Home Nederland was geen meisjesinternaat

Nederland was geen meisjesinternaat

  • Gepubliceerd op: 23 sep 2003
  • Update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Madelon de Keizer

Nederland en Duitsland in het interbellum. Wisselwerking en contacten; van politiek tot literatuur onder redactie van Frits Boterman en Marianne Vogel. 256 p. Verloren, euro 23,00



Het interbellum is hot. Ook in Nederland staat die fascinerende periode tussen de beide wereldoorlogen sinds enige tijd weer in de belangstelling – en terecht. Het heersende beeld van de jaren twintig en dertig is dat van een tijd van conservatisme en verstarring. Cultuurhistoricus H.W. von der Dunk heeft veel aan die visie bijgedragen. Zo’n dertig jaar geleden al stelde hij het Nederland van toen gelijk aan ‘een stille vijver’ met een cultuur van een ‘meisjesinternaat’. De gedachte dat de negentiende eeuw in Nederland, anders dan elders in Europa, voortduurde tot 1940 is tot vandaag gangbaar. Zelfgenoegzaamheid en provincialisme zijn de kernbegrippen van de Nederlandse interbellumcultuur, en dan is het woord ‘verzuiling’ nog niet eens gevallen.

De historiografie van het Nederlandse interbellum lijdt ernstig aan begripsverwarring. Economisch- en politiek- historici, literatuur-, kunst- en cultuurhistorici praten langs elkaar heen. ‘Europa’ is een context en dimensie waaraan het structureel ontbreekt bij het interbellumonderzoek. Pas recent is er enige aandacht voor de invloed van de Eerste Wereldoorlog op de Nederlandse cultuur.

De Duits-Nederlandse betrekkingen in het interbellum vormden in vroeger jaren veelal het onderwerp van politiek correcte en welwillende bestudering van wisselende contacten. De bundel over culturele wisselwerkingen tussen Duitsland en Nederland, het bekende Berlijn-Amsterdam 1920-1940. Wisselwerkingen (1982) van Kathinka Dittrich, of W.H. Würzners Aspecten van het interbellum (1990) zijn daar voorbeelden van. Bij zijn benoeming als hoogleraar Nederlands-Duitse betrekkingen aan de Universiteit van Groningen kondigde Frits Boterman in 1999 aan het terrein grondig op de schop te willen nemen. Uitgaande van fundamentele kritiek op het bestaande beeld van Nederland in het interbellum, tonen de bijdragen in deze door hem en Marianne Vogel geredigeerde bundel dat het, zoals Boterman nogal onderkoeld in zijn inleiding opmerkt, met de gezapigheid van Nederland ‘nogal meeviel’.

Boterman kiest voor de aanpak van de cultural transfer als studieobject; hij pleit, met andere woorden, voor onderzoek naar de directe contacten en wederzijdse beïnvloeding tussen Nederlandse en Duitse cultuurdragers. In het interbellum oefende Berlijn als centrum van de moderne kunst grote aantrekkingskracht uit. Nederlanders reisden die jaren heen en weer en namen over wat ze wilden overnemen. Individuele schrijvers (Nico Rost), kunstenaars (Theo van Doesburg), instellingen (de Nederlands-Duitsche Vereeniging) en tijdschriften fungeerden als culturele bemiddelaars. 

Duitsers (Thomas Mann) toonden van hun kant ook belangstelling voor Nederland, zij het in geringere mate. Al die contacten kunnen natuurlijk alleen op waarde worden geschat tegen de achtergrond van de West-Europese cultuur in het algemeen. Boterman noemt in dat verband een aantal complexe thema’s, zoals het veranderende mensbeeld, de opkomst en receptie van de massacultuur, de verhouding tussen politiek en cultuur, en het spanningsveld tussen eigenheid en openheid. 

