Zelden was er zoveel overeenstemming onder de deelnemers aan het lezersforum. Maar liefst 82 procent is het eens met de stelling: ‘Nederland liet de Molukkers na de Indonesische onafhankelijkheid steeds in de steek.’ Slechts 10 procent onderschrijft dit niet.
Het ‘verraad’ van de Nederlandse regering aan haar trouwe Molukse onderdanen begon volgens veel respondenten bij de soevereiniteitsoverdracht aan de Indonesische Republiek op 27 december 1949. ‘Indonesië zou een federale staat worden en de Molukken zouden hierin zelfstandig zijn,’ schrijft W.N. Grimme. ‘Nederland heeft hier onvoldoende op aangedrongen.’ K. van Weert spreekt van een ‘dubbelhartige houding’ van de regering in Den Haag: enerzijds beloofde zij de Molukken een onafhankelijke deelstaat binnen de ‘Verenigde Staten van Indonesië’, anderzijds erkende zij de ‘soevereine eenheidsstaat Indonesië’.
De meeste respondenten hebben er wel begrip voor dat Nederland niet bij machte was om tegen de wil van de Republiek en de wereldopinie in Indonesië zijn wil op te leggen. Ine Bruijns vindt echter dat ‘Nederland te weinig heeft gedaan om het niet-inwilligen van zijn belofte aan de Molukkers te communiceren’. Volgens Jaap Kuipers heeft Nederland bij de Molukkers die uit angst voor de wraak van de Indonesische regering naar Nederland migreerden ‘de hoop laten leven dat ze waarschijnlijk terug konden naar een onafhankelijke Molukse staat. Dus werden ze maar in kampen gestopt.’
Dit laatste was volgens A.J.W. Wuite ‘op zich niet zo’n slecht idee. Ze waren gewend aan het tangsi-systeem – dat wil zeggen, ze leefden met elkaar op het terrein van de kazerne.’ Kwalijker was dat de Molukkers ‘was verteld dat hun verblijf in Nederland van tijdelijke aard zou zijn’, terwijl ‘ook toen al de regering moet hebben geweten dat dit een loze belofte was’.
Volgens J.T. de Heus heeft Nederland de Molukse immigranten ‘in veel opzichten – opvang, huisvesting, werk – aan hun lot overgelaten’. H.J. Hermsen schrijft dat ‘er weinig tot niets is gedaan aan de integratie van de Molukkers in de Nederlandse samenleving’. Jos Schmitz vindt het ‘heel begrijpelijk dat de hier geboren Molukse jongeren in de jaren zeventig in opstand kwamen, hoe misplaatst hun acties ook waren’.
Dit artikel is exclusief voor abonnees