Home Mulisch gaf ‘geen reden tot politieke klachten’

Mulisch gaf ‘geen reden tot politieke klachten’

  • Gepubliceerd op: 14 juli 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Bas Kromhout

Dick Verkijk schrijft in Harry Mulisch: ‘fel anti-nazi’ vanaf wanneer? dat Harry Mulisch lid is geweest van de Jeugdstorm. De Heemsteedse archivaris en amateurhistoricus Hans Krol ging zelf op onderzoek uit en concludeert dat het bewijs flinterdun is.

Hij kent ze wel, de geruchten dat Harry Mulisch in de oorlog ‘fout’ zou zijn geweest. Volgens Krol, die dertig jaar directeur was van de bibliotheek van Heemstede, was Mulisch nooit erg populair in het Kennemerland. ‘Als kind al stond Harry Mulisch bekend als arrogant en excentriek, en ook zijn latere bewondering voor Cuba is hem niet in dank afgenomen. Maar voor de beschuldiging dat Mulisch bij de Jeugdstorm zou hebben gezeten, ontbreekt overtuigend bewijs.’ De getuigenissen van twee voormalige buren – de een uit de Spaarnzichtlaan in Heemstede, de ander uit de Haarlemse Anna van Buurenlaan, waar Mulisch vanaf 6 oktober 1961 woonde – noemt Krol ‘flinterdun’.

Krol, die in 1995 het boek Heemstede 1940-1945 schreef, zegt zelf met andere voormalige buren uit de Spaarnzichtlaan te hebben gesproken. ‘Geen van hen kon de veronderstelling dat Harry Mulisch in Jeugdstorm-uniform door de straat zou hebben gelopen onderschrijven. Ook vroegere klasgenoten van Harry Mulisch zijn van mening dat hij nooit Jeugdstormer is geweest. Bovendien hebben oud-NSB’ers die destijds bijeenkwamen in het kringhuis aan het Raadhuisplein mij verzekerd dat vader of zoon Mulisch daar nimmer is gesignaleerd.’

Elke ooggetuige kan zich vergissen, zeker als ze zich iets van zestig jaar geleden moeten herinneren. Daarom is Krol op zoek gegaan naar schriftelijke bronnen die de beschuldiging aan Mulisch’ adres zouden kunnen staven. Op de zolder van de Heemsteedse bibliotheek haalt hij twee dozen tevoorschijn met opschrift ‘NSB’. Ze bevatten verschillende lijsten van ‘foute’ personen uit Heemstede en Haarlem, opgesteld door rechercheurs van de Politieke Opsporingdienst.

Zo is er een lijst van 1425 namen uit de regio, waarbij alle mogelijke politieke delicten staan opgetekend, van lidmaatschap van de NSB tot een avondje stappen met een Duitser. De naam Mulisch komt hier niet op voor. Hetzelfde geldt voor een kaartenbak met ongeveer 250 namen van ‘foute’ Heemsteders, die rechercheur B. Silvis vlak na de oorlog heeft aangelegd.

Geen enkele lijst kan honderd procent uitsluitsel geven, beseft Krol. ‘Maar ik moet opnieuw concluderen dat de door Verkijk aangehaalde getuigenissen volledig op zichzelf staan, en niet worden ondersteund door de bronnen die daar redelijkerwijs voor in aanmerking zouden komen.’

De sterkste aanwijzing voor Mulisch’ onschuld is een brief die oud-rector Van der Elst van het Eerste Christelijk Lyceum op 4 juni 1946 schreef aan een reclasseringsambtenaar, waarmee zijn oud-leerling Mulisch in aanraking was gekomen vanwege diefstal uit de bibliotheek. De brief bevindt zich in het gemeentearchief van Haarlem. Rector Van der Elst typeerde Mulisch als volgt: ‘Rijk opgevoede, verwende jongen. Sterk egocentrisch, met een abnormaal gevoel van eigenwaarde en zelfbewustzijn. Onbetrouwbaar, gedrag op school storend. […] Gaf geen reden tot politieke klachten in de bezettingstijd.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.