Home Mijn Verhaal: ‘De mensen zongen al “Oranje boven” op straat’

Mijn Verhaal: ‘De mensen zongen al “Oranje boven” op straat’

  • Gepubliceerd op: 27 augustus 2003
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Martine Postma

Na de verovering van Antwerpen door de geallieerden ging op 5 september 1944 het gerucht dat ook Nederland elk moment kon worden bevrijd. Tienduizenden NSB’ers vluchtten op deze Dolle Dinsdag halsoverkop naar Duitsland. Onder hen was ook de toen driejarige Frans van Hoof.



‘De drukte op het perron in Deventer was verschrikkelijk. Overal krijsende kinderen, huilende vrouwen. En zodra het zwarte monster van de locomotief kwam aanrijden, ontstond er een run op de trein; de mensen vochten voor een plaatsje. Mijn vader, in zijn SS-uniform, tilde mij door het raam in de armen van mijn moeder. Zelf bleef hij achter; hij moest zijn werk bij de radio blijven doen.
     Waarom mijn vader bij de NSB was gegaan? Puur uit carrièreoogpunt, denk ik. Hij was eerst propagandaman bij de visserij, maar toen die door de oorlog stil kwam te liggen, ging hij hoorspelen schrijven voor de radio, die steeds Duitsgezinder werd. Hij werkte zich op tot chef Dramaturgie, een behoorlijk hoge baan. Natuurlijk wist hij wat de NSB inhield. Maar hij was verblind door zijn eigen succes.
     In 1944 werd hij als oorlogsverslaggever naar Normandië gestuurd. Want de hoge bazen zeiden: “Je moet de oorlog in het echt meemaken.” Hij kwam in dienst van de propaganda-afdeling van de SS. Als de Duitsers werden teruggedrongen, heette dat in zijn verslagen een “tactische terugtrekking”; de geallieerde bombardementen noemde hij “misdadig”.

     Mijn vader trok die zomer met het front mee naar boven. Op 3 september vluchtte hij samen met de Duitsers weg uit Brussel toen die stad werd ingenomen door de geallieerden. Toen daarna ook Antwerpen werd bevrijd, riep de radioleiding in Nederland hem op zich onmiddellijk uit de voeten te maken, omdat de geallieerden elk moment hier konden zijn. Met een radiowagen van de AVRO reed hij zo snel mogelijk terug naar Hilversum.
     Daar zaten mijn moeder, mijn broertje en ik al de hele dag doodsbang op zolder. Ruiten van ons huis waren ingegooid en de mensen op straat zongen al “Oranje boven, oranje boven”. Het was midden in de nacht toen mijn vader thuiskwam. “Inpakken,” zei hij. “We gaan meteen weg.” We namen een hutkoffer mee met wat kleren en proviand en – dat was weer typisch mijn vader – ook de kolossale wisselbeker die hij in 1931 had gewonnen toen hij in Amerika wereldkampioen welsprekendheid was geworden.
     Met de auto reden we naar Deventer, waar de NSB treinen had geregeld om ons naar Duitsland te brengen. We zijn wel twaalf uur onderweg geweest vanuit Hilversum; de wegen waren overvol met vluchtende NSB-gezinnen en militairen, in auto’s en vrachtwagens, maar ook op boerenkarren en zelfs op fietsen.
     De treinreis was afschuwelijk. Overdag stonden we vaak stil en moesten we ons verstoppen op perrons of in tunnels, want de geallieerden gooiden bommen op alles wat bewoog. ’s Nachts zaten we eindeloos in die stinkende, broeierige trein. Pas eind september kwamen we aan in Gifhorn, onder Hamburg. Daar werden we ondergebracht in een pasontruimd gevangenenkamp. Het was er smerig, er was nauwelijks eten en veel kinderen stierven aan dysenterie; ook mijn broertje en ik waren na een paar maanden op sterven na dood.
     In januari, toen die berichten de NSB-leiding hadden bereikt, zijn we met zo’n zelfde transport teruggegaan naar Nederland. Daar hebben we op een door de NSB gevorderd kamertje in Nieuw Weerdinge het einde van de oorlog afgewacht. Ook mijn vader kwam daar op een gegeven moment naartoe.
     Op 12 april reden geallieerde tanks het dorp binnen en barstte het feest los. Een halfuur later werd mijn vader, met geweerkolven in zijn rug, weggevoerd. Hij is vier jaar krijgsgevangen geweest; zijn Nederlanderschap is hem voor vijftien jaar afgenomen. Tussen mijn ouders is het nooit meer goedgekomen.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.