Home Jolande Withuis

Jolande Withuis

  • Gepubliceerd op: 26 januari 2010
  • Laatste update 02 mei 2023
  • Auteur:
    Jolande Withuis
  • 3 minuten leestijd

Met de dood van Marcus Bakker, op 24 december 2009, is het Nederlandse communisme definitief verleden tijd. ‘Marcus’, zoals hij in de CPN door eenieder werd genoemd (in het tutoyeren van hun leiders waren de Nederlandse communisten voorlijk), was de laatste publiek bekende figuur van de echte communistische diehards, de generatie die na de oorlog de Koude Oorlog te verstouwen kreeg; de generatie ook die grote offers bracht voor haar levensovertuiging (wat die overtuiging overigens geen haartje sympathieker maakt). Anders dan voor de babyboomers die hen opvolgden, was het communisme voor hen geen springplank naar een profijtelijker carrière.

Ook in mijn ouderlijk huis heette de communistische fractievoorzitter simpelweg ‘Marcus’. Mijn vader was redacteur van De Waarheid toen Bakker hoofdredacteur was, een functie die hij eerst nog combineerde met zijn Kamerlidmaatschap. Ze maakten mee dat de krant die in 1945 de grootste was van Nederland, verschrompelde tot een sektarisch blaadje van vier pagina’s, dat trachtte het hoofd boven water te houden tegen een advertentieboycot in van zowel ondernemers als overheid.

Toen ik een dik decennium later als jong studentje zelf op de redactie van Het Volksdagblad terechtkwam – een vakantiebaan die gelukkig van korte duur was – zwaaide daar de gluiperige Joop Wolff de scepter, een gevreesd man, die met zijn razen en tieren volwassenen ineen deed krimpen die ooit hun leven hadden geriskeerd in het verzet, en die ik van mijn leven nooit ‘Joop’ heb durven noch willen noemen.

‘Marcus’ mocht dan zoveel jovialer aandoen, ook hij was een stalinist pur sang. Het staal waaruit hij was opgetrokken was niet minder hard dan dat van de anderen. Het was Bakker die als voorzitter van de communistische jeugdbond met de leus ‘Maak van onze jongens geen SS’ers’ protesteerde tegen de troepenzendingen naar Indonesië; het was dezelfde Bakker die tien jaar later in de brochure De CPN in de oorlog communistische verzetshelden als Gerben Wagenaar met terugwerkende kracht als verraders belasterde.

Na de dood van mijn vader vorig jaar schreef Marcus een condoleancebrief: hij zou zich hem ‘met een glimlach’ herinneren. Die glimlach beviel me beter dan de Bakkerse schaterlach die bij diverse necrologieën van de afgelopen weken stond afgebeeld. Die schaterlach, voluit aangezet bij zijn afscheid uit de Kamer – na vijfentwintig jaar! – is onecht.

Bakker nam afscheid op een moment dat het communisme was gerehabiliteerd. Zijn ongeïntimideerde houding tegenover zelfgenoegzame machthebbers als minister-president Van Agt sprak in de linkse jaren zeventig en tachtig velen aan. Zijn parlementaire werk werd door vriend en vijand geroemd. Dat er in het nieuwe gebouw zelfs een Marcus Bakkerzaal kwam, was een triomf na het demonstratieve vertoon bij zijn maidenspeech, toen álle andere partijen de zaal verlieten en achter de gordijntjes lawaai gingen maken. CPN’ers waren in 1956 ‘ratten die knaagden aan de dijken van de democratie’, en ratten mag je als ratten bejegenen.

Niettemin was de gezelligheid op de foto’s tussen Marcus en zijn Kamercollega’s van 1981 schijn. Hij haatte en minachtte ze. Een krachtig mengsel van haat en minachting was de brandstof die Bakker voortstuwde. Jaar in jaar uit, zonder burn-out. Bakkers veelgeprezen humor bestond – het moet helaas worden gezegd – veelal uit een consequent volgehouden snerende toon. Zijn geestigheid was nogal vaak sarcasme.

Bakkers in 1983 gepubliceerde memoires droegen als ondertitel Bespiegelingen zonder berouw. Dit gebrek aan spijt was wellicht zijn zelfbehoud. Sommige investeringen zijn te groot om nog ooit als fout te kunnen erkennen. Tegelijk illustreert die houding een algemener communistisch onvermogen tot zelfreflectie. Of beter gezegd: onwil, want communisten zagen hun kille emotiehuishouding niet als onvermogen. Hun persoonlijke afkeer van psychologie had een ideologische grondslag. Zij lieten zich letterlijk en figuurlijk niet kennen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.