Home Lifestyle & Trends

Lifestyle & Trends

  • Gepubliceerd op: 18 mei 2005
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Marjolein van Rotterdam
  • 3 minuten leestijd

De hotspots van achttiende-eeuws Parijs. Lekker weg in de jaren dertig. Haute couture in de Middeleeuwen. Trends zijn van alle tijden. Deze keer: het conservenblik.


Iedereen die wel eens in een tentje heeft zitten prutsen om met zijn zakmes een familieblik spaghetti open te krijgen, weet hoe rampzalig dat is: oranje slaapzakken en overal sliertjes. Achteraf gezien lijkt het dan ook onbegrijpelijk dat de uitvinding van de blikopener pas ná die van het conservenblik kwam.

Een halve eeuw lang wás het niet anders. De Britse soldaten die in 1812 als eersten ten strijde trokken met blikvoer in hun ransel, gebruikten hun bajonetten, zakmessen, of geweervuur om de blikken open te krijgen. Dit ondanks de gebruiksaanwijzing, die luidde: ‘Cut round the top near the outer edge with a chisel and hammer.

Twee jaar eerder, in 1810, was het conservenblik uitgevonden door Peter Durand. De Brit wilde de conserveermethode van de Franse kok Nicolas Appert verbeteren. Die had ontdekt dat luchtdicht opgeborgen en verhit eten eindeloos goed bleef. Appert won er een wedstrijd mee die de Franse regering had uitgeschreven om de voedselvoorziening van het leger te verbeteren – een leger marcheert op zijn maag. Vijftien jaar had Appert over zijn uitvinding gedaan, en hij kreeg er 12.000 Franse francs voor.

Durand had voor zijn patent minder tijd nodig. Toch was zijn blik een echte verbetering op het glas waarin Appert het eten opborg. IJzer met een tinnen toplaag roestte niet en kon niet breken. Geen wonder dus dat overal ter wereld mensen iets zagen in zijn vondst. Ook buiten het leger.

Een van de enthousiaste gebruikers van het eerste uur was Otto von Koztebue, de eerste die in een Russisch schip rond de wereld voer. Von Kotzebue onderzocht in 1815 de noordoostelijke doorvaart naar de Oost en nam bergen blikken met vlees mee aan boord. Ook een van zijn opvolgers, sir William Edward Parry, maakte gretig gebruik van blikvoer op zijn twee noordpoolexpedities. Eén blik geroosterd kalf kwam ongeopend mee terug en werd bewaard in een museum. In 1938 konden wetenschappers zich niet bedwingen: het blik ging open. Het kalf bleek nog prima te eten. De kat die het vlees mocht testen ging er in elk geval niet dood van.

Expeditieleiders, goud- en gelukszoekers en uiteindelijk ook consumenten; iedereen was blij met het conservenblik. Er kleefde jarenlang maar één nadeel aan: het ging niet zo gemakkelijk open.

Had Durand bij zijn blikken niet meteen een blikopener kunnen uitvinden? Niet voor het materiaal waarvan zijn blikken waren gemaakt. Die waren groot, dik en zwaar; vaak wogen de lege blikken meer dan het voedsel dat erin zat. Je kwam er eenvoudigweg niet doorheen. Pas toen er in de jaren 1850 dunner staal kwam, werd het mogelijk de blikken met minder dan een hamer en beitel open te krijgen.

Zodoende kreeg de Amerikaanse uitvinder Ezra Warner in 1858, zo’n veertig jaar na de uitvinding van het blik, een patent op de allereerste blikopener. Het was een haakvormig mesje dat je met de punt door het blik stak, dat je vervolgens van onder naar boven wrikkend opensneed (sommige kampeerders zweren er nog bij, maar oranje slaapzakken zijn hiermee evenwel etc.). Het handige model dat iedereen nu nog in de keukenla heeft, het wieltje dat het blik opensnijdt langs de rand, werd in 1870 – ook in Amerika – gepatenteerd.

Er was intussen steeds meer eten in blik te krijgen, dat bereikbaar werd voor de gewone consument. Ook in Nederland ontstond in de negentiende eeuw een aanzienlijke conservenindustrie. In vaak kleine bedrijven werden allerlei land- en tuinbouwproducten gesteriliseerd, en vlees, gecondenseerde melk en vis. In 1866 werd te Leiden de eerste conservenfabriek geopend, dankzij een cholera-epidemie. Neeltje van der Plas was daardoor namelijk met haar groenten blijven zitten. Er zat niets anders op dan het overschot te conserveren. Ze deed dat in luchtdichte bussen, ‘met eene methode die niets aan geur, smaak en malschheid ontneemt’, die ze had geleerd van een bevriende kok. Al snel kwamen er meer fabriekjes. De blikken gingen vooral naar de koloniën. De gewone huisvrouw wilde er niet aan; ze vertrouwde het ingeblikte voedsel niet. Pas na 1900 kreeg eten uit blik een imago van goed en gezond, en bovendien chic.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Nieuwste berichten

Schreef Jef Last mee aan Anton de Koms beroemde boek?
Schreef Jef Last mee aan Anton de Koms beroemde boek?
Artikel

Schreef Jef Last mee aan Anton de Koms beroemde boek?

Schrijver Jef Last beweerde in 1962 te hebben meegewerkt aan Anton de Koms Wij slaven van Suriname (1934). Die claim was pijnlijk en onterecht, stelt dochter Judith de Kom in haar onlangs gepubliceerde memoires. Wat zeggen de bronnen?

Lees meer
Hoe de Hongaarse kokarde uit 1848 is gekaapt door Viktor Orbán
Hoe de Hongaarse kokarde uit 1848 is gekaapt door Viktor Orbán
Artikel

Hoe de Hongaarse kokarde uit 1848 is gekaapt door Viktor Orbán

Afgelopen zaterdag 15 maart herdachten de Hongaren de onafhankelijkheidsoorlog van 1848-1849. Het is traditie om op deze feestdag een kokarde in de kleuren van de nationale vlag te dragen. Maar tegenwoordig laten veel Hongaren hun kokardes liever thuis, omdat Viktor Orbán er een partijsymbool van heeft gemaakt. Elk jaar herdenken de Hongaren op 15 maart...

Lees meer
Tijdens de Slag bij Ane verpletterde een boerenleger de edelen
Tijdens de Slag bij Ane verpletterde een boerenleger de edelen
Artikel

Tijdens de Slag bij Ane verpletterde een boerenleger de edelen

In de dertiende eeuw werd bij het buurtschap Ane in Overijssel een bloederige veldslag uitgevochten tussen boeren en edelen. Tot ieders verbazing hakten de Drenten de zwaarbewapende ridders van de bisschop van Utrecht in de pan. Op 28 juli 1227 opende het leger van Otto van Lippe, de bisschop van Utrecht, bij Ane de aanval...

Lees meer
‘Alawieten krijgen onterecht de schuld van wat Assad heeft misdaan’
‘Alawieten krijgen onterecht de schuld van wat Assad heeft misdaan’
Interview

‘Alawieten krijgen onterecht de schuld van wat Assad heeft misdaan’

Honderden Syrische alawieten zijn afgelopen week gedood door aanhangers van de nieuwe regering. Alawieten worden geassocieerd met het gevallen Assad-regime. Volgens hoogleraar Maurits Berger (Universiteit Leiden) is dat niet terecht. ‘Assad is alawiet, maar hij ziet zichzelf vooral als een Syriër, een Arabier.’ Wie zijn de alawieten? ‘Het alawitische geloof is een vertakking binnen het...

Lees meer