Het belang van het middeleeuwse Noordzeegebied voor de moderne wereld was enorm, stelt journalist Michael Pye in Aan de rand van de wereld. Hoe de Noordzee ons vormde. Hierin beschrijft Pye ontwikkelingen die zich afspeelden rond het Noordzeegebied tussen de vroege Middeleeuwen en 1700. ‘Ik wist er zelf ook niet veel van. Dat leek me een mooi beginpunt.’
U bent actief geweest als journalist en als fictieschrijver, maar in uw boek ontpopt u zich vooral tot historicus. Heeft uw achtergrond een rol gespeeld bij het schrijfproces?
‘Jazeker. Na mijn studie geschiedenis besloot ik me vooral op andere vormen van schrijven te richten. Dat is van invloed geweest toen ik een historisch werk ging schrijven: ik wilde dat het boek toegankelijk was voor een breed publiek. Als een verhaal saai geschreven is, houden mensen hun aandacht er niet bij. Mijn achtergrond als fictieschrijver kwam hierbij goed van pas.’
Waarom een boek over het middeleeuwse Noordzeegebied?
‘Voor Britten was de Noordzee eeuwenlang een grote sloot. Het was de slotgracht die ons scheidde van het Europese vasteland. Zo dacht ik, als Brit, er in eerste instantie ook over. Pas toen ik betrokken raakte bij een project over de Noordzee in de zeventiende eeuw besefte ik dat het vroeger misschien anders was. De Engelse marine enterde soms Nederlandse koopvaardijschepen, waarvan bijna alle opvarenden Engelsen waren. Dat verraste mij. Hoe belangrijk was nationaliteit voor mensen rond de Noordzee?’
‘Daarnaast was ik nieuwsgierig naar de Middeleeuwen in het algemeen. Ik wist er niet zo veel van, laat staan van het Noordzeegebied in die tijd. Zo kwam ik erop om dat eens goed te onderzoeken.’
Willem van de Velde, De verovering van het Engelse admiraalschip de ‘Royal Prince’ (ca. 1666)
Uw boek bestaat hoofdzakelijk uit verhalen die zich afspeelden rond de middeleeuwse Noordzee. Wat wilt u daarmee aantonen?
‘Historici schrijven geschiedenis vaak vanuit de politieke of religieuze machtscentra. Daar is niets mis mee, maar ik vind wel dat je verder moet kijken. Naar mijn mening zijn centra geneigd tot conservatisme, alles moet hetzelfde blijven. In de periferie is het centrale gezag zwakker aanwezig, waardoor er meer ruimte is voor innovatie.’
‘Het middeleeuwse Noordzeegebied was zo’n periferie. Het lag ver weg van de centra van grote territoriale rijken, maar er was enorm veel bedrijvigheid. Ik wil laten zien dat de innovaties rond de Noordzee van grote invloed zijn geweest op de moderne wereld.’
Heeft u een voorbeeld van een belangrijke ontwikkeling die voor het eerst rond de Noordzee plaatshad?
‘De IJslandse sagen, die zich afspelen in de elfde en twaalfde eeuw, verhalen over ijdele kooplui die in de Engelse havenstad Grimsby buitenlandse kleren kochten om, eenmaal thuis, indruk te maken op hun tijdgenoten. Het is een voorbeeld van een nieuw fenomeen: mode. Langs de kusten van de Noordzee vond uitwisseling plaats van kleding en van trends. Dat kon daar ook. De machtscentra, met hun strikte sociale hiërarchieën en strenge kledingvoorschriften, waren ver weg. Mode rond de Noordzee was veranderlijk. Men droeg wat men wilde, en wat men kon betalen. Het werd een uitdrukking van individualiteit.’
In uw boek heeft u het over Ierse monniken in de zevende eeuw, maar ook over Vlaamse begijnen die zevenhonderd jaar later leefden. U moet enorme hoeveelheden bronmateriaal hebben doorspit. Hoe heeft u dat gedaan?
‘Veel bronmateriaal is tegenwoordig via het internet makkelijk te vinden en te doorzoeken. Dat wil niet zeggen dat ik vanuit mijn luie stoel heb kunnen werken. Ik moest naar verschillende bibliotheken, bijvoorbeeld in Oxford, Den Haag en Leiden.’
‘Ik was afhankelijk van vertalingen uit talen als het Oud-Saksisch en het Oud-Fries. Helaas bestaat er voor die talen tegenwoordig weinig belangstelling. Een hoop kennis dreigt daarmee verloren te gaan.’
Gaat u nog meer historische boeken schrijven?
‘Ik heb op dit moment een project lopen over Antwerpen in de zestiende eeuw. Ik vond het interessant om hierover te schrijven, omdat het een onderbelicht onderwerp is. En dat terwijl er destijds in Antwerpen heel belangrijke ontwikkelingen hebben plaatsgehad.’
‘Een ander project staat nog in de kinderschoenen. Het idee is om te kijken naar de randen van grote koloniale rijken, zoals Spanje en Portugal. Interessant is bijvoorbeeld dat Portugal in de zestiende en zeventiende eeuw grote delen van de Braziliaanse kust overheerste, maar dat de handel tussen Brazilië en Europa voor een belangrijk deel in handen was van Normandische schippers. Die handel, en die schippers, waren ver verwijderd van het centrum van de koloniale macht… Eigenlijk lijkt dit project wel op mijn boek over de Noordzee!’