De artikelen vormen een staalkaart van in Duitsland en Nederland overeenkomstige gevoelens van onbehagen en behagen met de moderniteit. Over en weer werden die uitgedrukt in de termen ‘Nederlands’ of ‘Duits’: begrippen waarvan de connotatie sterk kon verschillen. Zo werd het expressionisme in het Nederland van de jaren twintig als schilderstijl ‘Duits’ genoemd, wat in de toenmalige retour à l’ordre-trend gelijkstond aan ‘minder gewenst’. In de oud-liberale en conservatieve kringen van de Nederlands-Duitse Vereniging werd ‘de’ Duitse cultuur daarentegen juist als ‘goed’ en ‘gewenst’ beschouwd, als remedie tegen de ontbindende krachten van het tijdsgewricht. Zo fungeerden de buurstaten voor elkaar als vormgever van hun eigen moderniteit. 

Er staan in deze bundel mooie, lezenswaardige studies van kenners als Marianne Vogel, Gregor Langfeld en Léon Hanssen. Nieuw onderzoek wordt aangekondigd (Dieuwertje Dekkers) en van ander onderzoek een proeve gegeven (Ismee Tames). Boterman heeft school gemaakt met zijn kritische, nuchtere en op empirisch onderzoek gebaseerde aanpak. Daar mag Amsterdam nu verder van profiteren, want in oktober neemt hij afscheid van de Universiteit van Groningen en stapt hij over naar die van Amsterdam. 

Madelon de Keizer leidt het onderzoeksproject ‘Modernisering en cultuur in Nederland 1900-1940’ aan het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Nieuwste berichten

Een boer rijdt vloeibare mest uit over het land
Een boer rijdt vloeibare mest uit over het land
Interview

De politiek kiest al zestig jaar dezelfde tactiek bij het mestprobleem: vertragen

Landbouwminister Femke Wiersma wil de uitzonderingspositie voor Nederlandse boeren verlengen. Door deze zogeheten derogatie mogen ze meer mest uitrijden dan eigenlijk is toegestaan. Maar volgens de Financial Times gaat de EU haar verzoek om verlenging weigeren. Ondertussen ruziet ze met een andere BBB-minister over de mestplannen van het demissionaire kabinet. Wiersma’s opstelling past in een...

Lees meer
Gebouw Federal Reserve
Gebouw Federal Reserve
Artikel

Opheffing van de Amerikaanse Federale Bank veroorzaakte economische rampspoed

President Donald Trump heeft een afkeer van de Federal Reserve Bank (FED), de Amerikaanse centrale bank. Daarin staat hij niet alleen. Zijn verre voorganger Andrew Jackson hief de bank in 1836 zelfs op. Dat leidde tot een diepe economische crisis. Van oudsher hebben Amerikanen een hekel aan centrale overheidsinstellingen. En aan bankiers. Het verklaart waarom...

Lees meer
Het hof van Karel de Stoute, vijftiende-eeuwse manuscript-illustratie
Het hof van Karel de Stoute, vijftiende-eeuwse manuscript-illustratie
Artikel

De Bourgondiërs voerden een financieel schrikbewind

Bourgondische vorsten hieven belastingen om hun oorlogen en dynastieke ambities te financieren. De Belgische historicus Marc Boone belicht hun plannen via het leven van een van hun paladijnen. Dit artikel krijgt u van ons cadeau Wilt u ook toegang tot HN Actueel? Hiermee leest u dagelijks geschiedenisverhalen met een actuele aanleiding op onze website en...

Lees meer
Marie, gravin van Bylandt door Alies Pegtel
Marie, gravin van Bylandt door Alies Pegtel
Interview

Gravin Marie van Bylandt koos een verrassend zelfstandig leven

Gravin Marie van Bylandt groeide eind negentiende eeuw op in luxe op het Haagse landgoed Oostduin, omringd door natuur, personeel en talloze huisdieren. Toch koos ze daarna een verrassend zelfstandig leven: ongehuwd, onafhankelijk en samenwonend met dierenactiviste Elisabeth des Tombe. In De vervlogen wereld van Marie, gravin van Bylandt schetst historicus Alies Pegtel hoe de...

Lees meer
Loginmenu afsluiten