De Britse veiligheidsdienst MI5 werd in de jaren zestig verrast door de Noord-Ierse terreurorganisatie IRA. Terwijl de eerste bommen afgingen, richtte MI5 zich nog op de restanten van het Britse wereldrijk. De dienst wist meer van Jamaica, Kenia en andere (voormalige) koloniën dan van het eigen Noord-Ierland. Dat is een van de belangrijkste conclusies van historicus Christopher Andrew, die uitgebreid onderzoek deed naar de geschiedenis van de Britse geheime dienst.
Zijn boek The Defence of the Realm kwam in oktober 2009 al uit, maar levert nog elke maand nieuws op. Het is een merkwaardige bestseller: een vuistdikke en bij vlagen gortdroge geautoriseerde monografie. Andrew, docent aan de Universiteit van Cambridge, deed tien jaar lang onderzoek. Hij spitte de 400.000 archiefstukken door, sprak met oud-spionnen en reconstrueerde zo voor het eerst een uitgebreide geschiedenis van MI5, netjes op tijd voor het 100-jarige bestaan van de dienst.
Van tevoren vroegen velen zich af wat Andrew zou schrijven over de aanhoudende geruchten dat Labour-premier Harold Wilson (1974-1976) werd geschaduwd door MI5, omdat hij zou worden verdacht van banden met communistisch Rusland. In het bekendste boek over de Britse geheime dienst, Spycatcher (1985) van oud geheimagent Peter Wright, wordt uiteengezet hoe de dienst tegen Wilson samenspande. Maar Andrew bestrijdt dat. Er werd inderdaad een dossier bijgehouden over Wilson, maar hij werd nooit verdacht van communistische banden of spionage.
Wie wel hoog op het lijstje van politieke verdachten stonden, waren de redactieleden van de socialistische krant Daily Worker. Het blad heeft onthutst gereageerd op de onthulling in Andrews boek dat MI5 in de jaren vijftig plannen had om de hele redactie op te sluiten in een kamp op het eiland Man.
De laatste ontwikkeling naar aanleiding van The Defence of the Realm heeft te maken met vermeende contraspionage. Oud-medewerker van de dienst Stephen de Mombray liet eind januari weten zelf een boek te gaan schrijven over MI5, met zijn eigen versie van de waarheid. De Mombray stapte in 1979 op omdat de dienst volgens hem wemelde van de verraders. Andrew verwerpt dat idee en noemt De Mombray een complotdenker.
Dit artikel is exclusief voor abonnees