Home Jolande Withuis

Jolande Withuis

  • Gepubliceerd op: 31 augustus 2010
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Jolande Withuis

In Nederland valt de ontdekking van het oorlogstrauma rond 1970. Al werd die late gezondheidsschade toen nog geen ‘oorlogstrauma’ genoemd, maar ‘postconcentratiekampsyndroom’. Rond 1970 merkten artsen dat nog veel patiënten nachtmerries hadden over de oorlog of paniekaanvallen kregen wanneer ze Duits hoorden praten. Of ze durfden de wc-deur niet dicht te doen, omdat ze zich dan opgesloten voelden. Of ze waren simpelweg te vroeg versleten. Politiek en publiek werden met deze gezondheidsklachten geconfronteerd toen in 1972 minister van Justitie Van Agt de Drie van Breda wilde vrijlaten, de laatste oorlogsmisdadigers die nog in Nederland gevangenzaten. Hier gaat het me om de periodisering van dit ziektebeeld.

Een van de intrigerendste uitkomsten van het vergelijkend onderzoek van historisch socioloog Annet Mooij en mijzelf naar de medische nasleep van de Tweede Wereldoorlog, is dat het verschijnsel ‘oorlogsziek’ in de verschillende Europese landen op verschillende tijd¬stippen aan het licht kwam. Soms later dan hier, maar bijvoorbeeld in Frankrijk werd al in 1946 een Pathologie des Déportés erkend. De term ‘KZ-syndroom’ blijkt te zijn gemunt anno 1954 in Denemarken, een land waaruit weinig Joden werden weggevoerd en dat maar weinig verzet had gekend.

In ons boek The Politics of War Trauma geven wij enige verklaringen voor die ongelijktijdigheid. Zo deelde het Nederlandse verzet in 1945, anders dan de Franse en Deense collega’s, de beduchtheid van dokters en dominees dat aandacht voor gezondheidsklachten zou leiden tot chronische aanpassings¬problemen. De slachtoffers moesten zo spoedig mogelijk terug naar ‘normaal’. Het is dan ook mede een gevolg van de ontzuiling en de mentale omslag van de jaren zestig en zeventig dat het aantal oorlogsgetraumatiseerden na 1970 sterk groeide. Terwijl de populatie afnam, verdrievoudigde het aantal aanvragen voor een verzetsinvaliditeitspensioen.

Maar dan weten we nog niet hoe de overlevenden van de kampen er voordien aan toe waren. Als ze in Frankrijk ziek bleven na kampgevangenschap, waarom hier dan niet? Wat de gezondheidssituatie van de Nederlandse kampoverlevenden betreft, zijn de eerste decennia na de oorlog nog steeds in hoge mate een zwart gat. Er zijn onderzoekers, onder wie ikzelf, die dat zwarte gat graag zouden witten.

Voor zulk onderzoek ligt een prachtbron voor het grijpen: de dossiers van oorlogs¬slacht¬¬offers die na de oorlog een uitkering ontvingen. Die dossiers liggen onder meer opgeslagen bij de Pensioen en Uitkeringsraad (PUR) en de voormalige Stichting 1940-1945. Dit materiaal kan meer nieuwe inzichten opleveren, omdat de dossiers behalve medische gegevens ook sociale rapportages en de historische verificatie van het verzets- en kamp¬verleden van de betrokkenen bevatten.

Door analyse van de dossiers zouden we, compleet met sociale en historische context, kunnen nagaan met welke klachten verzetsgepensioneerden zich in die jaren meldden. Maar ook hoe zijzelf en hun familie die klachten waarnamen en hoe hun behandelaars dachten over mogelijke oorlogsgevolgen. Vervolgens kan worden geanalyseerd hoe dit alles met de jaren veranderde. Er is al vaak mooi onderzoek gedaan met medische dossiers als bron. Zo ontdekte historica Svenja Goltermann dat Duitse ex-krijgsgevangenen met achtervolgings¬wanen in de jaren vijftig werden behandeld met testos¬teron omdat echte mannen aan een oorlog geen klachten zouden overhouden.

Nu ‘de oorlog met pensioen gaat’, zoals dat heet, wordt de oorlogssector gereorga¬niseerd en afgebouwd. De dossiers zullen worden overgedragen aan het Nationaal Archief. Hoera, denk je dan als wetenschapper. Daarna volgt de kater. Het blijkt de bedoeling deze kilometer papier te vernietigen. Weg bron.

Vernietiging van deze dossiers zou ons de kans ontnemen de kennis over hoe traumatisering in zijn werk gaat verder te ontwikkelen. Laten verstandige mensen deze onherstelbare fout voorkomen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.