Home LESSEN: Het spel met Hollands grenzen

LESSEN: Het spel met Hollands grenzen

  • Gepubliceerd op: 28 maart 2013
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Bas Kromhout
  • 3 minuten leestijd

Minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken wil dat vóór maart 2015 de provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland samensmelten tot één superprovincie. Daarvoor moet hij heel wat weerstand overwinnen. De provinciale structuur van Nederland is taai en heeft oude papieren. Dirk Jan Wolffram, hoogleraar geschiedenis van bestuur en politiek in de moderne tijd aan de Rijksuniversiteit Groningen, legt uit:

‘De grenzen van de huidige provincies volgen grotendeels die van de oude gewesten van de Republiek. Een uitzondering vormen Noord- en Zuid-Holland, die voortkomen uit één gewest. Al in 1806, bij de totstandkoming van het Koninkrijk Holland onder Lodewijk Napoleon, werd dwars door Holland een grens getrokken. Ten noorden van deze lijn lag het nieuwe departement Amstelland en ten zuiden het departement Maasland.

In 1810, toen Napoleon heel Nederland annexeerde, werden Noord-Holland en Utrecht samengevoegd tot één departement Zuiderzee, met Amsterdam als hoofdstad. Deze situatie duurde echter maar drie jaar. Degenen die in 1813-1814 het Koninkrijk der Nederlanden bestuurlijk inrichtten, konden er niet omheen de oude gewesten in een of andere vorm te laten terugkomen in het staatsbestel. Ze besloten er provincies van te maken.

De provincies kregen dezelfde administratieve taak als de departementen hadden in de Franse tijd: toezicht houden op de gemeenten, de waterschappen en de belastingen. In elke provincie werd een gouverneur aangesteld, die verordeningen uitvaardigde richting gemeenten en waterschappen. Medio negentiende eeuw werkten op het provinciehuis van Zuid-Holland meer ambtenaren dan op het ministerie van Binnenlandse Zaken. De provinciale staten vergaderden slechts één of twee keer per jaar.

Holland was in 1814 weer één provincie met één statenvergadering geworden, maar de administratieve scheiding tussen noord en zuid werd gehandhaafd. Er waren twee colleges van gedeputeerde staten en twee ambtenarenapparaten. Al snel bleek dat deze situatie leidde tot gedoe, vanwege grote verschillen in beleid tussen beide provinciehelften. Bovendien werden in de loop van de jaren 1830 overal in Nederland provinciale gerechtshoven gesticht. Omdat het Hollandse gerechtshof in Den Haag stond, kwam Amsterdam er nogal bekaaid vanaf.

Vandaar dat in 1840 Noord- en Zuid-Holland werden gesplitst. Overigens was hier weerstand tegen in het gebied benoorden het IJ, waar beduchtheid heerste voor de dominantie van Amsterdam binnen de nieuwe noordelijke provincie. Het protest hielp niets, want de provinciale grenzen hebben sinds die tijd altijd stevig vastgelegen. Alleen moest Overijssel in 1986 de Noordoostpolder afstaan aan de nieuwe provincie Flevoland.

Als er in de twintigste eeuw sprake was van herindelingsplannen, dan betrof het meestal regio’s die zelfstandig wilden worden. Ze zouden dan beter hun eigen belangen kunnen verdedigen dan binnen de provincie. Zo kwam in de jaren zestig in Rotterdam en omgeving de zogenoemde Rijnmond-gedachte op en werd een poging gedaan om een nieuwe bestuurlijke eenheid te creëren. En in de jaren negentig strandden plannen voor de vorming van stadsprovincies rond Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.

Sinds een jaar of zeven wordt serieus gesproken over samenvoeging van provincies in Noord-Nederland en de Randstad. Dat roept vanzelf weer tegenkrachten op. Als het Plasterk lukt om de fusie van Noord-Holland, Utrecht en Flevoland erdoor te drukken, dan ontstaat er een kerngebied Amsterdam-Almere-Utrecht, waar meer dan 1,5 miljoen mensen wonen. De agrarische buitengebieden zullen het pleit verliezen. Grote kans dat er dan weer geroepen wordt om verzelfstandiging van regio’s. In de regel is schaalvergroting echter niet eenvoudig terug te draaien.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Nieuwste berichten

Moeder en kind in Noord-Hollandse dracht
Moeder en kind in Noord-Hollandse dracht
Nieuws

Zeventiende-eeuwse jongen kreeg Staten-Generaal als peetouder

In 1668 kreeg een baby, de zoon van de graaf en gravin van Bentheim, een opmerkelijke voornaam. Het jongetje werd ‘Statius’ gedoopt, een afgeleide van het woord ‘Staten’. De Staten-Generaal van de Nederlandse Republiek waren namelijk peetouder van het kind. En zij hadden om die naam gevraagd.  Het was een opmerkelijke gang van zaken, want...

Lees meer
Onthoofding van Johan van Oldenbarnevelt
Onthoofding van Johan van Oldenbarnevelt
Interview

‘Met Mark Rutte zocht ik naar de resten van Van Oldenbarnevelt’ 

Ronald van Raak ging op onderzoek onder het Binnenhof. Hij vertelt over zijn historische sensatie: ‘In mijn goede pak kroop ik door het stof.’ Kent u de historische sensatie, zoals door Johan Huizinga omschreven?  ‘Die heb ik zeker ervaren tijdens een koude januarinacht in 2019, het hagelde, toen ik met Mark Rutte afdaalde in de...

Lees meer
Lída Baarová, Gustav Fröhlich en Joseph Goebbels
Lída Baarová, Gustav Fröhlich en Joseph Goebbels
Artikel

Lída Baarová: de onmogelijke liefde van Joseph Goebbels 

Rijkspropagandaminister Joseph Goebbels raakt zo verliefd op de Tsjechische actrice Lída Baarová dat hij er met haar vandoor wil. Het komt er niet van, en Baarová betaalt een hoge prijs voor de affaire. ‘Geen van mijn films is zo dramatisch geweest als mijn leven.’  Haar moeder pusht Lída (1914-2000) en haar zus Zorka Janů al...

Lees meer
Allegorie Willem I
Allegorie Willem I
Beeldessay

Het regent koninklijke lintjes, een onderscheiding die Willem I invoerde

Koning Willem I doet zijn best het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden op te stoten in de vaart der volkeren. Toch verliest hij de helft van zijn land. Op 30 november 1813 landt Willem Frederik van Oranje na een ballingschap van 19 jaar op het strand van Scheveningen. Twee dagen later wordt hij uitgeroepen tot soeverein...

Lees meer