Home JOURNALISTEN IN NEDERLAND 1850-2000

JOURNALISTEN IN NEDERLAND 1850-2000

  • Gepubliceerd op: 28 maart 2002
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Henri Beunders

door Piet Hagen. 600 p. De Arbeiderspers 2002. 36,30 euro


Je blijft erin lezen, in Journalisten in Nederland. En dat wil wat zeggen, want het betreft een pil van 600 bladzijden. De eerste 150 zijn gewijd aan de globale historische ontwikkeling van een tiental genres, zoals reporters, opiniemakers, parlementair journalisten, correspondenten, interviewers, schrijvers, oorlogsjournalisten en `vrouwen’, afgesloten met een te summier stuk over de Werdegang van het beroep van `de journalist’.
        Daarna worden 48 portretten geschetst van gerenommeerde journalisten sinds 1850. Het zijn trefzekere weergaves, gelardeerd met mooie citaten. Hagen maakt er mensen van vlees en bloed van, en geeft hun journalistieke, politieke of letterkundige betekenis beknopt maar terzake weer. Kortom, een onmisbare `Who is Who’ van 150 jaar persgeschiedenis.
        Niets dan lof? Nee. De 44 mannen en vier vrouwen zijn alle bekend tot overbekend. Een greep: Busken Huet, Abraham Kuyper, Domela Nieuwenhuis, P.J. Troelstra, S.F. van Oss, H. Roland Holst, M.J. Brusse, M. Van Blankenstein, Max Blokzijl, H.M. van Randwijk, Jeanne Roos, J.L. Heldring, Bibeb, W.L. Brugsma, Henry Faas, H.J.A. Hofland, Renate Rubinstein, Rudie van Meurs, Cisca Dresselhuys, Paul Witteman, Bart Middelburg en Frénk van der Linden.
        Zij staan volgens Hagen `model voor een krant, een tijdperk, een stroming, een genre of een type journalist’. Specialismen als economische journalistiek of sportjournalistiek komen in het hele verhaal niet voor. Het lijkt wel of alle beschrevenen helden van Hagen persoonlijk zijn. Belangrijker omissies: de regionale journalistiek ontbreekt en de naoorlogse Telegraaf heeft blijkbaar evenmin een `stroming, genre of type journalist’ opgeleverd die de moeite van aparte aandacht waard is. Journalisten als Laurens ten Cate, G.B.J. Hiltermann, Henk van der Meyden en Kees Lunshof worden met enkele zinnen afgedaan.
        Hier wreekt zich de werkwijze: Hagen koos vooral journalisten wier werk in boeken is gebundeld of die al eerder zijn geportretteerd. Zijn boek is daarom bijna vlekkeloos historisch verantwoord. Deze kracht is tegelijk de zwakte: een belangrijk deel van de journalistiek die ons al vele decennia omringt, en niet alleen het `vertroste’ deel, blijft onbeschreven. Dit mooie naslagwerk vraagt daarom om magnum opus, deel 2.

Henri Beunders is hoogleraar geschiedenis van maatschappij, media en cultuur aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.