Home INTERVIEW: ‘Het Amerikaans systeem beloont onredelijkheid.’

INTERVIEW: ‘Het Amerikaans systeem beloont onredelijkheid.’

  • Gepubliceerd op: 28 november 2012
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Geertje Dekkers

Het zou zo mooi kunnen zijn: industrialisering en technologische vooruitgang kunnen steeds meer mensen een beter leven geven. Maar door politieke stompzinnigheid steken we steeds weer stokken in onze eigen wielen, zegt Maarten van Rossem naar aanleiding van een geactualiseerde versie van zijn overzichtswerk De Verenigde Staten in de twintigste eeuw.

‘Het is mooi dat Obama de verkiezingen heeft gewonnen, maar op de lange termijn maakt het niets uit. Amerikaanse presidenten zijn niet meer dan een product van hun tijd en hun betekenis is schromelijk overschat.’ Dit is een opmerkelijk citaat van Amerika-kenner Maarten van Rossem, die de presidenten zijn carrière lang nauwlettend volgde.

Van Rossem kijkt terug op de ontstaansgeschiedenis van zijn boek De Verenigde Staten in de twintigste eeuw, waarvan een geactualiseerde uitgave verschijnt. De oorspronkelijke versie, uit 1984, behandelde de geschiedenis tot 1974. Sindsdien heeft Van Rossem regelmatig hoofdstukken toegevoegd over latere perioden en deze editie loopt door tot net voor de herverkiezing van Obama.

Van Rossem besteedt veel aandacht aan de presidenten en hun verkiezingsraces; een persoonlijke liefhebberij. Maar de afgelopen jaren is hem steeds duidelijker geworden dat dat slechts korte golfbewegingen zijn, zo benadrukt hij tijdens het interview, en dat de geschiedenis op de lange termijn wordt gestuurd door met name technologische ontwikkelingen.

‘De Industriële Revolutie, die begon tussen 1650 en 1750 en in grote delen van de wereld nog steeds gaande is, heeft een enorme groei van de rijkdom en de bevolking mogelijk gemaakt. Dat was de basis van de fantastische jaren van Amerika, vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog tot het einde van Bretton Woods.’

Het systeem van Bretton Woods reguleerde tussen 1944 en 1973 wereldwijd de wisselkoersen en de verhouding tot de Amerikaanse goudvoorraad. Lange tijd vormde het een stabiele basis van de wereldeconomie: ‘Het was de tijd van het grote compromis van vakbonden, werkgevers en overheid, die in betrekkelijke eendracht beleid vormden; de tijd van een welvaartsexplosie waardoor een geschoolde arbeider ook een Chevrolet kon kopen en in de suburbs gaan wonen.’

Die gouden periode liep door tot in de jaren zeventig, maar in dat decennium begon ook de ‘malaise’, aldus Van Rossem: ‘Men zocht een alternatieve manier om de samenleving in te richten en daaruit is het neoliberalisme geboren.’ Het door Van Rossem verfoeide idee dat de overheid zo klein mogelijk moest zijn en dat gedereguleerde markten de meeste welvaart zouden opleveren, werd in de Verenigde Staten populair vanaf het presidentschap van Jimmy Carter (1977-1981). Na het aantreden van het eerste kabinet-Lubbers in 1982 kreeg het ook in Nederland stevige voet aan de grond.

‘Dertig jaar is de deregulering in Amerika ons voorgehouden als voorbeeld; in hoofdredactionele commentaren, in pretentieuze kletsboekjes. Zo moest het. En tijdens de paarse kabinetten was ik zelf ook enthousiast over het beleid. De laatste jaren is me duidelijk geworden dat het te ver is doorgeschoten. Dat heb ik te laat gezien en ik denk dat veel sociaal-democraten dat te laat hebben gezien.’

‘In Amerika heeft het neoliberalisme de meest verschrikkelijke effecten gehad, blijkt nu. De inkomensongelijkheid heeft gruwelijke vormen aangenomen. De infrastructuur is compleet verwaarloosd en de publieke sector is volledig afgeknepen vanwege de gedachte dat de overheid een verdachte instelling is en belasting heffen een vorm van georganiseerde diefstal.

Veel armen in Amerika accepteren de grote inkomensongelijkheid omdat ze geloven in de mythologie van hun eigen land; van krantenjongen tot miljonair en al die andere poppenkast. En als je gelooft, accepteer je alles. Maar het is bewezen onjuist. Laat Rutte en Samsom hier maar nivelleren.’

Van Rossem is een technologisch optimist en ervan overtuigd dat steeds meer mensen het steeds beter kunnen krijgen door voortgaande industrialisering en innovatie: ‘Het probleem is dat we voortdurend stokken in onze eigen wielen steken, vanwege ideologie. Economische neergang is volgens mij bijna altijd te wijten aan politieke stompzinnigheid. De problemen waarmee Amerika nu worstelt, zijn het gevolg van beleid dat dertig jaar lang is gevoerd.’

Van Rossem ziet de situatie voorlopig niet veranderen, omdat het conservatieve platteland buitensporig veel invloed heeft in Washington: ‘Er zit nu een vrij grote meerderheid van Republikeinen in het Huis van Afgevaardigden, maar er hebben meer mensen op Democraten gestemd dan op Republikeinen. Dat is een product van gerrymandering.’ Gerrymandering is het manipuleren van grenzen van kiesdistricten om een zo gunstig mogelijk resultaat te krijgen voor één partij.

‘De districten worden volkomen geschift geconstrueerd zodat het een permanente meerderheid voor de Republikeinen oplevert. Het zijn schurken. En in de Senaat kun je met 17 procent van de bevolking 40 procent van de senatoren kiezen. Zo lang de filibuster rule bestaat, kun je daarmee al het beleid saboteren.’ Een senator kan stemming over een voorstel voorkomen door een debat te kapen en constant het woord te voeren – te filibusteren. Om een senator tot de orde te roepen zijn zestig van de honderd senatoren nodig: ‘Het Amerikaans systeem beloont onredelijkheid.’

Ook over de Amerikaanse presidentsverkiezingen is Van Rossem tegenwoordig uiterst kritisch: ‘Vooral de voorverkiezingen worden geroemd als het toppunt van democratie. Je mag niet alleen stemmen op een kandidaat, maar je mag ook kiezen wie zich kandidaat stelt. Maar het resultaat van voorverkiezingen is rampzalig omdat daar alleen de radikalinski’s komen opdagen. Het is het klassieke verhaal van de studentenbeweging: de radikalinski’s, de fanatici, de vechtjassen bleven de halve nacht zitten terwijl de normale mensen om tien uur naar huis gingen om een glas wijn te drinken. Als die weg waren, werden de radicale moties aangenomen.’

De huidige polarisatie in Washington blijft op die manier in stand: ‘Obama dacht bij zijn aantreden dat hij over noodzakelijke hervormingen redelijk zou kunnen overleggen met de Republikeinen maar dat bleek totaal onmogelijk. Na een jaar of twee gingen er geruchten dat hij daardoor zo gedemotiveerd was dat hij het bij één termijn wilde laten. Maar dat is onwaar gebleken.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.