Home INTERVIEW Cees Fasseur – biografie Pieter Sjoerds Gerbrandy

INTERVIEW Cees Fasseur – biografie Pieter Sjoerds Gerbrandy

  • Gepubliceerd op: 27 november 2014
  • Laatste update 05 apr 2023
  • Auteur:
    Sietske van der Veen
  • 7 minuten leestijd
INTERVIEW Cees Fasseur – biografie Pieter Sjoerds Gerbrandy

Op 13 maart 2016 werd bekend dat historicus Cees Fasseur op 77-jarige leeftijd is overleden. Fasseur schreef meerdere biografieën over de Oranje-vorsten. Over zijn meest recent gepubliceerde boek, een biografie van oorlogspremier Pieter Sjoerds Gerbrandy, gaf hij eind 2014 een interview aan Historisch Nieuwsblad. ‘Gerbrandy was de Nederlandse Churchill in zakformaat.’ 

Slechts één huis scheidt dat van Fasseur van de vroegere woon- en werkplek van Gerbrandy, aan de inmiddels naar de oud-premier genoemde Prof. P.S. Gerbrandyweg te Den Haag. Een plaquette aan de zijkant van het pand herinnert aan de bekende voormalige eigenaar. Wie er niet op gewezen wordt, zou argeloos aan het huis voorbij gegaan zijn.

Hoe is het mogelijk dat er van deze roemruchte oorlogspremier nog geen biografie was?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

‘Toeval, in de eerste plaats. En daarnaast gaat men ervan uit dat Loe de Jong in zijn Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog al zo’n beetje alles over de oorlog heeft geschreven wat het lezen waard is. De Jong is een grote eik waaronder weinig groeit. Een biografie heeft echter een totaal andere invalshoek dan zo’n groot overzichtswerk. Het kwam natuurlijk van pas dat ik het archief van Wilhelmina kende. Ik heb me bij het verschijnen van het laatste deel van de Wilhelminabiografie in 2001 wel eens laten ontvallen dat ik materiaal over Gerbrandy had, dat ik graag wilde gebruiken. Daarmee wilde ik anderen een beetje ontmoedigen. Want als een ander vlak voor de publicatie van je boek ook een biografie laat verschijnen, zit je wel even lelijk te kijken.’

Was het lastig om het levensverhaal van iemand te schrijven van wie nog geen biografie was, of maakte dat het juist gemakkelijker?

‘Het maakt het in elk geval een stuk leuker. Je ontdekt een mensenleven, en dat leidt tot allerlei onverwachte verrassingen. Gelukkig heeft Gerbrandy een heel afwisselende loopbaan gehad, dus het werd nooit saai. Hij is naast premier ook advocaat, gedeputeerde en hoogleraar geweest en heeft veel nevenfuncties bekleed, zoals bij de Radioraad en de Glasfabriek Leerdam.’

U schrijft in uw boek: ‘Wie in vredestijd had voldaan, deed dat nog niet in oorlogstijd, terwijl anderen (…) juist in oorlogsomstandigheden tot grote hoogte konden stijgen.’ Welke eigenschappen van Gerbrandy heeft de Tweede Wereldoorlog doen uitkomen?

‘In oorlog worden deugden ondeugden en ondeugden deugden. Gerbrandy was roekeloos, misschien ook wel door zijn onvermogen om hoge en lage tonen te onderscheiden. Hij had vaak geen idee dat er een luchtaanval gaande was in Londen, waar de regering zetelde, en vergaderde dan rustig door. Als hij niet kon slapen tijdens de ‘Battle of Britain’ ging Gerbrandy de straat op. Hij heeft ooit schertsend gezegd dat hij zo klein van stuk was dat ze hem toch niet gauw zouden kunnen raken. Met zijn onverschrokken en stressbestendige houding inspireerde hij anderen. In 1940 was de situatie redelijk hopeloos voor de geallieerden, maar Gerbrandy had een rotsvast vertrouwen in de eigen overwinning. Wellicht ook door een gebrek aan fantasie: hij kon zich gewoonweg niet voorstellen dat de Duitsers de oorlog zouden winnen. Bovendien stond God volgens hem aan onze kant.’

In zijn toespraken voor Radio Oranje was zijn geloof een constante factor.

‘Ja, het nam werkelijk bijna absurde proporties aan. Hij beval de luisteraars vaak aan de Bijbel erbij open te slaan. Van het Bijbelboek Daniël of Ester was het vervolgens maar één stap naar Hitler. “Heersers vallen en rijken zijn op leem gebouwd. Zo zal het ook het Duitse Rijk geschieden, al strekt het zich uit van de Noordkaap tot Athene.” Het ging erin als koek – ik denk dat je in een oorlog ook wel behoefte hebt aan dat soort uitspraken.’

