Home Interview met de ‘Spion van Oranje’

Interview met de ‘Spion van Oranje’

  • Gepubliceerd op: 10 april 2017
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Geertje Dekkers
Interview met de ‘Spion van Oranje’

Het is mei 1941 als de 18-jarige Bram Grisnigt op de fiets naar Frankrijk stapt, de vrijheid tegemoet. Uiteindelijk wordt hij in Engeland opgeleid tot geheim agent en keert hij terug naar Nederland, waar hij wordt opgepakt en ternauwernood overleeft. Journalist en historicus Bram de Graaf tekende zijn ongelooflijke verhaal op in ‘Spion van Oranje’. Een dubbelinterview met de hoofdrolspeler en de auteur.

Najaar 1943. De 20-jarige Bram Grisnigt maakt zich boven Noord-Brabant klaar voor een parachutesprong uit een Britse bommenwerper. Hij krijgt radio-apparatuur mee om uit bezet gebied inlichtingen te seinen naar Londen. Daar is hij de voorgaande maanden opgeleid voor deze riskante operatie.
 
Hoe was het om te springen?
Bram Grisnigt: Dat was helemaal geen probleem hoor. Daar was ik voor getraind. Of ik angstig was? Dat vind ik een moeilijk woord, angstig. Later, toen ik gevangen zat in Haaren, en ik te horen kreeg dat ik misschien de volgende dag zou worden doodgeschoten, was ik wel enorm gespannen.
 
Bram Grisnigts verhaal begon ruim twee jaar eerder. Vlak voor zijn eindexamen vertrok hij in mei 1941 met zijn vriend Dik van Delft uit Den Haag richting Frankrijk. De twee jongens reden op hun stadsfiets en zochten de weg met hulp van Brams Bosatlas. Hun doel was Marseille, waar ze de boot hoopten te nemen naar Nederlands-Indië, dat nog niet was bezet. Daar hoopten ze zich te kunnen aansluiten bij het leger.
 
Waarom vertrok u?
Bram Grisnigt: Ik dacht: wat doen die Duitsers hier? Dan liepen ze te marcheren door onze straten en zongen ze Die Fahne hoch! Die Reihen fest geschlossen! Dat stoorde mij. Daarom wilde ik me melden bij het Nederlandse leger.
 
De jongens bereiken het zuiden van Frankrijk maar daar stuiten ze op hindernissen. Dik gaat terug naar huis maar Bram zet door en komt via Curaçao, de Verenigde Staten en Canada in Londen terecht waar hij wordt opgeleid tot spion. Na zijn parachutesprong werkt hij een paar maanden als geheim agent. Maar zijn groep wordt opgerold en Bram belandt na een lange reis in concentratiekamp Neuengamme. In een buitenkamp moet hij onder onvoorstelbare omstandigheden tankgrachten graven. Als de oorlog op zijn einde loopt, wordt hij verplaatst naar concentratiekamp Ravensbrück. Hij overleeft de periode ternauwernood.
Ruim zeventig jaar na dato is zijn verhaal opgetekend door historicus Bram de Graaf, in Spion van Oranje.
 
Lang heeft u uw verhaal voor uzelf en uw vrouw gehouden. Nu is er toch dit boek. Waarom?
Bram Grisnigt: Jongeren vieren tegenwoordig uitgebreid bevrijdingsdag. Maar 4 mei gaat aan veel van hen voorbij. Ik wil dat ze beseffen dat hun vrijheid duur betaald is. Dat er mensen voor zijn gestorven. De erevelden liggen er vol mee. En alleen al van de 180 geheim agenten die tijdens de Tweede Wereldoorlog boven Nederland werden geparachuteerd of aan wal gezet, zijn er 95 gesneuveld of omgebracht.
 
Bram de Graaf: Ik begon aan het boek toen mijn zoon achttien werd, net zo oud als meneer Grisnigt toen hij richting Frankrijk fietste. Ik vond dat een mooie insteek van het verhaal: voor een achttienjarige, over een achttienjarige. Ik denk dat dat ook een reden was waarom meneer Grisnigt wilde meewerken: dat we jongeren zouden bereiken.
 
Bram Grisnigt: Jongeren leren veel te weinig over de oorlog. Sommige docenten zijn bang om het over de holocaust te hebben. Laat geschiedenisdocenten eens met hun leerlingen naar erevelden gaan. Daar liggen jongens die maar iets ouder zijn dan die scholieren. Dan kunnen ze daar over de oorlog vertellen.
 
Bram de Graaf: Meneer Grisnigt heeft zijn verhaal lang niet naar buiten gebracht. Maar toen hij in 1974 met pensioen ging, heeft hij een mooi archief aangelegd. Hij had alles netjes gedocumenteerd in mappen. Voor mij als historicus waren die mappen een goudmijn en ik mocht ze doornemen. Tussendoor sprak ik met meneer Grisnigt over dingen die ik niet begreep, en dan kwamen er bij hem weer verhalen boven. Het was heel bijzonder dat ik degene die het allemaal had meegemaakt nog kon interviewen, op hoge leeftijd maar nog helemaal helder.
 
Na uw fietstocht en lange omzwervingen werd u spion-in-opleiding Londen. Wat leerde u daar?
Bram Grisnigt: Seinen, informatie verzamelen over bijvoorbeeld militaire installaties, achtervolgers afschudden, parachutespringen. Het viel allemaal onder MI6/Dutch Section. Het was een goede opleiding.
 
Eenmaal in Nederland, in Amsterdam, seinde u inlichtingen door naar Engeland.
Bram Grisnigt: Ik kreeg briefjes met informatie die ik stiekem kon ophalen bij een adres in de Kerkstraat, snackbar Petite Marmite. Dat ging bijvoorbeeld over militaire installaties, maar ook over de economische toestand in Nederland. Maar soms ging het ook over zaken die ik minder belangrijk vond. Als ze graag een dominee wilden hebben in Londen, bijvoorbeeld.
Soms waren de berichten al in code en soms moest ik de teksten zelf versleutelen. Daarna seinden ik ze door. Dat vond ik heel goed om te doen.
 
Bram de Graaf: De zender moest zo kort mogelijk in de lucht blijven want anders konden de Duitsers hem vinden. Maar soms liep het op tot wel twintig minuten, als het zenden moeizaam liep.
 
Uiteindelijk gaat het mis. Eerst wordt uw goede vriend Piet Hoekman gedood en vervolgens werd uw hele groep opgerold. In het boek staat dat u daarna de wrede kant van de bezetters leerde kennen.
Bram Grisnigt: Niet alleen van de Duitsers hoor. Ik heb in kamp Vught gezeten en daar werden we ook slecht behandeld door Nederlanders.
 
U zat ook gevangen in Neuengamme en moest bijna uitgehongerd tankwallen graven.
Bram Grisnigt: Daarover wil ik nog zeggen dat de mensen in de buurt, die ons dagelijks naar het werk zagen lopen, moeten hebben geweten wat er gebeurde. Achteraf zeiden ze ‘Wir haben es nicht gewußt’. Maar dat is de grootste flauwekul die er is.
Verder praat ik niet meer over de kamptijd. Ik heb het één keer verteld, voor het boek. Daar staat het allemaal in.
 
Bram de Graaf, Spion van Oranje. Het verhaal van Engelandvaarder Bram Grisnigt
Ambo|Anthos, 244 p. € 15,00

 

Benieuwd geworden naar Spion van Oranje? Bestel het boek hier. 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.