Home Militaire jas

Militaire jas

  • Gepubliceerd op: 18 januari 2006
  • Laatste update 07 apr 2023
  • Auteur:
    Bastiaan Bommeljé
  • 2 minuten leestijd
Militaire jas

383 p. Athenaeum-Polak & Van Gennep, euro 19,95

De titel van het nieuwe boek van Fik Meijer, Amsterdams hoogleraar oude geschiedenis, is misschien zonderling. Macht zonder grenzen biedt in vogelvlucht de opkomst en ondergang van het (West-)Romeinse Rijk, en men zou denken: als dit Rijk iets had, dan waren het wel grenzen. Er zijn zelfs historici die betogen dat het Imperium Romanum vooral bestond uit grenzen, met daarnaast een netwerk van wegen tussen stedelijke centra, en dat de Romeinse macht hoofdzakelijk greep had op die grenzen en dat netwerk.

In het gebied daartussen was de staat vaak afwezig. Geen wonder dat Romeinen bij elke reis door het Rijk als de dood waren voor bandieten, rovers, opstandelingen en anderen die zich weinig aantrokken van Romes gezag. In deze visie was het Romeinse Rijk geen macht zonder grenzen, maar een dunne militaire jas rond een bestuurlijk skelet, overeind gehouden door culturele dominantie.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Maar in dit boek krijgt men geen visies of discussies; men krijgt het verhaal, en wel opgetekend door een historicus die – zo blijkt uit zijn eerdere boeken als Keizers sterven niet in bed, Gladiatoren en Vercingetorix – meer verteller is dan theoreticus. En de opkomst en ondergang van Rome – van stadje aan de Tiber via een expansieve republiek tot een uitgestrekt keizerrijk dat ten slotte ineenzijgt – is fascinerend, intrigerend en inspirerend genoeg om steeds opnieuw te worden verteld.

Voor wie van niets weet, biedt dit boek wat weinig houvast (het verhaal dendert voort met veel namen en plaatsen; er zijn aardige kaartjes, maar bijvoorbeeld geen lijst van keizers). Voor wie wel van iets weet, biedt dit boek wat weinig substantie (het verhaal dendert voort zonder verwijzing naar modern onderzoek; de bibliografie is uitermate beknopt, het notenapparaat mager en de paar uitstapjes naar sociaal-culturele aspecten tamelijk dun).

Vooral wie houdt van een vlotte toon en licht anachronistisch taalgebruik (‘De Carthagers moesten hun trauma verwerken’) komt aan zijn trekken. Deze geschiedenis van Rome is, kortom, uitermate geschikt voor ontwikkelde jongelui van 15 tot 21 jaar.