Uit uw boek rijst het beeld op van een man die moeilijk naar zijn eigen tekortkomingen kon kijken. Of althans van iemand die moeite had te zien dat een ander ook wel eens gelijk zou kunnen hebben.

‘Gerbrandy was geen teamleider, maar een individualist. Dat maakte hem natuurlijk ook onmogelijk. Maar het ontbrak hem niet aan zelfkritiek of zelfspot. Toen de Kamervoorzitter zei: “Meneer Gerbrandy, u staat nu te schelden op de Indonesische president Soekarno, mag ik u eraan herinneren dat hij een bevriend staatshoofd is?”, antwoordde Gerbrandy: “Dan neem ik de opmerking terug over uw vrind, meneer de voorzitter.” Hij was redelijk impulsief. Als politicus moet je maat houden, niet van iedereen zeggen wat je vindt of te veel grappen maken ten koste van een ander. Gerbrandy had het hart nu eenmaal op de tong. Tegelijkertijd was hij wel weer zo verstandig om niet iedereen tegelijk tot vijand te maken.’

Eigenlijk was Gerbrandy niet zo vriendelijk als hij eruit zag?

‘Eigenlijk niet, hij was heel eigenwijs. Als iedereen naar links wilde, wilde hij naar rechts en andersom, heeft zijn vrouw wel eens gezegd. Politiek gezien was hij erg rechtlijnig, na de oorlog koesterde hij uiterst rechtse denkbeelden op het gebied van de Rijkseenheid. Je wist echter ook wat je aan hem had: hij had geen dubbele agenda. En ik heb de indruk dat het nogal moeilijk was  om lang boos op hem te blijven als je hem weer zag: dat kleine mannetje met die bijna Charlie Chaplin-achtige tred en die grote walrussnor.’

Die tegendraadse houding stond koningin Wilhelmina natuurlijk niet aan.

‘In het begin zaten ze helemaal op dezelfde lijn. Zij vond hem de geschikte minister-president voor het voortzetten van de oorlog. Zelf zat hij niet te azen op die functie, hij kende zijn eigen zwakheden. Maar Wilhelmina wilde Gerbrandy, een man uit één stuk. Hij was wel in hoge mate loyaal aan de koningin: voor God, Nederland en Oranje was immers een veelgehoorde spreuk in gereformeerde kringen. De koningin was echter niet loyaal aan hem, vooral niet toen vanaf 1943 de vernieuwingsgedachte zich meester van haar maakte: alles moest helemaal anders en beter na de oorlog. Haar ministers zag ze – een enkeling daargelaten – niet staan, en haar Engelandvaarders, de jonge verzetshelden die uit Nederland waren overgekomen, praatten haar naar de mond.’

Gerbrandy had een waanbeeld van de Indische bevolking – dat zij heel loyaal waren aan Nederland. Met het Comité tot Handhaving van de Rijkseenheid verzette hij zich na de oorlog tegen de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd. Waarom geloofde hij zo heilig in de Rijkseenheid?

‘Hij voelde zich verantwoordelijk voor het geluk en de voorspoed van de inheemse bevolking. Die zendingstaak wilde hij zich niet laten ontnemen. Door Indië telde Nederland nog mee in de wereld, daarom klampte Gerbrandy zich zo vast aan de kolonie. Gerbrandy zag in de Indonesische kwestie een voortzetting van de Tweede Wereldoorlog. Strijden tegen Soekarno als vervanging van Hitler, dat was toch wel zijn leitmotiv denk ik. Gerbrandy kon zich de uitspattingen met het Comité Rijkseenheid permitteren door de faam die hij had verworven in de Tweede Wereldoorlog: hij kon niet stuk, zogezegd. Hij was de Nederlandse Churchill in zakformaat.’

Waar bent u nu mee bezig?

‘Ik denk dat ik terugkeer naar het Nederlands-Indië van de negentiende eeuw, het decor voor mijn dissertatie van destijds, over het cultuurstelsel op Java. Ik heb nog zo ontzettend veel materiaal, dat ik nog eens een boek hoop te schrijven over bijvoorbeeld de strijd tussen de Nederlanders en de Balinezen. Ik houd van archiefonderzoek, dat is veel en veel leuker dan vijftig boeken van anderen lezen en dan je eenenvijftigste mening geven. Over de twintigste eeuw ga ik waarschijnlijk niet meer schrijven. En zeker niet meer over dekolonisatie of de Tweede Wereldoorlog, dat heb ik nu echt wel gehad.’

Eigen meester, niemands knecht. Het leven van Pieter Sjoerds Gerbrandy. Minister-president van Nederland in de Tweede Wereldoorlog (580 p., € 39,95 hardcover, € 24,95 paperback) is verschenen bij Uitgeverij Balans.

Lees hier enkele fragmenten uit het dagboek van minister O.C.A. van Lidt de Jeude, die samen met Gerbrandy in Londen verbleef.