In zijn proefschrift De gefragmenteerde staat. Een onderzoek naar de relatieve autonomie van de staat onder het moderne kapitalisme stelt de Nijmeegse historicus en politicoloog Bob Bouhuijs dat linkse politiek in Nederland slechts beperkt mogelijk is. SP-Kamerlid Ewout Irrgang blijft optimistisch.
In het klassieke marxisme heet de kapitalistische staat een machtsinstrument te zijn van de bezittende klasse. Volgens Bouhuijs doet die visie geen recht aan de mogelijkheid voor linkse bewegingen om via het electorale systeem zelf de staatsmacht naar zich toe te trekken en antikapitalistisch beleid te voeren. Hij noemt twee voorbeelden: het regime van Salvador Allende in Chili (1970-1973) en het kabinet-Den Uyl (1973-1977).
Hoewel niet in dezelfde mate als Allende, voerde Den Uyl een ten dele antikapitalistische politiek. Zijn kabinet deed verregaande voorstellen voor winstdeling en arbeiderszelfbestuur in particuliere bedrijven. Dat leidde tot grote weerstand van ondernemers en rechtse partijen, en uiteindelijk tot de val van het kabinet.
Volgens Bouhuijs bewijst de casus van Den Uyl dat antikapitalistisch beleid in Nederland niet onmogelijk is, maar wel aan beperkingen gebonden. Hij wijt dit met name aan ‘relaties tussen de kapitalistische klasse en delen van het staatsapparaat’, zoals de Nederlandse Bank en het Centraal Plan Bureau, die de regering van Den Uyl niet steunden.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 7 maart jongstleden heeft zich een linkse meerderheid afgetekend. De meest antikapitalistische partij van Nederland, de SP, droomt van een regeringscoalitie met PvdA en GroenLinks. Hoe schat Ewout Irrgang, SP-Kamerlid en woordvoerder inzake economie en financiën, de kansen in voor een antikapitalistisch beleid in Nederland?
‘Er wordt vaak gezegd dat de marges in de politiek smal zijn. Toch zit er rek binnen het kapitalistische systeem, als je ziet hoe groot de verschillen zijn tussen bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Zweden. De SP is voorstander van een aantal correcties op het ongebreidelde kapitalisme. Zo moet er een heel andere belastingpolitiek komen, zonder hypotheekrenteaftrek voor de hoogste inkomens. Nutsbedrijven moeten weer in overheidshanden komen. De inkomensverschillen moeten worden verkleind en de invloed van de werknemers in bedrijven vergroot.’
Veel van deze punten stonden ook op het lijstje van Den Uyl. ‘Maar als er straks een links kabinet komt, wil dat niet zeggen dat we teruggaan naar de dagen van Den Uyl,’ meent Irrgang. ‘Den Uyl zei: “De staat zal het allemaal wel voor u regelen.” Dat is niet het standpunt van de SP. Ik ben dan ook niet bang voor weerstand van rechts. Dit zijn niet de jaren zeventig, toen het hard tegen hard hing.’
Ook vreest Irrgang dit keer geen tegenwerking van de Nederlandse Bank en het CPB. ‘Het hoort bij hun taak als onafhankelijke instituties om kritiek te uiten op het regeringsbeleid. Dat doen ze ongeacht of er een rechts of een links kabinet aan de macht is.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees