Home Onderzoeker Joodse Raad: Verraadtheorie Anne Frank is ‘lasterlijke onzin’

Onderzoeker Joodse Raad: Verraadtheorie Anne Frank is ‘lasterlijke onzin’

  • Gepubliceerd op: 17 januari 2022
  • Laatste update 01 mrt 2022
  • Auteur:
    Bas Kromhout
  • 2 minuten leestijd
Onderzoeker Joodse Raad: Verraadtheorie Anne Frank is ‘lasterlijke onzin’

Het was deze week groot nieuws in de landelijke media: een gepensioneerde FBI-rechercheur zou eindelijk hebben ontdekt wie Anne Frank heeft verraden aan de Duitse politie. De notaris Arnold van den Bergh, lid van de Joodse Raad, zou uit eigen lijfsbehoud lijsten met onderduikadressen hebben doorgespeeld. Maar historicus Bart van der Boom, universitair docent aan de Universiteit Leiden, noemt de beschuldiging ‘lasterlijke onzin’.

Van der Boom deed jarenlang onderzoek naar de Joodse Raad. Volgens hem is er geen enkel bewijs dat die lijsten met onderduikadressen samenstelde. ‘Als dat zo was, zou dat bekend zijn geweest bij de Duitsers die verantwoordelijk waren voor de deportaties, Willy Lages en Ferdinand Aus der Fünten. Zij hebben na de oorlog in verklaringen aan de Nederlandse Justitie alles gedaan om de Joodse Raad medeverantwoordelijk te maken voor hun misdaden, maar ze hebben nooit iets gezegd over adressenlijsten die aan hen zouden zijn doorgespeeld.’

‘Een hoop poeha’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

FBI-rechercheur Vince Pankoke en zijn 23-koppige ‘coldcaseteam’ baseren hun theorie volledig op een anoniem briefje dat Otto Frank na de Bevrijding heeft gekregen. Hierop staat: ‘Uw schuilplaats te Amsterdam werd indertijd medegedeeld aan de Jüdische Auswanderung te Amsterdam, Euterpestraat, door A. van den Bergh, destijds woonachtig nabij het Vondelpark, O. Nassaulaan. Bij de J.A. bestond er een hele lijst door hem doorgegeven adressen.’

‘Flinterdun,’ noemt Van der Boom dit bewijs. ‘Na de oorlog deden de wildste geruchten de ronde over wie wie zou hebben verraden. Van den Bergh had veel vijanden.’ Het stoort de historicus dat het Amerikaanse coldcaseteam beweert met de modernste opsporingstechnieken te hebben gewerkt. ‘Het is een hoop poeha om niets.’

Volgens Van der Boom past de beschuldiging bij de vele misvattingen die er bestaan over de motivatie en de werkwijze van de Joodse Raad. ‘Je leest bijvoorbeeld vaak dat de Raad bepaalde wie er op transport moesten. Dat is volstrekt onwaar.’ In april verschijnt Van der Booms eigen boek over de Joodse Raad, getiteld De politiek van het kleinste kwaad.