Planten- en insectenkenner en kunstenaar Maria Sibylla Merian (1647–1717), bekend van haar prachtige boek over Surinaamse insecten, maakte voor haar werk dankbaar gebruik van een netwerk van vrouwelijke leerlingen.
Merian woonde enige tijd in Frankfurt am Main en Neurenberg, waar ze welgestelde jonge vrouwen onderwees in schilder- en borduurkunst. Dat werk is vaak afgedaan als een zijpad in haar carrière, maar in het tijdschrift Isis laat Stephanie Reitzig zien dat de leerlingen een belangrijke rol speelden in Merians onderzoek.
Via hen kreeg ze bijvoorbeeld toegang tot de tuinen bij het kasteel van Neurenberg, die een interessante vindplaats van rupsen bleken. Ook brachten ze haar in contact met mannelijke geleerden. Toen Merian zich in de Nederlanden had gevestigd, vroeg ze haar vrouwennetwerk bovendien regelmatig om bijzondere vlinders, slangen en andere dieren. Het netwerk van Merian was niet uniek, stelt Reitzig. Ook andere vrouwen wisselden onderzoeksmateriaal en contacten uit in de geleerde wereld.
Beeld: Een brilkaaiman en een koraalslang in gevecht. Tekening van Maria Sibylla Merian.
