Niet lang daarna, bij het referendum over de Europese Grondwet van 2005, werd ‘de Poolse loodgieter’ voorpaginanieuws in Frankrijk. Indien Poolse ambachtslieden als gevolg van de dienstenrichtlijn van eurocommissa ris Frits Bolkestein hun diensten in Frankrijk mochten aanbieden volgens hun nationale tarieven, konden Franse concurrenten hun zaak wel opdoeken, vreesden veel Fransen.
Ooit was Frankrijks relatie met Polen veel inniger, zo bewijst de nieuwe tentoonstelling Polonia in het museum voor immigratiegeschiedenis in Parijs, gevestigd in het voormalige koloniale museum. Anders dan in Nederland heeft de Poolse aanwezigheid in Frankrijk een bijna twee eeuwen oude voorgeschiedenis, die begon ten tijde van Napoleon. De Franse keizer droeg in 1807 bij aan de oprichting van het hertogdom Warschau, nadat hij het gebied had veroverd op de Pruisen.
Parijs oefende in de negentiende eeuw een grote aantrekkingskracht uit op de Poolse elite, met als beroemdste voorbeeld de componist Chopin. Ook tweevoudig Nobelprijswinnares Marie Curie was van Poolse origine.
Begin vorige eeuw kwam er voor het eerst een massale Poolsemigratie n aar Frankrijk op gang. In 1931 waren er ongeveer een half miljoen Polen in Frankrijk, vooral werkzaam in de mijnbouw en op het land. Een deel van hen werd teruggestuurd tijdens de economische crisis van de jaren dertig, maar het merendeel bleef. Tijdens het Sovjetbewind in Warschau kregen ze gezelschap van een intellectuele elite die het communisme bestreed.
In de hedendaagse politiek zijn de afstammelingen van die Poolse immigranten geen issue meer. In alle lagen van de samenleving zijn er Fransen met Poolse achternamen, zoals de invloedrijke oud-minister Michel Poniatowski en de huidige milieuminister Nathalie Kosciusko-Morizet.
Dit artikel is exclusief voor abonnees