Home ‘Onder die schijnbare zelfverzekerdheid verborg Hitler een onzeker karakter’

‘Onder die schijnbare zelfverzekerdheid verborg Hitler een onzeker karakter’

  • Gepubliceerd op: 23 september 2014
  • Laatste update 05 apr 2023
  • Auteur:
    Sietske van der Veen
  • 5 minuten leestijd
‘Onder die schijnbare zelfverzekerdheid verborg Hitler een onzeker karakter’

De Duitse historicus Volker Ullrich (1943) schreef een tweedelige biografie van Adolf Hitler. Het eerste deel, Opkomst, verscheen in 2014. In zijn boek gaat Ullrich uitgebreid in op het persoonlijke leven van de dictator. ‘Hitlers monsterlijke kant valt niet te begrijpen zonder die andere, menselijke kant.’

U schrijft dat Hitler vermeed zijn bevelen schriftelijk vast te leggen. Zo ontstonden snel misverstanden, maar hadden nazi-medewerkers ook de kans om hun eigen invloed te laten gelden. Denkt u dat Hitler dit expres deed, zodat er geen zwart-op-wit bewijs zou zijn tegen zijn misdadige bevelen?

‘Dat is onwaarschijnlijk. Het paste gewoonweg niet in zijn manier van regeren om zaken op schrift te stellen: hij was een spreker, geen schrijver. Een van de weinige schriftelijke bevelen die hij uitvaardigde is het bevel tot grootschalige euthanasie van de lebensunwerten Lebens, gedateerd 1 september 1939 – het begin van de oorlog. Maar niemand heeft bijvoorbeeld ooit papieren bewijs van het bevel tot de vernietiging van de Joden kunnen vinden. Hitler ontwikkelde een vorm van mondeling regeren die door zijn entourage werd overgenomen. Zij stelden zich voortdurend de vraag: wat verwacht de Führer van ons? De Britse historicus Ian Kershaw noemde het in zijn eerdere biografie: “naar de Führer toewerken”. De ene na de andere nazi-medewerker kwam met radicale initiatieven, waarvan zij dachten dat die zouden beantwoorden aan Hitlers wensen. Dat karakteriseerde het systeem. ’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

U heeft zich verre gehouden van psychologische theorieën over Hitlers karakter. U neemt de term ‘narcist’ bijvoorbeeld nergens in de mond, terwijl die benaming op hem van toepassing zou kunnen zijn.

‘Klopt, dat heb ik bewust niet gedaan. Afgezien van het feit dat ik geen psycholoog ben, berusten de meeste psychologische aannames over Hitler en zijn karakter op louter speculatie. Er zijn niet genoeg persoonlijke documenten van hem teruggevonden die psychologisch te duiden zijn. Hitler heeft alle mogelijke waardevolle bronnen vlak voor het einde van de oorlog laten verbranden.’

Toch gaat u wel uitgebreid in op Hitlers relaties met vrouwen.

‘Hij had een vreemde, maar interessante verhouding tot vrouwen. Aan het front in Frankrijk, toen zijn strijdmakkers hem vroegen of hij meeging naar het bordeel, weigerde hij. Totaal ascetisch was hij, zijn hele jeugd. Historici zijn het er niet over eens waar en wanneer hij precies voor het eerst gemeenschap had met een vrouw. Alle vrouwen met wie hij een (vermoedelijke) verhouding had, waren overigens zeer jong: Mimi Reiter in Berchtesgaden was 16 jaar, zijn nichtje Geli Raubal 19, en fotolaborante Eva Braun was 17 toen hij haar voor het eerst ontmoette. Hij was bang voor vrouwen van zijn eigen leeftijd, die zich in intellectueel opzicht met hem konden meten. Bij jonge vrouwen kon hij zich laten gelden. De zogenaamde Hitler-muttis waren trouwens ook heel belangrijk voor zijn carrière, maar op een andere manier: oudere vriendinnen – Elsa Bruckmann, Helene Bechstein, Winifred Wagner – moederden echt over hem.

‘Hitler was bang voor vrouwen van zijn eigen leeftijd, die zich in intellectueel opzicht met hem konden meten’

Er zijn mensen die zeggen dat Hitlers liefdesleven niet belangrijk is en zich afvragen waarom ik het heb opgeschreven. Maar ik denk dat zijn relaties met vrouwen goed illustreren dat hij onder zijn openlijke rol als charismatische Führer, onder die schijnbare zelfverzekerdheid, een heel onzeker karakter verborg.’

Wat was voor u als schrijver het boeiendst: Hitlers opkomst of zijn verval, dat in het volgende deel van de biografie (verschijnt zomer 2015) centraal staat?

‘Wat me in dit deel interesseerde zijn Hitlers beginjaren als politicus: van 1919 tot 1923 onderging hij een enorm snel leerproces. Hitler kwam uit de Eerste Wereldoorlog als een nobody, en groeide in een paar jaar tijd uit tot ‘de koning van München’, een man voor wie week na week duizenden mensen toestroomden als hij sprak in het Zirkus Krone. Hij had een bijzonder talent waar het andere populisten aan ontbrak: hij was een geweldig acteur en redenaar die de internationale en nationale omstandigheden – zoals de enorme inflatie – perfect in zijn eigen politieke verhaal wist te passen. Hoe meer hij triomfeerde, hoe groter zijn zelfvertrouwen werd en hoe meer zijn minderwaardigheidscomplex naar de achtergrond verdween.

Het volgende deel van de biografie gaat over een moeilijkere tijd. Welke rol speelt de persoon Hitler in de moord op de Europese Joden en de vernietigingsoorlog in de Sovjet-Unie? Het interessantst vind ik de verdwijning van de Führer als openbaar figuur. De alomtegenwoordige man van vóór de herfst van 1941 verdwijnt met elke militaire nederlaag een beetje meer. Hitler trekt zich terug als de catastrofale gevolgen van zijn oorlog zich beginnen af te tekenen. Zo heeft hij bijvoorbeeld nooit een van de vele gebombardeerde Duitse steden bezocht. Hij verstopte zich in zijn hoofdkwartier in de Wolfsschanze en liet als hij naar München of Berlijn reed de rolluiken van de trein naar beneden rollen, zodat hij de puinhopen niet hoefde te zien.’

Is de discussie over Hitler ‘af’ met uw portret?

‘Helemaal nog niet. Het ‘normaliseren’ van Hitler moeten we altijd tussen aanhalingstekens blijven zetten. Duitse recensenten vroegen zich naar aanleiding van mijn boek af: wat brengt die kennis van de ‘mens’ Hitler ons? Draagt het boek iets bij aan een beter begrip van zijn politiek en zijn misdaden? Is het niet overbodig? Ik ben van mening dat wanneer je Hitler werkelijk in al zijn dimensies ziet,  je eigenlijk een nog monsterlijker persoon ziet dan wanneer je dat niet doet. Hij was geen monster, maar een mens die tot monsterlijke daden in staat was. Hoe is het mogelijk dat iemand zulke gruweldaden begaat? Het is te simpel om hem weg te zetten als psychopaat. In zijn persoonlijk leven kon hij heel charmant zijn. Zijn monsterlijke kant valt niet te begrijpen zonder die andere, menselijke kant.’

Adolf Hitler. Deel 1. De jaren van opkomst 1889-1939 (960 p., € 49,95) is verschenen bij De Arbeiderspers.