang van Romeinse Rijk). De behandelde slagen behoren meest tot de gouden oude, waarvan we ons nog de jaartallen herinneren (Marathon, Thermopylai, Salamis, Cannae, Zama …). Maar er zijn ook minder bekende bij, zoals de grote zeeslag tussen Carthagers en Romeinen bij Eknomos in 256 v.Chr., ‘het grootste militaire treffen uit de Oudheid’ volgens de auteur.

De uitgeverij moet geprezen worden dat zij Nederlandse deskundigen uitnodigt met eigen werk te komen. Niet alleen maken vertalingen waarmee andere uitgeverijen komen de reputatie van hun Engelstalige auteurs vaak niet waar, maar zij verliezen ook nog veel kwaliteit door de ondeskundigheid van de vertalers. Lendering echter kent zijn vak.

Slechts een enkele keer fronst de betweter de wenkbrauwen: het waren 37 en niet 27 Noord-Afrikaanse bosolifanten die Hannibal ongedeerd over de Alpen leidde. Het riviertje dat Caesar in 49 oversteekt, heet op z’n Nederlands Rubico – Rubicon is een anglicisme. En het is een beetje raar te zeggen dat Octavius, de latere Augustus, een keizerrijk sticht. Alsof keizerrijk een bestaand staatsbestel was voordat hij er een vorm en zijn officiële naam (Caesar) aan gaf. Verder valt er over sommige interpretaties te discussiëren en zijn ze zelfs aanvechtbaar. De anatomische details van verwondingen die Homeros in zijn Ilias geeft, illustreren niet de moed van de aristocraten die deze gruwel onbevreesd tegemoet traden. Ze getuigen slechts van het ‘plezier’ waarmee het epos de hevigheid van de strijd beschrijft.

De opvatting dat de Slag bij Marathon, waarin de Atheners in 490 v.Chr. een Perzische expeditiemacht afsloegen, niet Europa voor Perzische dominantie redde, laat zich verdedigen. Dat de Slag bij het Trasimeense Meer (217 v.Chr.), waarin Hannibal een Romeins leger vernietigde, eigenlijk een Romeinse overwinning representeert, is een wel heel boude bewering. Maar Lendering houdt ervan een beetje tegendraads te zijn en die neiging houdt de lezer wel bij de les. Dat is wel nodig, want eigenlijk is het huppen van slag naar slag een nogal vervelende vorm van geschiedschrijving.

Van de belofte om de antieke ‘oorlogsmist’ aan te tonen, komt niet heel veel terecht. Misschien maar goed ook. De partijdigheid van antieke bronnen hoeft niet voor de zoveelste keer te worden aangetoond. In plaats van die overbodige ontmaskering vergast Lendering zijn lezers op een onderhoudend verhaal over de verschrikking die oorlog ook in de Oudheid was.

Anton van Hooff is docent klassiek cultuurgeschiedenis aan de Universiteit Nijmegen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.